Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Oefeningen in indirecte spraak voor Chinese grammatica

In deze oefeningen leer je hoe je directe spraak in het Chinees kunt omzetten naar indirecte spraak. Let goed op de tijdsaanduidingen en de structuur van de zinnen, want indirecte spraak verandert vaak werkwoordstijden en aanwijzende woorden. De hints in het Nederlands helpen je om de juiste vorm te kiezen.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Omzetten van directe naar indirecte spraak met tijdsaanduidingen

1. Hij zei dat hij gisteren *is gegaan* naar de markt. (Let op de tijd: gisteren, verleden tijd)
2. Zij vertelde dat zij morgen *zal komen* naar het feest. (Toekomstige tijd aangeven)
3. De leraar zei dat de leerlingen *moesten* hun huiswerk maken. (Verleden tijd van moeten)
4. Mijn vriend zei dat hij nu *werkt* aan het project. (Tegenwoordige tijd in indirecte spraak blijft vaak hetzelfde)
5. Zij zei dat het volgende week *zal regenen*. (Toekomst aangeven met “zal”)
6. Hij zei dat hij vorige maand *was verhuisd*. (Verleden voltooide tijd)
7. De vrouw vertelde dat haar kinderen altijd *spelen* in de tuin. (Gewoonte in tegenwoordige tijd)
8. Hij zei dat hij gisterenavond *had gegeten*. (Verleden voltooide tijd in indirecte spraak)
9. Zij zei dat ze volgende maand *zou reizen* naar Beijing. (Voorwaardelijke toekomst)
10. De man vertelde dat hij elke dag *loopt* naar zijn werk. (Gewoonte in tegenwoordige tijd)

Oefening 2: Indirecte spraak met vraagzinnen en beleefdheidsvormen

1. Zij vroeg of hij *kon* helpen met het huiswerk. (Modale werkwoorden in indirecte vraag)
2. Hij vroeg wanneer zij *zou aankomen* op het station. (Toekomstige tijd in vraag)
3. De student vroeg waarom de leraar *vertrok* vroeg. (Verleden tijd in indirecte vraag)
4. Zij vroeg of hij *wilde* meegaan naar het museum. (Verleden tijd van willen)
5. Hij vroeg wat zij *gingen* doen na school. (Toekomst in indirecte vraag)
6. De vrouw vroeg hoe laat de vergadering *begon*. (Verleden tijd in indirecte vraag)
7. Zij vroeg of hij al *had gegeten*. (Voltooide tijd in indirecte vraag)
8. Hij vroeg of zij morgen *kunnen* deelnemen aan het evenement. (Tegenwoordige tijd in indirecte vraag)
9. Zij vroeg waarom hij niet *kwam* naar het feest. (Verleden tijd in indirecte vraag)
10. Hij vroeg of zij al *was vertrokken* naar huis. (Voltooide tijd in indirecte vraag)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot