1. 他是班里*最高*的学生。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “de hoogste” aan te geven.)
2. 这道菜是我吃过的*最好*的。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “de beste” aan te geven.)
3. 北京是中国*最大的*城市。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord voor “de grootste”.)
4. 她穿的裙子是*最漂亮*的。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “de mooiste” te zeggen.)
5. 今天是*最冷*的一天。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “de koudste” dag te benoemen.)
6. 这是我见过的*最快*的车。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “de snelste” te beschrijven.)
7. 这本书是图书馆里*最有趣*的。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “het meest interessant” te zeggen.)
8. 他是我们班*最聪明*的学生。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “de slimste” te benoemen.)
9. 这是我喝过的*最甜*的茶。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “de zoetste” te beschrijven.)
10. 她是家里*最年轻*的人。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “de jongste” aan te geven.)

1. 这条路是去学校的*最短*的路。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “de kortste” weg te benoemen.)
2. 他有*最漂亮*的画。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “de mooiste” te beschrijven.)
3. 这是我看过的电影中*最感人*的。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “het meest ontroerende” te zeggen.)
4. 她的声音是合唱团里*最响亮*的。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “de luidste” stem te benoemen.)
5. 这家餐厅的菜是*最便宜*的。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “de goedkoopste” te beschrijven.)
6. 他是学校足球队里*最强壮*的。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “de sterkste” aan te geven.)
7. 这是我吃过的蛋糕中*最美味*的。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “het lekkerste” te zeggen.)
8. 他们住在村子里*最高*的房子里。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “het hoogste” huis te benoemen.)
9. 今天是这周里*最忙碌*的一天。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “de drukste” dag te benoemen.)
10. 这条裤子是我买过的*最便宜*的。 (Hint: Gebruik 最 + bijvoeglijk naamwoord om “de goedkoopste” te zeggen.)