1. Hij *yaktubu* een brief. (Hint: Gebruik de onvoltooide tijd met hij – schrijven)
2. Wij *nadrusu* Arabisch. (Hint: Onvoltooide tijd, wij – studeren)
3. Jij (mannelijk) *tadkhulu* het huis. (Hint: Onvoltooide tijd, jij m., binnenkomen)
4. Zij (vrouwelijk) *tashrabu* thee. (Hint: Onvoltooide tijd, zij v., drinken)
5. Ik *aaktubu* een verhaal. (Hint: Onvoltooide tijd, ik, schrijven)
6. Jullie (mannelijk meervoud) *tadrusuna* grammatica. (Hint: Onvoltooide tijd, jullie m., studeren)
7. Zij (meervoud vrouwelijk) *yaktubna* brieven. (Hint: Onvoltooide tijd, zij v.m., schrijven)
8. Jij (vrouwelijk) *tadrusiina* de les. (Hint: Onvoltooide tijd, jij v., studeren)
9. Wij *nashrabu* water. (Hint: Onvoltooide tijd, wij, drinken)
10. Hij *yadkhulu* de kamer. (Hint: Onvoltooide tijd, hij, binnenkomen)

1. Ik *sa’aktubu* morgen een brief. (Hint: Toekomende tijd, ik, schrijven)
2. Jij (mannelijk) *sa’tadrusu* na. (Hint: Toekomende tijd, jij m., studeren)
3. Zij (vrouwelijk) *sa’tashrabu* thee straks. (Hint: Toekomende tijd, zij v., drinken)
4. Wij *sanadkhulu* het huis binnenkort. (Hint: Toekomende tijd, wij, binnenkomen)
5. Jullie (vrouwelijk meervoud) *sa’tadrusna* Arabisch. (Hint: Toekomende tijd, jullie v., studeren)
6. Hij *sayaktubu* een e-mail later. (Hint: Toekomende tijd, hij, schrijven)
7. Zij (meervoud mannelijk) *sayadrusuna* samen. (Hint: Toekomende tijd, zij m., studeren)
8. Jij (vrouwelijk) *sa’tadkhulu* de kamer straks. (Hint: Toekomende tijd, jij v., binnenkomen)
9. Ik *sa’ashrabu* water na het werk. (Hint: Toekomende tijd, ik, drinken)
10. Zij (vrouwelijk) *sa’taktubu* het verslag morgen. (Hint: Toekomende tijd, zij v., schrijven)