שאל (Sha’al) vs. ביקש (Bikesh) – Vroeg Vs. Aangevraagd in het Hebreeuws

נשמע (Nishma) vs. נראה (Nir’eh) – Klinkt als vs. Lijkt op in het Hebreeuws

נהדר (Nehedar) vs. מצוין (Metsuyan) – Prachtige versus. Uitstekend

מהיר (Mahir) vs. איטי (Iti) – Snel versus. Langzaam in het Hebreeuws

גבוה (Gavoha) vs. נמוך (Namuch) – Lang versus. Kort in het Hebreeuws

מאוחר (Me’uchar) vs. מוקדם (Mukdam) – Laat versus. Vroeg in het Hebreeuws

חשוב (Chashuv) vs. מעניין (Me’anyen) – Belangrijk vs. Interessant

יֵשׁ (Yesh) vs. יהיו (Yihyu) – Er is versus. Er zal zijn

ילד (Yeled) vs. ילדה (Yalda) – Jongen en meisje verduidelijkt

גדול (Gadol) vs. קטן (Katan) – Groot en klein in het Hebreeuws