Ga naar de inhoud
Aan de slag
Homepagina
Leren
Grammatica
Aanmelden
Login
Nederlands
English
Español
Français
Italiano
Deutsch
Svenska
Suomalainen
عربي
中文 (简体)
हिंदी
日本語
한국인
Português
Українська
Menu
Homepagina
Leren
Grammatica
Aanmelden
Login
Nederlands
English
Español
Français
Italiano
Deutsch
Svenska
Suomalainen
عربي
中文 (简体)
हिंदी
日本語
한국인
Português
Українська
Welke taal wil je leren?
Engels
Spaans
Frans
Italiaans
Duits
+52 meer
Welke taal wil je leren?
Engels
Spaans
Frans
Duits
Italiaans
+52 meer
Vocabulary Language: Grieks
Μεγάλος (Megálos) vs. Μικρός (Mikrós) – Groot versus klein in het Grieks
Μέρα (Mèra) vs. Νύχτα (Nýchta) – Dag versus nacht in het Grieks
Χαρούμενος (Charoúmenos) vs. Λυπημένος (Lypiménos) – Blij versus verdrietig in het Grieks
Βλέπω (Vlèpo) vs. Κοιτάζω (Koitázo) – Zien versus kijken in het Grieks
Πηγαίνω (Pigaíno) vs. Έρχομαι (Érkhomai) – Gaan versus komen in het Grieks
Δουλεύω (Doulèvo) vs. Παίζω (Pézo) – Werken versus spelen in het Grieks
Χοντρός (Chondrós) vs. Αδύνατος (Adýnatos) – Dik versus mager in het Grieks
Αδερφός (Adelphós) vs. Αδερφή (Adelphí) – Broer/zustertermen in het Grieks
Είμαι (Eimai) vs. Βρίσκομαι (Vriskomai) – “To Be” begrijpen in het Grieks
Griekse familie- en relatiewoorden
LEER SNELLER TALEN
MET AI
Leer 5x Sneller
Start Learning