Woordenschat voor weer en seizoenen in het Japans

Ben je geïnteresseerd in het leren van Japans en wil je graag over het weer en de seizoenen kunnen praten? Dan ben je hier aan het juiste adres. In dit artikel behandelen we woordenschat die je nodig hebt om over deze onderwerpen te kunnen communiceren. De Japanse taal kent veel specifieke termen voor weer en seizoenen, die je zullen helpen om je uitdrukkelijker uit te drukken en de cultuur beter te begrijpen.

天気 (tenki) – Weer
Dit is een algemene term die gebruikt wordt om over het weer te praten.

今日の天気はどうですか。
(Kyō no tenki wa dō desu ka?)
Hoe is het weer vandaag?

晴れ (hare) – Zonnig
Gebruik deze term als het buiten zonnig is zonder wolken aan de hemel.

晴れの日は公園に行きたいです。
(Hare no hi wa kōen ni ikitai desu.)
Op een zonnige dag wil ik naar het park gaan.

曇り (kumori) – Bewolkt
Als de lucht voornamelijk bedekt is met wolken, gebruik je deze term.

曇りの天気ですが、雨は降らないでしょう。
(Kumori no tenki desu ga, ame wa furanai deshō.)
Het is bewolkt, maar het zal waarschijnlijk niet regenen.

(ame) – Regen
Als er water uit de lucht valt, noemen we dat ‘ame’ in het Japans.

雨が降っています。
(Ame ga futte imasu.)
Het regent.

(yuki) – Sneeuw
Bij koude temperaturen kan de neerslag als sneeuw vallen.

雪が積もっています。
(Yuki ga tsumotte imasu.)
De sneeuw hoopt zich op.

台風 (taifū) – Tyfoon
Tyfoon is een intense tropical cycloon die in Aziatische regio’s voorkomt.

台風が近づいています。
(Taifū ga chikazuite imasu.)
Een tyfoon komt dichterbij.

季節 (kisetsu) – Seizoen
Japan kent vier seizoenen en elk seizoen heeft zijn eigen charme.

日本は四季がはっきりしています。
(Nihon wa shiki ga hakkiri shite imasu.)
Japan heeft vier duidelijke seizoenen.

(haru) – Lente
De periode die staat voor nieuw leven, waarin de bloemen bloeien.

春には桜が美しいです。
(Haru ni wa sakura ga utsukushī desu.)
In de lente zijn de kersenbloesems mooi.

(natsu) – Zomer
De warmste periode van het jaar, perfect voor een bezoek aan het strand.

夏休みに海に行きます。
(Natsu yasumi ni umi ni ikimasu.)
Ik ga naar het strand tijdens de zomervakantie.

(aki) – Herfst
De tijd van het jaar waarin de bladeren verkleuren en het iets koeler wordt.

秋は紅葉がきれいです。
(Aki wa kōyō ga kirei desu.)
De herfstkleuren zijn prachtig in de herfst.

(fuyu) – Winter
De koudste periode van het jaar, vaak geassocieerd met sneeuw.

冬になるとスキーに行きます。
(Fuyu ni naru to sukī ni ikimasu.)
In de winter ga ik skiën.

寒い (samui) – Koud
Dit woord gebruik je om aan te geven dat het koud is, bijvoorbeeld in de winter.

今日は寒いから、コートを着てください。
(Kyō wa samui kara, kōto o kite kudasai.)
Het is koud vandaag dus draag een jas.

暑い (atsui) – Warm/Heet
Dit woord gebruik je als het heel warm is buiten, bijvoorbeeld in de zomer.

暑い日は水分をたくさん摂るべきです。
(Atsui hi wa suibun o takusan toru beki desu.)
Op een hete dag moet je veel vocht binnenkrijgen.

Japanse mensen praten vaak over het weer en seizoenen, omdat het diep verbonden is met hun cultuur. Bijvoorbeeld, het genieten van de ‘hanami’, het kijken van kersenbloesems in de lente, is een jaarlijkse traditie. Het seizoen heeft veel invloed op de Japanse keuken, mode en festivals.

Hopelijk helpt deze lijst van woorden je om te praten over het weer en de seizoenen in het Japans. De sleutel tot het leren van een nieuwe taal is oefenen, dus probeer deze woorden te gebruiken de volgende keer dat je met een Japanse spreker praat of wanneer je Japan bezoekt. Oefen je uitspraak en probeer te communiceren met lokale sprekers. Leren over het weer en seizoenen is niet alleen nuttig voor dagelijks gebruik, maar geeft je ook inzicht in de levendige cultuur en tradities van Japan. Ganbatte kudasai (doe je best)!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller