Woordenschat over eten en dineren in het Japans

Wanneer je Japans leert, is het belangrijk om te weten hoe je over eten en dineren kunt praten. Of je nu in een Japans restaurant dineert of met Japanse vrienden praat, deze woordenschat helpt je om je ervaring te verrijken en je taalvaardigheden te verbeteren. Hieronder vind je een lijst met nuttige Japanse woorden en zinnen die met eten en dineren te maken hebben.

食べ物 (たべもの) – Eten
このレストランの食べ物は美味しいです。
Deze zin betekent: “Het eten in dit restaurant is heerlijk.”

飲み物 (のみもの) – Drinken
どんな飲み物がありますか?
Deze zin betekent: “Welke drankjes hebben jullie?”

朝ごはん (あさごはん) – Ontbijt
朝ごはんにパンと卵を食べました。
Deze zin betekent: “Ik heb brood en eieren voor ontbijt gegeten.”

昼ごはん (ひるごはん) – Lunch
昼ごはんは何を食べたいですか?
Deze zin betekent: “Wat wil je voor de lunch eten?”

晩ごはん (ばんごはん) – Diner
晩ごはんに寿司を食べましょう。
Deze zin betekent: “Laten we sushi eten voor het diner.”

デザート (でざーと) – Dessert
デザートにアイスクリームをください。
Deze zin betekent: “Mag ik ijs als dessert?”

レストラン (れすとらん) – Restaurant
このレストランはいつも混んでいます。
Deze zin betekent: “Dit restaurant is altijd druk.”

メニュー (めにゅう) – Menu
メニューを見せてください。
Deze zin betekent: “Kunt u mij het menu laten zien?”

注文 (ちゅうもん) – Bestelling
注文はもう決まりましたか?
Deze zin betekent: “Heb je al besloten wat je wilt bestellen?”

食器 (しょっき) – Servies
食器を洗うのは私の仕事です。
Deze zin betekent: “Het is mijn taak om het servies te wassen.”

(はし) – Eetstokjes
箸の使い方が上手になりたい。
Deze zin betekent: “Ik wil goed worden in het gebruik van eetstokjes.”

フォーク (ふぉーく) – Vork
フォークを使ってサラダを食べます。
Deze zin betekent: “Ik eet de salade met een vork.”

ナイフ (ないふ) – Mes
ナイフで肉を切ります。
Deze zin betekent: “Ik snijd het vlees met een mes.”

スプーン (すぷーん) – Lepel
スープはスプーンで飲みます。
Deze zin betekent: “De soep drink ik met een lepel.”

(あじ) – Smaak
この料理の味はどうですか?
Deze zin betekent: “Hoe is de smaak van dit gerecht?”

辛い (からい) – Heet, pittig
私は辛い食べ物が苦手です。
Deze zin betekent: “Ik kan niet goed tegen pittig eten.”

甘い (あまい) – Zoet
そのケーキはとても甘いです。
Deze zin betekent: “Die cake is heel zoet.”

しょっぱい (しょっぱい) – Zoutig
このスープはちょっとしょっぱいですね。
Deze zin betekent: “Deze soep is een beetje zoutig, vind je niet?”

おいしい (おいしい) – Lekker
この寿司は本当においしいです。
Deze zin betekent: “Deze sushi is echt lekker.”

まずい (まずい) – Niet lekker, smakeloos
この料理は少しまずいかもしれません。
Deze zin betekent: “Dit gerecht is misschien een beetje smakeloos.”

食欲 (しょくよく) – Eetlust
今日は食欲がありません。
Deze zin betekent: “Ik heb vandaag geen eetlust.”

満足 (まんぞく) – Verzadiging, voldaan
食事で満足しました。
Deze zin betekent: “Ik ben voldaan van de maaltijd.”

お腹 (おなか) – Buik
お腹がいっぱいです。
Deze zin betekent: “Mijn buik is vol.”

Het beheersen van deze woordenschat zal niet alleen je communicatie tijdens het eten en dineren in Japan verbeteren, maar het zal je ook helpen om je volledig onder te dompelen in de Japanse cultuur. Elke maaltijd biedt een kans om nieuwe woorden te leren en je taalvaardigheden te oefenen. Sta open voor het proberen van nieuwe gerechten en vergeet niet om deze nuttige uitdrukkingen te gebruiken terwijl je geniet van de Japanse gastronomie!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller