Oraș – Stad. Dit woord wordt gebruikt om een grote, stedelijke nederzetting te beschrijven.
Orașul București este capitala României.
Cartier – Wijk. Dit woord verwijst naar een specifieke buurt binnen een stad.
Cartierul acesta este foarte liniștit.
Stradă – Straat. Dit is een veelvoorkomend woord dat wordt gebruikt om een openbare weg in een stedelijke omgeving te beschrijven.
Strada aceasta este foarte aglomerată.
Bulevard – Boulevard. Dit is een brede, vaak met bomen omzoomde straat in een stad.
Bulevardul Magheru este unul dintre cele mai cunoscute din București.
Bloc – Flatgebouw. Dit woord wordt gebruikt om een groot gebouw met meerdere verdiepingen en appartementen te beschrijven.
Locuiesc într-un bloc cu zece etaje.
Parc – Park. Een groene ruimte in een stedelijke omgeving waar mensen kunnen ontspannen en recreëren.
Mergem des în parc pentru a face sport.
Piață – Plein. Een open ruimte in een stad, vaak omgeven door gebouwen en gebruikt voor markten of bijeenkomsten.
Piața Unirii este foarte populară în Cluj-Napoca.
Clădire – Gebouw. Dit algemene woord wordt gebruikt om een constructie met muren en een dak te beschrijven.
Clădirea aceasta este foarte veche.
Centru – Centrum. Dit woord verwijst naar het centrale gedeelte van een stad, meestal het drukste en meest ontwikkelde gebied.
Centru orașului este plin de magazine și restaurante.
Metrou – Metro. Een ondergrondse spoorweg die wordt gebruikt voor openbaar vervoer in stedelijke gebieden.
Metroul din București este foarte eficient.
Stație – Station. Dit kan verwijzen naar een treinstation, busstation of metrostation.
Ne întâlnim la stația de metrou.
Pod – Brug. Een constructie die een weg of spoorweg over een obstakel zoals een rivier of vallei draagt.
Podul Basarab este impresionant.
Turn – Toren. Een hoge, smalle constructie die vaak een herkenningspunt in een stad is.
Turnul Eiffel din Paris este faimos în întreaga lume.
Muzeu – Museum. Een gebouw waarin kunst, wetenschappelijke objecten of andere voorwerpen van cultureel, historisch of wetenschappelijk belang worden bewaard en tentoongesteld.
Muzeul de Artă din București are o colecție impresionantă.
Teatru – Theater. Een gebouw waar toneelstukken, musicals en andere uitvoeringen plaatsvinden.
Mergem la teatru săptămâna viitoare.
Hotel – Hotel. Een plaats die accommodatie biedt aan reizigers en toeristen.
Am rezervat o cameră la un hotel din centru.
Restaurant – Restaurant. Een plaats waar mensen heen gaan om te eten.
Restaurantul acesta are mâncare foarte bună.
Farmacie – Apotheek. Een winkel waar medicijnen en andere gezondheidsproducten worden verkocht.
Am nevoie de ceva de la farmacie.
Bibliotecă – Bibliotheek. Een plaats waar boeken en andere mediabronnen worden bewaard en uitgeleend.
Biblioteca este liniștită și perfectă pentru studiu.
Woorden voor landelijke beschrijvingen
Sat – Dorp. Een kleine nederzetting op het platteland.
Satul bunicilor mei este foarte pitoresc.
Ferma – Boerderij. Een stuk land en de bijbehorende gebouwen waar landbouw en veeteelt worden bedreven.
Ferma aceasta produce lapte și brânză.
Pădure – Bos. Een groot gebied bedekt met bomen en struiken.
Îmi place să merg la plimbare prin pădure.
Câmp – Veld. Een open stuk land, meestal gebruikt voor landbouw.
Câmpurile sunt pline de flori primăvara.
Deal – Heuvel. Een natuurlijke verhoging van het land, lager dan een berg.
Dealurile din această regiune sunt foarte frumoase.
Râu – Rivier. Een natuurlijke waterloop die door het landschap stroomt.
Râul acesta este foarte limpede.
Lac – Meer. Een grote plas water omringd door land.
Lacul din apropiere este perfect pentru pescuit.
Drum – Weg. Een pad of baan voor het reizen, typisch op het platteland.
Drumul către sat este pitoresc.
Colină – Heuvel. Een synoniem voor “deal”, vaak gebruikt om kleinere verhogingen te beschrijven.
Colinele sunt acoperite de verdeață.
Grădină – Tuin. Een stuk land, vaak naast een huis, waar planten, bloemen en soms groenten worden gekweekt.
Grădina mea este plină de flori în această perioadă a anului.
Munte – Berg. Een grote natuurlijke verheffing van de aardkorst, hoger dan een heuvel.
Munții Carpați sunt o destinație populară pentru drumeții.
Izvor – Bron. Een natuurlijke waterbron die uit de grond komt.
Izvorul acesta are apă foarte rece și curată.
Pajiște – Weide. Een groot, open stuk land bedekt met gras, vaak gebruikt voor het laten grazen van vee.
Pajiștea este plină de flori sălbatice.
Vale – Vallei. Een laaggelegen gebied tussen heuvels of bergen.
Valea aceasta este foarte fertilă.
Satuc – Gehucht. Een zeer klein dorp, vaak met slechts een paar huizen.
Satucul acesta are doar zece case.
Fântână – Put. Een constructie die water uit de grond haalt, vaak in landelijke gebieden.
Fântâna din curtea bunicilor este foarte veche.
Moară – Molen. Een gebouw of machine gebruikt om graan te malen, vaak aangedreven door wind of water.
Moara de apă din sat este încă în funcțiune.
Livadă – Boomgaard. Een stuk land beplant met fruitbomen.
Livada noastră produce mere și pere.
Stână – Schaapskooi. Een plek waar schapen worden gehouden, vaak in de bergen.
Stâna este plină de oi în timpul verii.
Cabana – Hut. Een eenvoudig gebouw, vaak in de bergen of bossen, gebruikt als tijdelijk verblijf.
Cabana din munți este locul perfect pentru o vacanță liniștită.
Het beheersen van deze woorden zal u helpen om zowel stedelijke als landelijke omgevingen nauwkeurig te beschrijven in het Roemeens. Of u nu door een bruisende stad loopt of geniet van de rust van het platteland, met deze woordenschat kunt u uw ervaringen delen en beter communiceren met Roemeens sprekenden. Blijf oefenen en uitbreiden van uw woordenschat, en u zult merken dat uw taalvaardigheden steeds beter worden.