Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar enorm lonende ervaring zijn. Een essentieel onderdeel van het leren van een nieuwe taal is het opbouwen van je woordenschat, vooral als je deze taal in een professionele context wilt gebruiken. In dit artikel zullen we de werkplek- en banenwoordenschat in het Ests verkennen. Deze vocabulaire kan je helpen om beter te communiceren in een werkomgeving en je professionele vaardigheden te verbeteren. Laten we beginnen met enkele fundamentele termen.
Algemene Werkplek Woordenschat
Töökoht – Werkplek. Dit woord verwijst naar de fysieke locatie waar iemand werkt.
Meie ettevõttes on väga mugav töökoht.
Kontor – Kantoor. Dit is de ruimte of het gebouw waar administratieve of professionele werkzaamheden worden verricht.
Ta töötab suures kontoris kesklinnas.
Arvuti – Computer. Een elektronisch apparaat dat gebruikt wordt voor het verwerken en opslaan van gegevens.
Tema arvuti on alati korras.
Telefon – Telefoon. Een apparaat dat gebruikt wordt voor mondelinge communicatie op afstand.
Kontoris on igaühel oma telefon.
Koosolek – Vergadering. Een samenkomst van mensen, meestal binnen een bedrijf, om zaken te bespreken.
Järgmine koosolek on planeeritud esmaspäevaks.
Projekt – Project. Een tijdelijke onderneming met een specifiek doel, vaak met een bepaalde begin- en einddatum.
See projekt peab valmis olema järgmise kuu lõpuks.
Functies en Rollen
Juht – Manager. Een persoon die verantwoordelijk is voor het leiden van een team of organisatie.
Meie juht on väga kogenud ja toetav.
Spetsialist – Specialist. Iemand met diepgaande kennis en vaardigheden in een specifiek vakgebied.
Ta on IT spetsialist ja lahendab kõik tehnilised probleemid.
Raamatupidaja – Boekhouder. Een professional die verantwoordelijk is voor het bijhouden van financiële administratie.
Meie raamatupidaja hoolitseb kõigi arvete eest.
Assistent – Assistent. Een persoon die een andere medewerker ondersteunt bij het uitvoeren van hun taken.
Tema assistent aitab teda igapäevastes ülesannetes.
Tehnik – Technicus. Een persoon die gespecialiseerd is in het onderhoud en de reparatie van technische apparatuur.
Meie tehnik parandab kõik seadmed kiiresti.
Klienditeenindaja – Klantenservice medewerker. Iemand die klanten helpt en ondersteuning biedt.
Hea klienditeenindaja on meie ettevõtte edu võti.
Dagelijkse Werkzaamheden
Töö – Werk. De activiteiten waarvoor iemand betaald wordt.
Ta armastab oma tööd ja teeb seda suure pühendumusega.
Ãœlesanne – Taak. Een specifieke taak die moet worden uitgevoerd.
Mul on täna palju ülesandeid täita.
Koostöö – Samenwerking. Het proces van samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
Hea koostöö on oluline iga projekti edukuseks.
Areng – Ontwikkeling. Het proces van verbetering of vooruitgang.
Professionaalne areng on meie ettevõttes väga oluline.
Koostööpartner – Samenwerkingspartner. Een persoon of organisatie waarmee wordt samengewerkt.
Meil on mitu rahvusvahelist koostööpartnerit.
Aruanne – Rapport. Een gedetailleerde beschrijving van een situatie of gebeurtenis.
Ta peab täna esitama oma aruande juhile.
Kohtumine – Afspraak. Een geplande bijeenkomst met een specifieke persoon of groep.
Mul on homme hommikul kohtumine kliendiga.
Werkgerelateerde Apparatuur en Hulpmiddelen
Printer – Printer. Een apparaat dat tekst en afbeeldingen op papier afdrukt.
Meie printer on viimastel päevadel katki olnud.
Fail – Bestand. Een verzameling gegevens die als een eenheid wordt opgeslagen.
Palun saadke mulle see fail e-posti teel.
Kaust – Map. Een houder die wordt gebruikt voor het organiseren van documenten.
Kõik projekti dokumendid on ühes kaustas.
Dokument – Document. Een geschreven of gedrukt stuk informatie.
See dokument on väga oluline, hoidke seda turvaliselt.
Tabel – Tabel. Een gestructureerde rangschikking van gegevens in rijen en kolommen.
Palun täitke see tabel enne koosolekut.
Postkast – Postvak. Een ruimte waarin e-mails worden ontvangen en opgeslagen.
Minu postkast on täna hommikul täis.
Kalender – Kalender. Een systeem voor het organiseren van dagen, weken en maanden.
Vaadake oma kalendrit, et leida vaba aega kohtumiseks.
Communicatie op de Werkplek
Vastuvõtja – Ontvanger. De persoon die een bericht ontvangt.
Saatke sõnum vastuvõtjale nii kiiresti kui võimalik.
Teade – Bericht. Een stuk informatie dat van de ene persoon naar de andere wordt gestuurd.
Ma sain just teate meie kliendilt.
Kiri – Brief. Een geschreven boodschap, meestal verzonden per post.
Ta saatis mulle pika kirja oma plaanidest.
Telefonikõne – Telefoongesprek. Een verbale communicatie via de telefoon.
Mul on oluline telefonikõne kell 10.
Koosolek – Vergadering. Een bijeenkomst van mensen om zaken te bespreken.
Meil on homme hommikul koosolek.
Arutelu – Discussie. Een uitwisseling van meningen over een bepaald onderwerp.
Meil oli pikk arutelu projekti üle.
Tagasiside – Feedback. Informatie over hoe goed iemand iets doet, bedoeld om te helpen verbeteren.
Ta andis mulle väärtuslikku tagasisidet minu töö kohta.
Specifieke Banen en Industriële Termen
Insener – Ingenieur. Een professional die zich bezighoudt met de toepassing van wetenschappelijke en wiskundige principes om problemen op te lossen.
Ta töötab tarkvara insenerina suures ettevõttes.
Arhitekt – Architect. Een professional die gebouwen en andere structuren ontwerpt.
Meie uus maja on projekteeritud kuulsa arhitekti poolt.
Arst – Dokter. Een professional die medische zorg verleent.
Ta on väga kogenud arst ja töötab kohaliku haiglas.
Õpetaja – Leraar. Een persoon die lesgeeft, vooral in een school.
Minu vanaema oli õpetaja rohkem kui 40 aastat.
Advokaat – Advocaat. Een professional die juridisch advies geeft en cliënten vertegenwoordigt in juridische zaken.
Ta töötab advokaadina suures advokaadibüroos.
Ettevõtja – Ondernemer. Iemand die een bedrijf opricht en leidt.
Ta on edukas ettevõtja ja juhib mitut ettevõtet.
Turundus – Marketing. Het proces van het promoten en verkopen van producten of diensten.
Meie ettevõtte turundus strateegia on väga tõhus.
Tootmine – Productie. Het proces van het maken van goederen of het leveren van diensten.
Meie tehases toimub igapäevane tootmine.
Logistika – Logistiek. Het beheer van de stroom van goederen en diensten.
Efektiivne logistika on meie ettevõtte edu võti.
Door deze vocabulaire te leren en te oefenen, kun je je Estse taalvaardigheden aanzienlijk verbeteren, vooral in een professionele context. Het begrijpen van deze termen en hun gebruik in zinnen kan je helpen om zelfverzekerder te communiceren en je begrip van de taal te verdiepen. Vergeet niet regelmatig te oefenen en deze woorden in je dagelijkse gesprekken te integreren. Veel succes met je taalstudie!