Als je geïnteresseerd bent in het leren van de Welshe taal en je bent al gevorderd tot het B1-niveau, dan is het belangrijk om een solide basis van woordenschat te hebben. Dit artikel biedt een uitgebreide lijst van Welshe woorden die je moet kennen om effectief te communiceren op dit niveau. De woorden en uitdrukkingen die we zullen bespreken, zijn handig voor alledaagse gesprekken, reizen en het begrijpen van de cultuur. Laten we beginnen met enkele essentiële categorieën.
Basiswoorden en Uitdrukkingen
Basiswoorden en uitdrukkingen zijn cruciaal voor elke taal. Ze vormen het fundament van je communicatievaardigheden. Hier zijn enkele Welshe basiswoorden en uitdrukkingen die je moet kennen:
1. Helo – Hallo
2. Hwyl – Tot ziens
3. Diolch – Dank je
4. Os gwelwch yn dda – Alstublieft
5. Ie – Ja
6. Nage – Nee
7. Byddwch yn ofalus – Wees voorzichtig
Nuttige Zinnen voor Alledaagse Situaties
Wanneer je een nieuwe taal leert, is het handig om enkele nuttige zinnen te kennen voor alledaagse situaties. Hier zijn enkele zinnen die je kunt gebruiken:
1. Sut wyt ti? – Hoe gaat het met je?
2. Dw i’n dda, diolch. – Het gaat goed, dank je.
3. Ple mae’r orsaf drên? – Waar is het treinstation?
4. Dw i angen help. – Ik heb hulp nodig.
5. Faint ydy’r cloc? – Hoe laat is het?
6. Dw i eisiau mynd i… – Ik wil naar…
Relevante Woorden voor Reizen
Reizen is een van de beste manieren om een nieuwe taal te oefenen. Hier zijn enkele woorden en zinnen die je handig zult vinden tijdens je reizen in Wales:
1. Pasbort – Paspoort
2. Tocyn – Ticket
3. Awyren – Vliegtuig
4. Gorsaf – Station
5. Ffordd – Weg
6. Gwesty – Hotel
7. Bws – Bus
8. Trên – Trein
9. Tacsi – Taxi
10. Maes awyr – Luchthaven
Eten en Drinken
Het kennen van de juiste woorden voor eten en drinken is essentieel, vooral als je uit eten gaat of boodschappen doet. Hier zijn enkele belangrijke woorden en zinnen:
1. Bwyd – Eten
2. Diod – Drank
3. Bara – Brood
4. Gwin – Wijn
5. Cwrw – Bier
6. Te – Thee
7. Coffi – Koffie
8. Siwgr – Suiker
9. Llaeth – Melk
10. Hufen ia – IJs
Getallen en Tellen
Het kunnen tellen in een nieuwe taal is een basisvaardigheid die je vaak zult gebruiken. Hier zijn de getallen in het Welsh:
1. Un – Eén
2. Dau – Twee
3. Tri – Drie
4. Pedwar – Vier
5. Pump – Vijf
6. Chwech – Zes
7. Saith – Zeven
8. Wyth – Acht
9. Naw – Negen
10. Deng – Tien
Dagen van de Week en Maanden
Het kennen van de dagen van de week en de maanden is nuttig voor het maken van afspraken en het begrijpen van tijdsindelingen. Hier zijn de dagen van de week en de maanden in het Welsh:
Dagen van de Week
1. Dydd Llun – Maandag
2. Dydd Mawrth – Dinsdag
3. Dydd Mercher – Woensdag
4. Dydd Iau – Donderdag
5. Dydd Gwener – Vrijdag
6. Dydd Sadwrn – Zaterdag
7. Dydd Sul – Zondag
Maanden
1. Ionawr – Januari
2. Chwefror – Februari
3. Mawrth – Maart
4. Ebrill – April
5. Mai – Mei
6. Mehefin – Juni
7. Gorffennaf – Juli
8. Awst – Augustus
9. Medi – September
10. Hydref – Oktober
11. Tachwedd – November
12. Rhagfyr – December
Kleuren en Bijvoeglijke Naamwoorden
Het beschrijven van objecten en situaties is een belangrijke vaardigheid in elke taal. Hier zijn enkele kleuren en bijvoeglijke naamwoorden die je moet kennen:
Kleuren
1. Coch – Rood
2. Glas – Blauw
3. Gwyrdd – Groen
4. Melyn – Geel
5. Du – Zwart
6. Gwyn – Wit
7. Lliwgar – Kleurig
Bijvoeglijke Naamwoorden
1. Mawr – Groot
2. Bach – Klein
3. Hen – Oud
4. Iau – Jong
5. Cyflym – Snel
6. Araf – Langzaam
7. Hapus – Gelukkig
8. Trist – Verdrietig
Familie en Relaties
Het praten over familie en relaties is een veelvoorkomend gespreksonderwerp. Hier zijn enkele woorden die je handig zult vinden:
1. Teulu – Familie
2. Tad – Vader
3. Mam – Moeder
4. Brawd – Broer
5. Chwaer – Zus
6. Wncwl – Oom
7. Modryb – Tante
8. Nai – Neef
9. Nith – Nicht
10. Ffrind – Vriend
Werk en Beroepen
Het praten over werk en beroepen kan nuttig zijn, vooral als je in een ander land werkt of van plan bent om dat te doen. Hier zijn enkele woorden die je moet kennen:
1. Swydd – Baan
2. Cyflog – Salaris
3. Cyfweliad – Interview
4. Rheolwr – Manager
5. Athro – Leraar
6. Meddyg – Dokter
7. Cyfreithiwr – Advocaat
8. Peiriannydd – Ingenieur
9. Gweinydd – Ober
10. Gweithiwr – Werknemer
Vrije Tijd en Hobby’s
Vrije tijd en hobby’s zijn ook belangrijke gespreksonderwerpen. Hier zijn enkele woorden en zinnen die je kunt gebruiken:
1. Hobi – Hobby
2. Chwaraeon – Sporten
3. Darllen – Lezen
4. Canu – Zingen
5. Dawnsio – Dansen
6. Gwneud crefftau – Knutselen
7. Gwylio teledu – Televisie kijken
8. Ffotograffiaeth – Fotografie
9. Garddio – Tuinieren
10. Coginio – Koken
Gezondheid en Medische Noodgevallen
Het kennen van de juiste woorden en zinnen voor gezondheids- en medische noodsituaties kan zeer nuttig zijn. Hier zijn enkele belangrijke woorden en zinnen:
1. Meddyg – Dokter
2. Ysbyty – Ziekenhuis
3. Fferyllfa – Apotheek
4. Meddyginiaeth – Medicijn
5. Poen – Pijn
6. Salwch – Ziekte
7. Ffôn brys – Noodtelefoon
8. Ambiwlans – Ambulance
9. Allanfa dân – Nooduitgang
10. Helpwch fi! – Help me!
Vervoer en Navigatie
Het kennen van de juiste woorden voor vervoer en navigatie kan je helpen om je weg te vinden in een nieuw land. Hier zijn enkele woorden en zinnen die je moet kennen:
1. Cyfeiriad – Adres
2. Map – Kaart
3. Llwybr – Route
4. Ffordd – Weg
5. Arosfan bws – Bushalte
6. Gorsaf drên – Treinstation
7. Maes parcio – Parkeerplaats
8. Goleuadau traffig – Verkeerslichten
9. Rondabout – Rotonde
10. Rheilffordd – Spoorweg
Conclusie
Het leren van een nieuwe taal zoals Welsh kan een uitdagende maar ook zeer lonende ervaring zijn. Door je te concentreren op het leren van deze essentiële woorden en uitdrukkingen, zul je in staat zijn om effectief te communiceren en je taalvaardigheden te verbeteren. Vergeet niet om regelmatig te oefenen en jezelf onder te dompelen in de taal en cultuur van Wales. Veel succes met je taalreis!