Het weer beïnvloedt ons dagelijks leven op vele manieren, van onze kledingkeuze tot onze buitenshuisplannen. Voor taalleerders is het kennen van weergerelateerde woorden en uitdrukkingen in een andere taal essentieel om effectieve gesprekken te voeren. In dit artikel zullen we een reeks Hongaarse woorden en uitdrukkingen met betrekking tot het weer introduceren. Deze woorden zullen niet alleen je woordenschat uitbreiden, maar je ook helpen om beter te begrijpen hoe Hongaars gesproken en geschreven wordt.

Basiswoorden voor het weer

Időjárás – Dit betekent “het weer” in het Hongaars. Het is een algemeen woord dat wordt gebruikt om te praten over de huidige of verwachte weersomstandigheden.
Ma az időjárás napos és meleg lesz.

Hőmérséklet – Dit betekent “temperatuur”. Het woord wordt vaak gebruikt om te praten over hoe warm of koud het is.
A mai hőmérséklet 25 fok lesz.

Napsütés – Dit betekent “zonneschijn”. Het verwijst naar de zon die schijnt en vaak naar mooi weer.
A hétvégén sok napsütés várható.

Felhő – Dit betekent “wolk”. Wolken zijn een belangrijk onderdeel van het weer en kunnen verschillende vormen en maten hebben.
Az égen sok felhő van ma.

Csapadék – Dit betekent “neerslag”. Dit kan regen, sneeuw, hagel of andere vormen van water zijn die uit de lucht vallen.
A hét folyamán sok csapadék várható.

Soorten neerslag

Eső – Dit betekent “regen”. Regen is een veelvoorkomende vorm van neerslag.
Holnap eső lesz egész nap.

Hó – Dit betekent “sneeuw”. Sneeuw valt meestal in de winter en bedekt de grond met een witte laag.
A hegyekben már van hó.

Jégeső – Dit betekent “hagel”. Hagel bestaat uit kleine ijsklompjes die uit de lucht vallen.
Tegnap nagy jégeső volt a városban.

Havazás – Dit betekent “sneeuwval”. Het verwijst naar de gebeurtenis waarbij sneeuw uit de lucht valt.
A havazás egész éjjel tartott.

Zivatar – Dit betekent “onweer”. Onweer gaat vaak gepaard met donder en bliksem.
Ma este zivatar várható.

Weersomstandigheden

Köd – Dit betekent “mist”. Mist kan het zicht beperken en komt vaak voor in de ochtend.
Reggel vastag köd volt a városban.

Szél – Dit betekent “wind”. Wind kan zacht of sterk zijn en beïnvloedt vaak het weer.
Erős szél fúj ma.

Vihar – Dit betekent “storm”. Een storm gaat vaak gepaard met harde wind, regen en soms bliksem.
A vihar sok fát kidöntött.

Derült – Dit betekent “helder”. Het verwijst naar een lucht zonder wolken.
Ma este derült lesz az ég.

Felmelegedés – Dit betekent “opwarming”. Het verwijst naar een stijging van de temperatuur.
A hét második felében felmelegedés várható.

Seizoensgebonden woorden

Tavasz – Dit betekent “lente”. De lente is een seizoen waarin de natuur weer tot leven komt.
A tavasz a virágok ideje.

Nyár – Dit betekent “zomer”. De zomer is het warmste seizoen van het jaar.
A nyár forró és napos.

Ősz – Dit betekent “herfst”. De herfst is een seizoen waarin de bladeren van de bomen vallen.
Az ősz színes levelekkel teli.

Tél – Dit betekent “winter”. De winter is het koudste seizoen van het jaar.
A tél hideg és havas.

Weersvoorspellingen

Előrejelzés – Dit betekent “voorspelling”. Het wordt vaak gebruikt in de context van weersvoorspellingen.
A holnapi előrejelzés szerint esni fog.

Valószínű – Dit betekent “waarschijnlijk”. Dit woord wordt gebruikt om de waarschijnlijkheid van een weersgebeurtenis te beschrijven.
Ma este valószínű esni fog.

Változó – Dit betekent “wisselvallig”. Dit woord wordt gebruikt om weersomstandigheden te beschrijven die snel veranderen.
A mai időjárás változó lesz.

Száraz – Dit betekent “droog”. Dit woord wordt gebruikt om het weer te beschrijven zonder neerslag.
Az utóbbi hetekben száraz volt az idő.

Nedves – Dit betekent “vochtig”. Dit woord beschrijft weer met veel vocht in de lucht.
A nedves idő miatt nehéz a ruhák szárítása.

Weersgerelateerde activiteiten

Kirándulás – Dit betekent “uitstapje”. Het verwijst naar een activiteit die vaak afhankelijk is van goed weer.
A család holnap kirándulás tervez.

Napozás – Dit betekent “zonnen”. Het is een activiteit die je doet bij zonnig weer.
A tengerparton sokan napoznak.

Síelés – Dit betekent “skiën”. Dit is een populaire winteractiviteit.
A téli szünetben sokan mennek síelés.

Úszás – Dit betekent “zwemmen”. Zwemmen is een populaire activiteit in de zomer.
A forró napokon sokan mennek úszás.

Futás – Dit betekent “hardlopen”. Hardlopen kan worden gedaan in verschillende weersomstandigheden, maar is meestal prettiger bij mild weer.
Reggelente sokan mennek futás.

Weergerelateerde kleding

Kabát – Dit betekent “jas”. Een jas is een kledingstuk dat wordt gedragen om warm te blijven bij koud weer.
Ma reggel hideg volt, ezért felvettem a kabát.

Esőkabát – Dit betekent “regenjas”. Dit is een jas die speciaal is ontworpen om je droog te houden in de regen.
Az esőkabát mindig hasznos az esős napokon.

Kalap – Dit betekent “hoed”. Een hoed kan worden gedragen om je te beschermen tegen de zon of de kou.
Napos időben mindig viselek kalap.

Kesztyű – Dit betekent “handschoenen”. Handschoenen worden gedragen om je handen warm te houden bij koud weer.
Télen mindig felveszem a kesztyű.

Sál – Dit betekent “sjaal”. Een sjaal wordt om de nek gedragen om warmte te bieden bij koud weer.
A sál melegen tart a hideg napokon.

Door deze weergerelateerde Hongaarse woorden te leren, ben je beter voorbereid om gesprekken over het weer te voeren en begrijp je beter hoe Hongaarse sprekers het weer beschrijven. Weer is een alledaags onderwerp dat in veel gesprekken voorkomt, dus deze woorden zullen je helpen om vloeiender en zelfverzekerder te spreken. Vergeet niet om deze woorden in je dagelijks leven te oefenen, zodat je ze gemakkelijk kunt onthouden en gebruiken.