Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende, maar ook zeer lonende ervaring zijn. Een van de leukste aspecten van het leren van een nieuwe taal is het ontdekken van de unieke woorden en termen die elke cultuur rijk is. Vandaag gaan we ons richten op voedsel- en culinaire termen in het Litouws. Litouwen heeft een rijke culinaire traditie die beïnvloed is door zijn geschiedenis en ligging. Hieronder vind je enkele basiswoorden en termen die je zullen helpen om de Litouwse keuken beter te begrijpen.
Basisvoedselwoorden
Duona – Dit betekent “brood” in het Litouws. Brood is een basisvoedsel in veel culturen, en Litouwen is daarop geen uitzondering.
Man patinka valgyti šviežią duoną su sviestu.
Sviestas – Dit betekent “boter”. Boter wordt vaak gebruikt in de Litouwse keuken, zowel om te koken als om op brood te smeren.
Jis užtepė sviesto ant duonos.
Pienas – Dit betekent “melk”. Melk en zuivelproducten spelen een belangrijke rol in de Litouwse keuken.
Vaikai mėgsta gerti pieną prieš miegą.
Vanduo – Dit betekent “water”. Water is natuurlijk essentieel in elke keuken, zowel om te drinken als om mee te koken.
Man reikia stiklinės vandens.
Druska – Dit betekent “zout”. Zout is een cruciaal ingrediënt in bijna elk gerecht.
Prašau perduoti druską.
Cukrus – Dit betekent “suiker”. Suiker wordt vaak gebruikt in zowel zoete als hartige gerechten.
Ar gali įdėti cukraus į arbatą?
Groenten en Fruit
Obuolys – Dit betekent “appel”. Appels zijn een veelvoorkomende vrucht in Litouwen.
Aš valgau obuolį kiekvieną dieną.
Burokas – Dit betekent “biet”. Bieten zijn een populair ingrediënt in veel Litouwse gerechten.
Burokėlių sriuba yra mano mėgstamiausia.
Bulvė – Dit betekent “aardappel”. Aardappelen zijn een basisvoedsel in Litouwen en worden op veel verschillende manieren bereid.
Mes vakarienei valgėme bulvių košę.
Morka – Dit betekent “wortel”. Wortelen worden vaak gebruikt in soepen en stoofschotels.
Jis mėgsta šviežias morkas.
Svogūnas – Dit betekent “ui”. Uien zijn een basis ingrediënt in veel gerechten.
Aš pjaustiau svogūną ir verkiau.
Česnakas – Dit betekent “knoflook”. Knoflook wordt veel gebruikt in de Litouwse keuken voor extra smaak.
Česnakas suteikia patiekalams puikų skonį.
Vynuogė – Dit betekent “druif”. Druiven worden zowel vers gegeten als verwerkt tot wijn.
Mes valgėme saldžias vynuoges desertui.
Vlees en Vis
Kiauliena – Dit betekent “varkensvlees”. Varkensvlees is een veelgebruikt soort vlees in Litouwen.
Keptos kiaulienos gabalėlis buvo labai skanus.
Vištiena – Dit betekent “kip”. Kip is een ander veelgebruikt soort vlees.
Aš gaminau vištienos sriubą vakarienei.
Jautiena – Dit betekent “rundvlees”. Rundvlees wordt vaak gebruikt in stoofschotels en roasts.
Jis mėgsta valgyti jautienos kepsnį.
Žuvis – Dit betekent “vis”. Vis speelt een belangrijke rol in de Litouwse keuken, vooral vanwege de nabijheid van de Oostzee.
Mes vakarienei turėjome šviežios žuvies.
Dešra – Dit betekent “worst”. Worstjes zijn populair in Litouwen en komen in verschillende soorten en smaken.
Jis nusipirko rūkytos dešros iš turgaus.
Koken en Bereiden
Virti – Dit betekent “koken”. Koken is een basis kooktechniek die in veel recepten voorkomt.
Aš viriau bulves vakarienei.
Kepti – Dit betekent “bakken”. Bakken kan zowel in de oven als in een pan.
Jis kepė duoną orkaitėje.
Troškinti – Dit betekent “stoven”. Stoven is een langzame kooktechniek die vaak gebruikt wordt voor vlees en groenten.
Troškinau jautieną su morkomis ir svogūnais.
Maišyti – Dit betekent “roeren”. Roeren is een eenvoudige maar cruciale techniek in de keuken.
Ji maišė sriubą, kad ji nepridegtų.
Barstyti – Dit betekent “bestrooien”. Bestrooien wordt vaak gedaan met kruiden en specerijen.
Aš barstiau druską ant bulvių.
Tepti – Dit betekent “smeren”. Smeren kan betrekking hebben op boter op brood of een marinade op vlees.
Jis tepė sviestą ant duonos.
Kruiden en Specerijen
Pipirai – Dit betekent “peper”. Peper wordt gebruikt om gerechten pittiger te maken.
Jis pridėjo pipirų į sriubą.
Krapai – Dit betekent “dille”. Dille is een kruid dat veel gebruikt wordt in de Litouwse keuken, vooral in visgerechten.
Ji pridėjo šviežių krapų prie salotų.
Petražolės – Dit betekent “peterselie”. Peterselie wordt vaak gebruikt als garnering.
Petražolės suteikia sriubai puikų skonį.
Kmynai – Dit betekent “karwijzaad”. Karwijzaad wordt vaak gebruikt in brood en vleesgerechten.
Jis pridėjo kmynų prie duonos tešlos.
Česnako milteliai – Dit betekent “knoflookpoeder”. Knoflookpoeder is een handig alternatief voor verse knoflook.
Aš naudoju česnako miltelius padažui.
Dranken
Alus – Dit betekent “bier”. Bier is een populaire drank in Litouwen.
Mes gėrėme alų prie vakarienės.
Vynas – Dit betekent “wijn”. Wijn wordt vaak gedronken bij speciale gelegenheden.
Jie gėrė raudonąjį vyną.
Arbata – Dit betekent “thee”. Thee wordt vaak gedronken in Litouwen, vooral in de koude maanden.
Ji mėgsta gerti arbatą rytais.
Kava – Dit betekent “koffie”. Koffie is een populaire drank om de dag mee te beginnen.
Aš geriu kavą kiekvieną rytą.
Sultys – Dit betekent “sap”. Vruchtensappen zijn populair, vooral appelsap en sinaasappelsap.
Vaikai mėgsta gerti obuolių sultis.
Maaltijden en Eten
Pusryčiai – Dit betekent “ontbijt”. Ontbijt is de eerste maaltijd van de dag.
Aš valgau avižinę košę pusryčiams.
Pietūs – Dit betekent “lunch”. Lunch is meestal de hoofdmaaltijd van de dag in Litouwen.
Mes valgėme sriubą pietums.
Vakarienė – Dit betekent “diner”. Diner is de avondmaaltijd.
Vakarienei mes valgėme žuvį ir daržoves.
Užkandis – Dit betekent “tussendoortje”. Tussendoortjes zijn kleine hapjes tussen de hoofdmaaltijden door.
Aš valgiau obuolį kaip užkandį.
Desertas – Dit betekent “dessert”. Dessert is een zoet gerecht dat aan het einde van een maaltijd wordt geserveerd.
Mes valgėme ledus desertui.
Specifieke Gerechten
Šaltibarščiai – Dit is een traditionele Litouwse koude bietensoep, vaak geserveerd met gekookte aardappelen.
Šaltibarščiai yra populiarus vasaros patiekalas.
Žemaičių blynai – Dit zijn aardappelpannenkoeken gevuld met vlees of kaas.
Žemaičių blynai yra labai sotūs ir skanūs.
Kepta duona – Dit betekent “gegrild brood”. Dit is een populaire snack, vaak geserveerd met knoflook en kaas.
Baras siūlo keptą duoną su alumi.
Varškės sūrelis – Dit betekent “kwarktaart”. Dit is een zoete traktatie gemaakt van kwark en bedekt met chocolade.
Vaikai mėgsta varškės sūrelį kaip desertą.
Balandėliai – Dit zijn gevulde koolrolletjes, meestal gevuld met vlees en rijst.
Močiutė gamina puikius balandėlius.
Het leren van deze termen zal je niet alleen helpen bij het begrijpen van de Litouwse keuken, maar ook bij het communiceren met Litouwse sprekers over eten en drinken. Eten is een belangrijk onderdeel van elke cultuur en door deze woorden te leren, krijg je een dieper inzicht in de Litouwse manier van leven. Eet smakelijk! (Skanaus!)