Het is altijd goed om te beginnen met de basisbegroetingen en beleefdheidsuitdrukkingen. Deze zijn niet alleen nuttig in dagelijkse gesprekken, maar tonen ook respect naar de mensen met wie u spreekt.
– Xin chào – Hallo
– Chào buổi sáng – Goedemorgen
– Chào buổi trưa – Goedemiddag
– Chào buổi tối – Goedenavond
– Tạm biệt – Tot ziens
– Cảm ơn – Dank je
– Không có gì – Graag gedaan
Naast begroetingen is het ook belangrijk om enkele basisvragen te kennen:
– Bạn tên là gì? – Hoe heet je?
– Bạn đến từ đâu? – Waar kom je vandaan?
– Bạn có khỏe không? – Hoe gaat het met je?
Persoonlijke voornaamwoorden
Het begrijpen van persoonlijke voornaamwoorden is cruciaal bij het leren van elke taal. In het Vietnamees zijn voornaamwoorden gebaseerd op de relatie en leeftijd tussen de sprekers.
– Tôi – Ik
– Ban – Jij
– Anh – Jij (voor een mannelijke vriend of oudere broer)
– Chị – Jij (voor een vrouwelijke vriend of oudere zus)
– Ông – U (voor een oudere man)
– Bà – U (voor een oudere vrouw)
Getallen en hoeveelheden
Getallen zijn een ander essentieel onderdeel van de woordenschat die u moet beheersen. Hier zijn de basisgetallen van 1 tot 10 in het Vietnamees:
– Một – Eén
– Hai – Twee
– Ba – Drie
– Bốn – Vier
– Năm – Vijf
– Sáu – Zes
– Bảy – Zeven
– Tám – Acht
– Chín – Negen
– Mười – Tien
Naast de basisgetallen, is het ook handig om enkele woorden te kennen die betrekking hebben op hoeveelheden:
– Nhiều – Veel
– Ít – Weinig
– Không – Geen
Kleuren
Kleuren zijn een ander belangrijk aspect van de basiswoordenschat. Hier zijn enkele veelvoorkomende kleuren in het Vietnamees:
– Đỏ – Rood
– Vàng – Geel
– Xanh – Blauw
– Trắng – Wit
– Đen – Zwart
Dagen van de week en maanden
Het kennen van de dagen van de week en de maanden van het jaar is essentieel voor dagelijkse communicatie.
Dagen van de week
– Thứ hai – Maandag
– Thứ ba – Dinsdag
– Thứ tư – Woensdag
– Thứ năm – Donderdag
– Thứ sáu – Vrijdag
– Thứ bảy – Zaterdag
– Chủ nhật – Zondag
Maanden van het jaar
– Tháng một – Januari
– Tháng hai – Februari
– Tháng ba – Maart
– Tháng tư – April
– Tháng năm – Mei
– Tháng sáu – Juni
– Tháng bảy – Juli
– Tháng tám – Augustus
– Tháng chín – September
– Tháng mười – Oktober
– Tháng mười một – November
– Tháng mười hai – December
Voedsel en drinken
Vietnam heeft een rijke culinaire cultuur, en het kennen van enkele basisvoedsel- en drankwoorden kan zeer nuttig zijn.
– Cơm – Rijst
– Phở – Noedelsoep
– Bánh mì – Broodje
– Trà – Thee
– Cà phê – Koffie
– Nước – Water
Familie
Familie is een belangrijk aspect van het Vietnamese leven en cultuur. Hier zijn enkele woorden die betrekking hebben op familieleden:
– Cha / Bố – Vader
– Mẹ – Moeder
– Anh – Broer
– Chị – Zus
– Em – Jonger broertje of zusje
Vervoer
Het kennen van enkele basiswoorden voor vervoer kan ook handig zijn, vooral als u van plan bent om te reizen in Vietnam.
– Xe đạp – Fiets
– Xe máy – Motorfiets
– Xe hơi – Auto
– Xe buýt – Bus
– Tàu – Trein
Locaties en richtingen
Het is belangrijk om te weten hoe u de weg kunt vragen of iemand kunt helpen om de weg te vinden. Hier zijn enkele basiswoorden voor locaties en richtingen:
– Nhà – Huis
– Trường học – School
– Chợ – Markt
– Bệnh viện – Ziekenhuis
– Trái – Links
– Phải – Rechts
– Thẳng – Rechtdoor
Veelvoorkomende werkwoorden
Hier zijn enkele basiswerkwoorden die u vaak zult gebruiken in alledaagse gesprekken:
– Ăn – Eten
– Uống – Drinken
– Đi – Gaan
– Đến – Komen
– Làm – Doen/werken
– Ngủ – Slapen
– Nói – Spreken
Algemene uitdrukkingen
Tot slot zijn er enkele algemene uitdrukkingen die nuttig kunnen zijn in verschillende situaties:
– Xin lỗi – Sorry
– Giúp tôi với – Help me alsjeblieft
– Không hiểu – Ik begrijp het niet
– Có – Ja
– Không – Nee
Conclusie
Het leren van een nieuwe taal vergt tijd en toewijding, maar het beheersen van deze basiswoorden kan u een sterke start geven. Probeer deze woorden regelmatig te oefenen en in verschillende contexten te gebruiken. Naarmate u meer vertrouwd raakt met de taal, zult u merken dat uw zelfvertrouwen en vaardigheid in het Vietnamees snel zullen groeien. Veel succes met uw taalleerreis!