Univerzita – Universiteit. Dit is een instelling voor hoger onderwijs en onderzoek, die academische graden verleent in verschillende disciplines.
Studuji na Karlově univerzitě.
Fakulta – Faculteit. Dit verwijst naar een afdeling binnen een universiteit die zich bezighoudt met een specifieke academische discipline.
Studuji na filozofické fakultě.
Obor – Studierichting. Dit is het specifieke vakgebied of de discipline waarin een student zich specialiseert.
Můj obor je biologie.
Semestr – Semester. Dit is een halfjaarlijkse academische term waarin colleges en examens plaatsvinden.
Tento semestr je velmi náročný.
Kurz – Cursus. Dit is een reeks colleges of lessen over een specifiek onderwerp.
Navštěvuji kurz české literatury.
Beoordeling en examens
Zkouška – Examen. Dit is een test die de kennis of vaardigheden van een student beoordeelt.
Mám zkoušku z matematiky.
Test – Test. Dit is een kortere vorm van examen, vaak gebruikt voor tussentijdse evaluaties.
Píšu test z chemie.
Známka – Cijfer. Dit is de beoordeling die een student krijgt voor een examen of opdracht.
Dostal jsem dobrou známku.
Úspěšný – Geslaagd. Dit betekent dat een student een examen of cursus met succes heeft afgerond.
Byl jsem úspěšný v závěrečné zkoušce.
Neúspěšný – Niet geslaagd. Dit betekent dat een student niet heeft voldaan aan de vereisten van een examen of cursus.
Bohužel jsem byl neúspěšný.
Studieactiviteiten
Studovat – Studeren. Dit betekent het leren of bestuderen van een onderwerp.
Studuji každý večer.
Psát – Schrijven. Dit omvat het schrijven van essays, rapporten en andere academische documenten.
Musím psát esej na historii.
Číst – Lezen. Dit betekent het doorlezen van boeken, artikelen en andere teksten.
Čtu knihu o fyzice.
Přednáška – Lezing. Dit is een presentatie door een docent over een bepaald onderwerp.
Mám přednášku z filozofie.
Cvičení – Oefening. Dit is een praktische sessie waarin studenten opdrachten maken en vaardigheden oefenen.
Máme cvičení z matematiky.
Academisch personeel
Profesor – Professor. Dit is een hoogleraar die lesgeeft en onderzoek doet aan een universiteit.
Profesor Novák je odborník na biologii.
Docent – Docent. Dit is een leraar of instructeur aan een universiteit.
Docentka Malá učí chemii.
Asistent – Assistent. Dit is iemand die een professor of docent helpt bij hun werk.
Asistent mi pomohl s projektem.
Rektor – Rector. Dit is het hoofd van een universiteit.
Rektor univerzity pronesl projev.
Student – Student. Dit is iemand die ingeschreven is aan een universiteit en studeert voor een graad.
Jsem studentem Karlovy univerzity.
Onderzoeksactiviteiten
Výzkum – Onderzoek. Dit is het systematisch onderzoeken van een onderwerp om nieuwe kennis te verkrijgen.
Pracuji na výzkumu v oblasti biologie.
Projekt – Project. Dit is een uitgebreide taak of studie die vaak samenwerking vereist.
Náš projekt je o obnovitelných zdrojích energie.
Hypotéza – Hypothese. Dit is een veronderstelling die getest wordt door middel van onderzoek.
Naše hypotéza byla potvrzena.
Výsledky – Resultaten. Dit zijn de bevindingen of uitkomsten van een onderzoek.
Výsledky našeho výzkumu byly publikovány.
Publikace – Publicatie. Dit is een geschreven werk dat resultaten van onderzoek presenteert.
Moje publikace byla přijata do vědeckého časopisu.
Faciliteiten en middelen
Knihovna – Bibliotheek. Dit is een plaats waar boeken, tijdschriften en andere materialen beschikbaar zijn voor studie en onderzoek.
Trávím hodně času v knihovně.
Laboratoř – Laboratorium. Dit is een faciliteit uitgerust voor wetenschappelijk onderzoek en experimenten.
Provádíme experimenty v laboratoři.
Učebna – Klaslokaal. Dit is een ruimte waar lessen worden gegeven.
Naše učebna je v nové budově.
Kampus – Campus. Dit is het terrein van een universiteit, inclusief gebouwen en faciliteiten.
Kampus naší univerzity je velmi rozlehlý.
Kantýna – Kantine. Dit is een eetgelegenheid op de universiteit waar studenten maaltijden kunnen kopen.
Obědvám v kantýně každý den.
Studentenleven
Kolej – Studentenhuis. Dit is een woonruimte voor studenten op of nabij de universiteitscampus.
Bydlím na koleji.
Stipendium – Beurs. Dit is financiële steun voor studenten om hun studie te bekostigen.
Získal jsem stipendium na studium v zahraničí.
Spolubydlící – Kamergenoot. Dit is iemand met wie een student een kamer of appartement deelt.
Můj spolubydlící je z Německa.
Studentský klub – Studentenvereniging. Dit is een organisatie voor studenten met gemeenschappelijke interesses of doelen.
Jsem členem studentského klubu.
Akademický rok – Academisch jaar. Dit is de jaarlijkse periode waarin colleges en cursussen worden gegeven.
Akademický rok začíná v září.
Conclusie
Het beheersen van deze Tsjechische woordenschat zal je zeker helpen om je weg te vinden in de academische wereld van het hoger onderwijs. Of je nu colleges volgt, examens aflegt of onderzoek doet, het begrijpen en gebruiken van deze termen zal je ervaring verrijken en je succes bevorderen. Blijf oefenen en wees niet bang om deze woorden en uitdrukkingen in je dagelijkse academische interacties te gebruiken. Veel succes met je studie!