Basiswoorden
Laten we beginnen met enkele basiswoorden die je tegenkomt wanneer je met transport te maken hebt.
Auto – Dit betekent “auto” in het Nederlands. Het is een van de meest voorkomende vervoersmiddelen.
Es braucu ar savu auto.
Autobuss – Dit betekent “bus”. Bussen zijn een veelgebruikt openbaar vervoermiddel in steden.
Viņš gaida autobusu.
Vilciens – Dit betekent “trein”. Treinen worden vaak gebruikt voor langeafstandstransport.
Mēs braucam ar vilcienu uz Rīgu.
Lidmašīna – Dit betekent “vliegtuig”. Vliegtuigen worden gebruikt voor internationale en binnenlandse vluchten.
Es lidot ar lidmašīnu uz Londonu.
Openbaar Vervoer
Openbaar vervoer is een essentieel onderdeel van het stadsleven. Hier zijn enkele belangrijke woorden en uitdrukkingen die je moet kennen.
Biļete – Dit betekent “ticket”. Het is belangrijk om een ticket te kopen voordat je met het openbaar vervoer reist.
Lūdzu, vienu biļeti uz Rīgu.
Stacija – Dit betekent “station”. Dit kan een treinstation of busstation zijn.
Vilciens atiet no galvenās stacijas.
Maršruts – Dit betekent “route”. Het is nuttig om de route te kennen voordat je op reis gaat.
Šis maršruts iet caur pilsētu.
Pietura – Dit betekent “halte” of “stop”. Dit is waar de bus of tram stopt om passagiers op te halen of af te zetten.
Nākamā pietura ir Centrālā stacija.
Verkeer en Wegen
Wanneer je met een auto reist of zelfs als voetganger, is het belangrijk om vertrouwd te zijn met verkeersgerelateerde woorden.
Ceļš – Dit betekent “weg”. Wegen verbinden verschillende plaatsen met elkaar.
Šis ceļš ved uz jūru.
Krustojums – Dit betekent “kruispunt”. Kruispunten zijn plaatsen waar wegen elkaar kruisen.
Es gaidu pie krustojuma.
Gājējs – Dit betekent “voetganger”. Voetgangers zijn mensen die te voet reizen.
Gājējiem ir priekšroka.
Luksofors – Dit betekent “verkeerslicht”. Verkeerslichten regelen het verkeer op kruispunten.
Sarkanā gaisma luksoforā nozīmē apstāties.
Vervoer op Water
In Letland, met zijn vele rivieren en de Oostzeekust, is vervoer over water ook belangrijk.
Kuģis – Dit betekent “schip”. Schepen worden gebruikt voor vervoer over zee en rivieren.
Lielais kuģis atiet no ostas.
Osta – Dit betekent “haven”. Havens zijn plaatsen waar schepen aanmeren.
Rīgas osta ir liela un aizņemta.
Laiva – Dit betekent “boot”. Boten zijn kleiner dan schepen en worden vaak gebruikt voor kortere afstanden.
Mēs braucam ar laivu pa upi.
Prāmis – Dit betekent “veerboot”. Veerboten worden gebruikt om voertuigen en passagiers over water te vervoeren.
Prāmis atiet katru rītu.
Luchtvervoer
Voor langere afstanden of internationale reizen is luchtvervoer vaak de beste optie.
Lidosta – Dit betekent “luchthaven”. Luchthavens zijn plaatsen waar vliegtuigen opstijgen en landen.
Rīgas lidosta ir ļoti moderna.
Lidojums – Dit betekent “vlucht”. Vluchten worden gebruikt om snel grote afstanden af te leggen.
Mans lidojums izlidot rīt no rīta.
Bagāža – Dit betekent “bagage”. Bagage is de persoonlijke bezittingen die je meeneemt op reis.
Lūdzu, pārbaudiet savu bagāžu.
Biļešu kontrole – Dit betekent “ticketcontrole”. Ticketcontrole is een veiligheidsmaatregel om ervoor te zorgen dat alle passagiers een geldig ticket hebben.
Pirms iekāpšanas notiek biļešu kontrole.
Taxi en Ridesharing
Soms is het handiger om een taxi te nemen of gebruik te maken van ridesharing diensten.
Taksometrs – Dit betekent “taxi”. Taxi’s zijn handig voor kortere afstanden en wanneer je snel ergens moet zijn.
Es izsaucu taksometru uz mājām.
Vadītājs – Dit betekent “chauffeur”. Chauffeurs zijn de mensen die voertuigen besturen.
Taksometra vadītājs bija ļoti pieklājīgs.
Tarifs – Dit betekent “tarief”. Tarieven zijn de kosten die je betaalt voor de rit.
Taksometra tarifs Rīgā ir saprātīgs.
Pasūtījums – Dit betekent “bestelling”. Dit kan verwijzen naar het bestellen van een taxi of een andere dienst.
Es veicu pasūtījumu caur lietotni.
Veiligheid en Regels
Veiligheid is cruciaal in elk transportsysteem. Het kennen van enkele basiswoorden kan nuttig zijn.
Drošība – Dit betekent “veiligheid”. Veiligheid is belangrijk voor een soepele reis.
Drošība ir pirmajā vietā.
Noteikumi – Dit betekent “regels”. Regels helpen om het verkeer georganiseerd en veilig te houden.
Visiem jāievēro satiksmes noteikumi.
Ātrums – Dit betekent “snelheid”. Het is belangrijk om je aan de snelheidslimieten te houden.
Ātruma ierobežojums šeit ir 50 km/h.
Ceļu zīme – Dit betekent “verkeersbord”. Verkeersborden geven belangrijke informatie en waarschuwingen.
Ceļu zīmes ir jāievēro.
Reisplanning en Voorbereiding
Voor een succesvolle reis is het belangrijk om goed voorbereid te zijn.
Plāns – Dit betekent “plan”. Een reisplan helpt je om georganiseerd te blijven.
Man ir izveidots ceļojuma plāns.
Laiks – Dit betekent “tijd”. Tijd is essentieel om op schema te blijven tijdens het reizen.
Vilciens atiet noteiktajā laikā.
Maršruta karte – Dit betekent “routekaart”. Een routekaart helpt je om je weg te vinden.
Mums ir nepieciešama maršruta karte.
Informācija – Dit betekent “informatie”. Informatiebalies kunnen je helpen met reisdetails.
Lūdzu, kur ir informācijas centrs?
Het beheersen van deze basiswoordenschat zal je zeker helpen om je gemakkelijker door Letland te verplaatsen. Of je nu met het openbaar vervoer reist, een taxi neemt of een vlucht boekt, deze woorden en uitdrukkingen zijn essentieel. Veel succes met je reis en taalstudie!