Tijdgerelateerde zinnen en woordenschat in het Kazachs

Het Kazachs is een fascinerende taal met een rijke geschiedenis en cultuur. Voor Nederlanders die Kazachs willen leren, kan het begrijpen van tijdgerelateerde zinnen en woordenschat een belangrijke stap zijn. In dit artikel zullen we enkele essentiƫle tijdgerelateerde termen en zinnen in het Kazachs bespreken. We zullen voorbeelden geven en uitleggen hoe je deze woorden en zinnen in verschillende contexten kunt gebruiken.

Basis Woordenschat

Š”Š°Ņ“Š°Ń‚ (sagat) – Uur
Dit woord wordt gebruikt om het tijdstip van de dag aan te geven.
ŠœŠµŠ½Ń–Ņ£ сŠ°Ņ“Š°Ń‚Ń‹Š¼ сŠµŠ³Ń–Š·Š“Šµ тŅ±Ń€Š°Š“ы.

ŠœŠøŠ½ŃƒŃ‚ (minut) – Minuut
Dit woord wordt gebruikt om minuten aan te geven.
Š‘ŠµŃ Š¼ŠøŠ½ŃƒŃ‚ Ó©Ń‚ŠŗŠµŠ½ сŠ¾Ņ£ ŠŗŠµŠ·Š“ŠµŃŠµŠ¼Ń–Š·.

Š”ŠµŠŗуŠ½Š“ (sekund) – Seconde
Dit woord wordt gebruikt om seconden aan te geven.
ŠžŠ» Š±Ń–Ń€Š½ŠµŃˆŠµ сŠµŠŗуŠ½Š“ ŠŗŅÆтті.

ŠšŅÆŠ½ (kĆ¼n) – Dag
Dit woord wordt gebruikt om de dagen van de week of een specifieke dag aan te geven.
Š‘ŅÆŠ³Ń–Š½ Ņ›Š°Š½Š“Š°Š¹ ŠŗŅÆŠ½?

ŠŠæтŠ° (apta) – Week
Dit woord wordt gebruikt om weken aan te geven.
Š‘Ń–Ń€ Š°ŠæтŠ°Š“Š°Š½ ŠŗŠµŠ¹Ń–Š½ Š“ŠµŠ¼Š°Š»Ń‹Ń Š±Š°ŃŃ‚Š°Š»Š°Š“ы.

ŠŠ¹ (ay) – Maand
Dit woord wordt gebruikt om maanden aan te geven.
ŠšŠµŠ»ŠµŃŃ– Š°Š¹Š“Š° Š¼ŠµŠ½Ń–Ņ£ туŅ“Š°Š½ ŠŗŅÆŠ½Ń–Š¼ Š±Š¾Š»Š°Š“ы.

Š–Ń‹Š» (zhyl) – Jaar
Dit woord wordt gebruikt om jaren aan te geven.
Š‘Ņ±Š» Š¶Ń‹Š» Ó©Ń‚Šµ тŠµŠ· Ó©Ń‚Ń‚Ń–.

Tijdgerelateerde Zinnen

ŅšŠ°Š·Ń–Ń€ сŠ°Ņ“Š°Ń‚ Š½ŠµŃˆŠµ? (Qazir sagat neshe?) – Hoe laat is het nu?
Deze zin gebruik je om naar de huidige tijd te vragen.
ŅšŠ°Š·Ń–Ń€ сŠ°Ņ“Š°Ń‚ Š¾Š½ ŠµŠŗі.

Š”іŠ· Ņ›Š°Š½ŃˆŠ° уŠ°Ņ›Ń‹Ń‚ Š±Š¾Š»Š“ыŅ£Ń‹Š·? (Siz qanşa uaqyt boldyƱyz?) – Hoe lang bent u gebleven?
Deze zin gebruik je om te vragen hoe lang iemand ergens is geweest.
ŠœŠµŠ½ Š¼Ņ±Š½Š“Š° ŠµŠŗі сŠ°Ņ“Š°Ń‚ Š±Š¾Š»Š“ыŠ¼.

ŠšŠµŃˆŠµ (keshe) – Gisteren
Dit woord gebruik je om naar de vorige dag te verwijzen.
ŠšŠµŃˆŠµ Š±Ń–Š· ŠŗŠøŠ½Š¾Ņ“Š° Š±Š°Ń€Š“ыŅ›.

Š‘ŅÆŠ³Ń–Š½ (bĆ¼gin) – Vandaag
Dit woord gebruik je om naar de huidige dag te verwijzen.
Š‘ŅÆŠ³Ń–Š½ Š¼ŠµŠ½Ń–Ņ£ ŠŗŅÆŠ½Ń–Š¼ Š±Š¾Ń ŠµŠ¼ŠµŃ.

Š•Ń€Ń‚ŠµŅ£ (erteƱ) – Morgen
Dit woord gebruik je om naar de volgende dag te verwijzen.
Š•Ń€Ń‚ŠµŅ£ Š±Ń–Š· сŠ°ŃŃ…Š°Ń‚Ņ›Š° шыŅ“Š°Š¼Ń‹Š·.

Š¢Š°Ņ£ŠµŃ€Ń‚ŠµŅ£ (tƤƱerteƱ) – Ochtend
Dit woord gebruik je om naar de vroege uren van de dag te verwijzen.
ŠœŠµŠ½ тŠ°Ņ£ŠµŃ€Ń‚ŠµŅ£ Š¶ŅÆŠ³Ń–Ń€ŠµŠ¼Ń–Š½.

Š¢ŅÆстŠµ (tĆ¼ste) – Middag
Dit woord gebruik je om naar het midden van de dag te verwijzen.
Š¢ŅÆстŠµ Š±Ń–Š· Š±Ń–Ń€Š³Šµ тŅÆсŠŗі Š°Ń ішŠµŠ¼Ń–Š·.

ŠšŠµŃˆŠŗŠµ (keske) – Avond
Dit woord gebruik je om naar de latere uren van de dag te verwijzen.
Š‘Ń–Š· ŠŗŠµŃˆŠŗŠµ ŠŗŠøŠ½Š¾ ŠŗÓ©Ń€ŠµŠ¼Ń–Š·.

Š¢ŅÆŠ½Š“Šµ (tĆ¼nde) – Nacht
Dit woord gebruik je om naar de nachtelijke uren te verwijzen.
ŠœŠµŠ½ тŅÆŠ½Š“Šµ ŠŗітŠ°Šæ Š¾Ņ›ŃƒŠ“ы Ņ±Š½Š°Ń‚Š°Š¼Ń‹Š½.

Veelgebruikte Tijdgerelateerde Werkwoorden

Š‘Š°ŃŃ‚Š°Ńƒ (bastau) – Beginnen
Dit werkwoord gebruik je om aan te geven dat iets begint.
Š”Š°Š±Š°Ņ› сŠµŠ³Ń–Š·Š“Šµ Š±Š°ŃŃ‚Š°Š»Š°Š“ы.

ŠŃŅ›Ń‚Š°Ńƒ (ayaqtau) – Eindigen
Dit werkwoord gebruik je om aan te geven dat iets eindigt.
Š–Ņ±Š¼Ń‹Ń Š°Š»Ń‚Ń‹Š“Š° Š°ŃŅ›Ń‚Š°Š»Š°Š“ы.

ŠšŅÆту (kĆ¼tĆ¼) – Wachten
Dit werkwoord gebruik je om aan te geven dat iemand wacht.
ŠœŠµŠ½ сŠµŠ½Ń– сŠ°Ņ“Š°Ń‚ ŅÆштŠµ ŠŗŅÆтŠµŠ¼Ń–Š½.

Š–Š¾ŃŠæŠ°Ń€Š»Š°Ńƒ (zhosparlau) – Plannen
Dit werkwoord gebruik je om aan te geven dat iemand iets plant.
Š‘Ń–Š· Š“ŠµŠ¼Š°Š»Ń‹ŃŃ‚Ń‹ Š¶Š¾ŃŠæŠ°Ń€Š»Š°Šæ Š¾Ń‚Ń‹Ń€Š¼Ń‹Š·.

Complexere Zinnen en Constructies

ŠœŠµŠ½Ń–Ņ£ Š¾Š¹Ń‹Š¼ŃˆŠ°, Š±ŅÆŠ³Ń–Š½ ŠŗŠµŃˆ Š±Š¾Š»Š°Š“ы. (MenıƱ oıymşa, bĆ¼gin kesh bolady.) – Ik denk dat het vandaag laat wordt.
Deze zin gebruik je om je mening te geven over de tijd.

ŠœŠµŠ½Ń–Ņ£ сŠ°Ņ“Š°Ń‚Ń‹Š¼ Š“Ņ±Ń€Ń‹Ń Š¶Ņ±Š¼Ń‹Ń істŠµŠ¼ŠµŠ¹Š“і. (MenıƱ sagatım durys zhumıs istemeıdi.) – Mijn horloge werkt niet goed.
Deze zin gebruik je om aan te geven dat er iets mis is met je horloge.

Š”іŠ· сŠ°Ņ“Š°Ń‚ Ņ›Š°Š½ŃˆŠ° Š±Š¾Š»Ņ“Š°Š½Ń‹Š½ Š±Ń–Š»ŠµŃŃ–Š· Š±Šµ? (Siz sagat qanşa bolğanın bilesız be?) – Weet u hoe laat het is?
Deze zin gebruik je om iemand beleefd naar de tijd te vragen.

Š‘Ń–Š· ŠŗŠµŠ»ŠµŃŃ– Š°ŠæтŠ°Š“Š° ŠŗŠµŠ·Š“ŠµŃŠµŠ¼Ń–Š·. (Biz kelesi aptada kezdesemız.) – We zien elkaar volgende week.
Deze zin gebruik je om een afspraak in de nabije toekomst te maken.

ŠœŠµŠ½Ń–Ņ£ туŅ“Š°Š½ ŠŗŅÆŠ½Ń–Š¼ Š¼Š°Š¼Ń‹Ń€Š“Š°. (MenıƱ tuğan kĆ¼nım mamırda.) – Mijn verjaardag is in mei.
Deze zin gebruik je om aan te geven wanneer je verjaardag is.

Seizoenen en Jaren

ŠšÓ©ŠŗтŠµŠ¼ (kƶktem) – Lente
Dit woord gebruik je om het seizoen lente aan te geven.
ŠšÓ©ŠŗтŠµŠ¼Š“Šµ Š³ŅÆŠ»Š“ŠµŃ€ Š³ŅÆŠ»Š“ŠµŠ¹Š“і.

Š–Š°Š· (zhaz) – Zomer
Dit woord gebruik je om het seizoen zomer aan te geven.
Š–Š°Š·Š“Š° Š°ŃƒŠ° рŠ°Š¹Ń‹ Ó©Ń‚Šµ ыстыŅ› Š±Š¾Š»Š°Š“ы.

ŠšŅÆŠ· (kĆ¼z) – Herfst
Dit woord gebruik je om het seizoen herfst aan te geven.
ŠšŅÆŠ·Š“Šµ Š¶Š°ŠæырŠ°Ņ›Ń‚Š°Ń€ тŅÆсŠµŠ“і.

ŅšŃ‹Ń (qys) – Winter
Dit woord gebruik je om het seizoen winter aan te geven.
ŅšŃ‹ŃŃ‚Š° Ņ›Š°Ń€ Š¶Š°ŃƒŠ°Š“ы.

Š–Ń‹Š»Š“Š°Ń€ (zhyldar) – Jaren
Dit woord gebruik je om over meerdere jaren te praten.
Š”Š¾Ņ£Ņ“Ń‹ Š¶Ń‹Š»Š“Š°Ń€Š“Š° ŠŗÓ©Šæ Ó©Š·Š³ŠµŃ€Ń–стŠµŃ€ Š±Š¾Š»Š“ы.

Š•ŃŠŗі Š¶Ń‹Š» (eski zhyl) – Oud jaar
Dit woord gebruik je om naar het vorige jaar te verwijzen.
Š•ŃŠŗі Š¶Ń‹Š» Š±Ń–Š·Š³Šµ ŠŗÓ©Šæ Ņ›ŃƒŠ°Š½Ń‹Ńˆ әŠŗŠµŠ»Š“і.

Š–Š°Ņ£Š° Š¶Ń‹Š» (zhana zhyl) – Nieuw jaar
Dit woord gebruik je om naar het nieuwe jaar te verwijzen.
Š–Š°Ņ£Š° Š¶Ń‹Š»Š“Š° Š¶Š°Ņ£Š° Š¼Š°Ņ›ŃŠ°Ń‚Ń‚Š°Ń€ Ņ›Š¾ŃŠ¼Ń‹Š·.

Conclusie

Het leren van tijdgerelateerde zinnen en woordenschat in het Kazachs kan uitdagend maar ook zeer lonend zijn. Door de basiswoordenschat en zinnen te leren, kun je beginnen met het voeren van eenvoudige gesprekken en je begrip van de taal verdiepen. Oefen regelmatig en probeer deze woorden en zinnen in je dagelijkse gesprekken te gebruiken om ze beter te onthouden. Veel succes met je studie van het Kazachs!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller