De Catalaanse taal is rijk en gevarieerd, en het leren van stedelijke en grootstedelijke termen kan enorm nuttig zijn voor iedereen die in een stad in Catalonië woont of van plan is te bezoeken. Dit artikel zal enkele van de meest voorkomende woorden en uitdrukkingen behandelen die je tegenkomt in stedelijke omgevingen in het Catalaans.
Vervoer en infrastructuur
Metro – Metro
De ondergrondse spoorweg die door de stad loopt. Een essentieel vervoermiddel in veel steden.
“Vaig agafar el metro per anar a la feina.”
Autobús – Bus
Een openbaar vervoermiddel dat mensen door de stad vervoert.
“L’autobús arriba cada quinze minuts.”
Parada – Halte
Een plek waar je kunt wachten om op een bus, tram of metro te stappen.
“Ens veiem a la parada de l’autobús.”
Carretera – Weg
Een weg die vaak wordt gebruikt voor verkeer in en uit de stad.
“La carretera estava plena de cotxes aquest matí.”
Semàfor – Verkeerslicht
Een apparaat dat het verkeer regelt met rood, geel en groen licht.
“Esperem que el semàfor es posi verd.”
Winkelen en diensten
Botiga – Winkel
Een plaats waar je goederen kunt kopen.
“Vaig anar a la botiga a comprar pa.”
Supermercat – Supermarkt
Een grote winkel waar je eten en andere huishoudelijke artikelen kunt kopen.
“He de comprar llet i ous al supermercat.”
Farmàcia – Apotheek
Een winkel waar je medicijnen kunt kopen.
“Necessito anar a la farmàcia a comprar una medicina.”
Mercat – Markt
Een plaats waar je verse producten kunt kopen, vaak in de open lucht.
“El mercat de diumenge és molt popular.”
Correus – Postkantoor
Een plaats waar je post kunt versturen en ontvangen.
“He d’anar a Correus per enviar un paquet.”
Eten en drinken
Restaurant – Restaurant
Een plek waar je kunt gaan zitten en een maaltijd kunt eten.
“Vam sopar en un restaurant italià.”
Cafeteria – Koffiehuis
Een plek waar je koffie en lichte maaltijden kunt krijgen.
“Ens trobem a la cafeteria per esmorzar?”
Bar – Bar
Een plek waar je drankjes kunt kopen en consumeren, vaak met een ontspannen sfeer.
“Quedem al bar després de la feina.”
Menjar per emportar – Afhaalmaaltijd
Eten dat je kunt kopen en meenemen om elders te eten.
“Avui sopem menjar per emportar.”
Terrassa – Terras
Een buitenruimte bij een café of restaurant waar je kunt zitten en genieten van je eten of drinken.
“Ens vam asseure a la terrassa a prendre un cafè.”
Wonen en faciliteiten
Pis – Appartement
Een wooneenheid in een groter gebouw.
“Viuen en un pis al centre de la ciutat.”
Casa – Huis
Een zelfstandige woning, meestal groter dan een appartement.
“La seva casa té un jardí molt bonic.”
Edifici – Gebouw
Een structuur met muren en een dak, zoals een woning of kantoor.
“El edifici és molt antic.”
Ascensor – Lift
Een apparaat dat mensen en goederen tussen de verdiepingen van een gebouw verplaatst.
“Agafem l’ascensor fins al cinquè pis.”
Escala – Trap
Een reeks treden die je van de ene verdieping naar de andere brengen.
“Puja per l’escala fins al segon pis.”
Vrije tijd en recreatie
Parc – Park
Een openbare groene ruimte waar mensen kunnen wandelen, sporten, of ontspannen.
“Anem al parc a jugar a futbol.”
Cinema – Bioscoop
Een plaats waar films worden vertoond.
“Vam veure una pel·lícula al cinema ahir.”
Museu – Museum
Een instituut dat kunst, wetenschap, of andere voorwerpen van cultureel belang tentoonstelt.
“El museu d’art modern és molt interessant.”
Biblioteca – Bibliotheek
Een plaats waar je boeken kunt lenen en lezen.
“Vaig a la biblioteca a estudiar.”
Gimnàs – Sportschool
Een plaats met apparaten en ruimte voor fysieke training.
“Vaig al gimnàs tres cops per setmana.”
Gemeenschap en cultuur
Ajuntament – Gemeentehuis
Het administratieve centrum van een stad of dorp.
“He d’anar a l’Ajuntament per renovar el meu passaport.”
Escola – School
Een plaats waar kinderen en jongeren onderwijs krijgen.
“Els nens van a l’escola cada dia.”
Universitat – Universiteit
Een instelling voor hoger onderwijs en onderzoek.
“Estudia a la universitat de Barcelona.”
Església – Kerk
Een gebouw waar christelijke religieuze diensten worden gehouden.
“La església del barri és molt antiga.”
Comerç – Handel
De activiteit van het kopen en verkopen van goederen en diensten.
“El comerç local és molt important per a l’economia.”
Openbare diensten en veiligheid
Policia – Politie
De organisatie die verantwoordelijk is voor de handhaving van de wet en orde.
“La policia patrulla els carrers de nit.”
Hospital – Ziekenhuis
Een instelling waar mensen medische zorg ontvangen.
“Vaig anar a l’hospital per una revisió mèdica.”
Bombers – Brandweer
De dienst die branden blust en hulp verleent bij noodsituaties.
“Els bombers van arribar ràpidament per apagar el foc.”
Ambulància – Ambulance
Een voertuig dat wordt gebruikt om zieke of gewonde mensen naar het ziekenhuis te vervoeren.
“L’ambulància va arribar en pocs minuts.”
Serveis públics – Openbare diensten
Diensten zoals water, elektriciteit, en afvalbeheer die door de overheid worden geleverd.
“Els serveis públics són essencials per al bon funcionament de la ciutat.”
Door deze woorden en hun betekenissen te leren, kun je je beter oriënteren in een stedelijke omgeving in Catalonië. Veel succes met je studie van het Catalaans en geniet van je tijd in de stad!