Sport is een belangrijk onderdeel van veel samenlevingen en culturen, en Estland is daarop geen uitzondering. Of je nu een fanatieke sporter bent of gewoon van sport houdt, het begrijpen van sportgerelateerde woordenschat in het Ests kan je helpen om beter te communiceren en je kennis van de taal te verdiepen. In dit artikel zullen we enkele essentiële sporttermen in het Ests behandelen, compleet met definities en voorbeeldzinnen.
Algemene sporttermen
sport – Sport is een fysieke activiteit die vaak in competitieverband wordt beoefend en gericht is op verbetering van lichamelijke vaardigheden en gezondheid.
Ma armastan sporti, eriti jalgpalli.
võistlus – Een wedstrijd of competitie waarin deelnemers strijden om de beste te zijn in een bepaalde sport.
Järgmisel nädalal toimub suur võistlus.
treening – Training of oefening om de fysieke conditie en vaardigheid in een sport te verbeteren.
Mul on iga päev treening jõusaalis.
mäng – Een spel of wedstrijd, vaak met regels en doelen, waarin teams of individuen tegen elkaar spelen.
Jalgpallimäng algab kell seitse.
meeskond – Een team van spelers die samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken in een sportwedstrijd.
Meie meeskond võitis eelmisel nädalal tiitli.
treener – Een coach of trainer die verantwoordelijk is voor het begeleiden en trainen van sporters.
Meie treener on väga kogenud ja tark.
mängija – Een speler die deelneemt aan een sportwedstrijd.
Ta on väga andekas jalgpallimängija.
Specifieke sporten
Voetbal
jalgpall – Voetbal, een populaire teamsport waarbij een bal met de voeten wordt voortbewogen om doelpunten te scoren.
Jalgpall on Eestis väga populaarne spordiala.
väravavaht – De doelman, de speler die verantwoordelijk is voor het verdedigen van het doel.
Meie väravavaht tegi suurepäraseid tõrjeid.
kaitsja – Een verdediger, een speler die helpt om het doel te beschermen tegen aanvallen.
Kaitsja peatas vastase rünnaku.
ründaja – Een aanvaller, een speler die probeert doelpunten te scoren.
Ründaja lõi mängu ainukese värava.
karistuslöök – Een vrije trap die wordt toegekend na een overtreding.
Meeskond sai karistuslöögi ja lõi värava.
Basketbal
korvpall – Basketbal, een sport waarbij twee teams proberen punten te scoren door een bal door een ring te gooien.
Korvpall on väga kiire ja dünaamiline mäng.
viskamine – Het gooien van de bal, vaak met het doel om te scoren.
Tema viskamine on alati täpne.
korv – De ring en het net waar spelers proberen de bal doorheen te gooien om te scoren.
Ta viskas palli läbi korvi ja sai kaks punkti.
pallikontroll – Ball handling, de vaardigheid om de bal effectief te dribbelen en te passen.
Pallikontroll on korvpallis väga oluline.
kaitse – Verdediging, de acties die een team onderneemt om de tegenstander te verhinderen te scoren.
Meie meeskonna kaitse on väga tugev.
Tennis
tennis – Tennis, een sport waarbij spelers met rackets een bal over een net slaan.
Tennis on väga populaarne suvine spordiala.
serv – De opslag, het begin van een punt waarbij de bal in het spel wordt gebracht.
Tema serv on väga võimas.
reket – Een racket, het slagwerktuig dat wordt gebruikt om de bal te slaan.
Ma ostsin uue reketi, et paremini mängida.
tiebreak – Een beslissende game die wordt gespeeld om een set te winnen als de stand gelijk is.
Tiebreak otsustas mängu võitja.
võrgumäng – Netplay, het spel dichtbij het net waarbij spelers proberen punten te scoren met korte slagen.
Tema võrgumäng on väga osav.
Atletiek
kergejõustik – Atletiek, een verzameling van sportevenementen zoals hardlopen, springen en werpen.
Kergejõustikuvõistlused toimuvad staadionil.
jooks – Hardlopen, een van de meest voorkomende atletiekevenementen.
Ta osaleb 100 meetri jooksus.
kaugushüpe – Verspringen, een evenement waarbij atleten proberen zo ver mogelijk te springen.
Tema kaugushüpe oli väga muljetavaldav.
kõrgushüpe – Hoogspringen, een evenement waarbij atleten proberen zo hoog mogelijk te springen.
Kõrgushüppes püstitas ta uue rekordi.
odaheide – Speerwerpen, een evenement waarbij een speer zo ver mogelijk wordt geworpen.
Odaheide on üks vanemaid kergejõustikualasid.
Wintersporten
suusatamine – Skiën, een wintersport waarbij men over sneeuw glijdt met behulp van ski’s.
Suusatamine on Eestis väga populaarne talispordiala.
lumelaud – Snowboarden, een wintersport waarbij men op een snowboard over sneeuw glijdt.
Lumelaud on väga põnev ja adrenaliinirohke spordiala.
uisutamine – Schaatsen, een wintersport waarbij men op ijs glijdt met behulp van schaatsen.
Uisutamine on talvel populaarne tegevus.
bobisõit – Bobsleeën, een wintersport waarbij teams in een slee door een ijsbaan racen.
Bobisõit nõuab suurt kiirust ja täpsust.
suusahüpped – Schansspringen, een wintersport waarbij deelnemers van een schans springen en proberen zo ver mogelijk te landen.
Suusahüpped on väga vaatemänguline spordiala.
Waterporten
ujumine – Zwemmen, een sport waarbij men zich door het water voortbeweegt.
Ujumine on suurepärane kogu keha treening.
purjetamine – Zeilen, een sport waarbij men een boot met behulp van zeilen voortbeweegt.
Purjetamine nõuab head tuule ja vee tundmist.
sukeldumine – Duiken, een sport waarbij men onder water zwemt met behulp van duikapparatuur.
Sukeldumine on suurepärane viis mereelu avastamiseks.
veepall – Waterpolo, een teamsport waarbij spelers in het water proberen doelpunten te scoren.
Veepall nõuab suurt vastupidavust ja oskusi.
lainelauasõit – Surfen, een sport waarbij men op een plank op de golven rijdt.
Lainelauasõit on väga populaarne suvine spordiala.
Uitdrukkingen en idioom
Naast specifieke woorden zijn er ook een aantal uitdrukkingen en idiomen die vaak worden gebruikt in de context van sport. Hier zijn er een paar die je misschien nuttig vindt:
anda endast parim – Je best doen, alles geven wat je hebt in een inspanning of wedstrijd.
Igas mängus peame andma endast parim.
võitma kuldmedali – Een gouden medaille winnen, de eerste plaats behalen in een competitie.
Ta võitis olümpiamängudel kuldmedali.
olla tippvormis – In topvorm zijn, fysiek op je best zijn.
Sportlane on tippvormis enne võistlust.
nagu kala vees – Als een vis in het water, zich heel comfortabel voelen in een bepaalde situatie.
Ta tunneb end korvpalliväljakul nagu kala vees.
anda viimast – Tot het uiterste gaan, al je energie en inspanning in iets steken.
Maratonijooksja andis viimast, et võita.
Conclusie
Het leren van sportgerelateerde woordenschat in het Ests kan je niet alleen helpen om de taal beter te begrijpen, maar je ook in staat stellen om deel te nemen aan gesprekken over sport en actief te zijn in sportgemeenschappen. Of je nu naar een wedstrijd kijkt, zelf sport beoefent of gewoon met vrienden praat over je favoriete teams, deze woorden en uitdrukkingen zullen je zeker van pas komen. Veel succes met je taalstudie en geniet van de sport!