Sport en atletiek Deense woordenschat

Bij het leren van een nieuwe taal, zoals Deens, kan het nuttig zijn om specifieke woordenschat te leren die verband houdt met je interesses. Sport en atletiek zijn universele activiteiten die mensen over de hele wereld genieten, en het beheersen van gerelateerde woordenschat kan je helpen om gesprekken te voeren en je begrip van Deense cultuur te verdiepen. In dit artikel zullen we een reeks Deense woorden en uitdrukkingen verkennen die verband houden met sport en atletiek, samen met hun Nederlandse uitleg en voorbeeldzinnen.

Algemene Sporttermen

Sport – Dit woord betekent “sport” in het Nederlands. Het verwijst naar elke georganiseerde fysieke activiteit.

Sport er en vigtig del af mange menneskers liv.

Atletik – Dit woord betekent “atletiek” in het Nederlands. Het verwijst naar sporten zoals hardlopen, springen en werpen.

Atletik er populært blandt både unge og gamle.

Træning – Dit woord betekent “training” in het Nederlands. Het verwijst naar de oefening die sporters doen om beter te worden in hun sport.

Daglig træning er vigtig for at opnå gode resultater.

Konkurrence – Dit woord betekent “wedstrijd” in het Nederlands. Het verwijst naar een evenement waar sporters tegen elkaar strijden.

Hun deltog i en stor konkurrence sidste weekend.

Teamsporten

Fodbold – Dit woord betekent “voetbal” in het Nederlands. Het is een van de meest populaire sporten ter wereld.

Fodbold er Danmarks national sport.

HÃ¥ndbold – Dit woord betekent “handbal” in het Nederlands. Het is een teamsport waarbij spelers de bal met hun handen spelen.

Danmark har et stærkt håndboldlandshold.

Basketball – Dit woord betekent “basketbal” in het Nederlands. Het is een sport waarbij twee teams proberen een bal door de ring van de tegenstander te gooien.

De elsker at spille basketball efter skole.

Volleyball – Dit woord betekent “volleybal” in het Nederlands. Het is een sport waarbij twee teams een bal over een net slaan.

Volleyball er sjovt at spille på stranden.

Individuele Sporten

Løb – Dit woord betekent “hardlopen” in het Nederlands. Het verwijst naar het snel bewegen op voeten.

Løb er en god måde at holde sig i form på.

Svømning – Dit woord betekent “zwemmen” in het Nederlands. Het verwijst naar het bewegen door water.

Svømning er en sund og skånsom sport.

Cykling – Dit woord betekent “fietsen” in het Nederlands. Het verwijst naar het rijden op een fiets.

Cykling er meget populært i Danmark.

Yoga – Dit woord betekent “yoga” in het Nederlands. Het is een praktijk van fysieke, mentale en spirituele oefeningen.

Yoga hjælper med at reducere stress.

Uitrusting en Faciliteiten

Bane – Dit woord betekent “baan” in het Nederlands. Het verwijst naar het veld of de baan waar sport wordt beoefend.

De løber på en 400 meter bane.

Bold – Dit woord betekent “bal” in het Nederlands. Het is een rond voorwerp dat in veel sporten wordt gebruikt.

Han kastede bolden til sin ven.

Ketcher – Dit woord betekent “racket” in het Nederlands. Het is een stuk sportuitrusting dat wordt gebruikt in sporten zoals tennis en badminton.

Hun købte en ny ketcher til tennistræning.

Svømmehal – Dit woord betekent “zwembad” in het Nederlands. Het is een faciliteit waar mensen kunnen zwemmen.

Svømmehallen er åben hver dag fra kl. 6 til 22.

Acties en Bewegingswerkwoorden

Løbe – Dit woord betekent “rennen” in het Nederlands. Het verwijst naar het snel bewegen op voeten.

De kan godt lide at løbe om morgenen.

Svømme – Dit woord betekent “zwemmen” in het Nederlands. Het verwijst naar het bewegen door water.

De elsker at svømme i havet.

Spille – Dit woord betekent “spelen” in het Nederlands. Het verwijst naar het deelnemen aan een sport of spel.

Han spiller fodbold hver weekend.

Træne – Dit woord betekent “trainen” in het Nederlands. Het verwijst naar het oefenen of voorbereiden voor een sport.

Hun træner hver dag for at blive bedre.

Sportieve Posities en Rollen

Spiller – Dit woord betekent “speler” in het Nederlands. Het verwijst naar iemand die deelneemt aan een sport.

Spillerne er klar til kampen.

Træner – Dit woord betekent “coach” in het Nederlands. Het verwijst naar iemand die atleten traint en begeleidt.

Træneren gav gode råd til holdet.

Dommer – Dit woord betekent “scheidsrechter” in het Nederlands. Het verwijst naar iemand die de regels van een sport handhaaft tijdens een wedstrijd.

Dommeren fløjtede for en fejl.

Tilskuer – Dit woord betekent “toeschouwer” in het Nederlands. Het verwijst naar iemand die naar een sportevenement kijkt.

Tilskuerne heppede på deres hold.

Prestaties en Resultaten

Sejr – Dit woord betekent “overwinning” in het Nederlands. Het verwijst naar het winnen van een wedstrijd of competitie.

Holdet fejrede deres sejr.

Tab – Dit woord betekent “verlies” in het Nederlands. Het verwijst naar het niet winnen van een wedstrijd of competitie.

De var skuffede over deres tab.

Rekord – Dit woord betekent “record” in het Nederlands. Het verwijst naar de beste prestatie die ooit is behaald in een bepaalde sport.

Han satte en ny rekord i længdespring.

Medalje – Dit woord betekent “medaille” in het Nederlands. Het is een prijs die wordt gegeven voor het behalen van een hoge plaats in een sportevenement.

Hun vandt en guldmedalje i svømning.

Specifieke Sporttermen

FodboldmÃ¥l – Dit woord betekent “voetbaldoel” in het Nederlands. Het verwijst naar de structuur waar de bal in moet om te scoren in voetbal.

Han sparkede bolden direkte i fodboldmålet.

Basketkurv – Dit woord betekent “basketbalring” in het Nederlands. Het verwijst naar de ring waar de bal doorheen moet in basketbal.

Hun ramte basketkurven fra lang afstand.

HÃ¥ndboldbane – Dit woord betekent “handbalveld” in het Nederlands. Het verwijst naar het veld waar handbal wordt gespeeld.

HÃ¥ndboldbanen var fuld af spillere.

Tennisbane – Dit woord betekent “tennisbaan” in het Nederlands. Het verwijst naar het veld waar tennis wordt gespeeld.

De spillede en lang kamp på tennisbanen.

Sportieve Uitdrukkingen

At være i form – Dit betekent “in vorm zijn” in het Nederlands. Het verwijst naar een goede fysieke conditie hebben.

Hun træner hårdt for at være i form.

At slÃ¥ rekorden – Dit betekent “het record breken” in het Nederlands. Het verwijst naar het verbeteren van de beste prestatie in een sport.

Han håber at slå rekorden i år.

At tage kampen op – Dit betekent “de strijd aangaan” in het Nederlands. Het verwijst naar het beginnen van een wedstrijd of uitdaging.

De er klar til at tage kampen op mod deres rivaler.

At vinde med et mulehÃ¥r – Dit betekent “met een haarbreedte winnen” in het Nederlands. Het verwijst naar het winnen van een wedstrijd met een zeer kleine marge.

Han vandt løbet med et mulehår.

Het leren van deze Deense sportgerelateerde woordenschat kan je helpen om beter deel te nemen aan gesprekken over sport en atletiek. Of je nu kijkt naar een wedstrijd, zelf deelneemt aan een sport, of gewoon je kennis wilt uitbreiden, deze woorden en uitdrukkingen zullen zeker van pas komen. Blijf oefenen en wees niet bang om deze nieuwe vocabulaire in de praktijk te brengen!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller