Laten we beginnen met het ontdekken van de Spaanse woorden die je nodig hebt voor het navigeren door het stedelijk leven. Steden zijn vaak levendige plaatsen vol met activiteit en interactie. Essentiƫle woordenschat rondom stadsleven kan enorm helpen bij een bezoek aan of verhuizen naar een Spaanstalige stad.
Ciudad
Een ‘ciudad’ is een stad. Dit regelmatige woord wordt in vrijwel elke context gebruikt waar we het in het Nederlands over een stad zouden hebben.
Barcelona es una ciudad con una arquitectura impresionante.
Centro
Het ‘centro’ verwijst specifiek naar het centrum van de stad. Als je vraagt waar ‘el centro’ is, wil je weten waar het hart van de stad klopt.
El centro de Madrid siempre estĆ” lleno de gente.
Edificio
Een ‘edificio’ is een gebouw. Dit woord wordt gebruikt voor zowel woongebouwen als voor commerciĆ«le gebouwen.
El edificio mƔs alto de la ciudad tiene cincuenta pisos.
Calle
‘Calle’ betekent straat. Het is de plek waar de auto’s rijden en waar mensen langs de trottoirs lopen.
La calle principal estĆ” cerrada por las obras.
Avenida
Een ‘avenida’ is een vaak bredere straat of laan, soms met meerdere rijstroken en belangrijk voor het stadsverkeer.
La avenida principal conduce directamente a la playa.
Plaza
Een ‘plaza’ is een plein, een open ruimte in de stad vaak omgeven door gebouwen en een sociale plek waar mensen bij elkaar komen.
Nos encontramos en la Plaza Mayor para tomar un cafƩ.
Parque
Een ‘parque’ is een park, een groene ruimte in de stad waar mensen kunnen ontspannen en genieten van de natuur.
Me gusta leer un libro en el parque los domingos.
Barrio
Een ‘barrio’ is een buurt of wijk binnen een stad, vaak met een eigen unieke identiteit en gemeenschap.
El Barrio GĆ³tico de Barcelona es mi parte favorita de la ciudad.
Acera
De ‘acera’ is het trottoir of de stoep waar voetgangers lopen, los van de straat.
La acera estĆ” mojada porque acaba de llover.
Esquina
Een ‘esquina’ is een hoek waar twee straten elkaar ontmoeten.
Hay una tienda de flores en la esquina de mi calle.
Semaforo
Een ‘semaforo’ is een stoplicht. Het regelt het verkeer en zorgt ervoor dat voetgangers veilig kunnen oversteken.
El semƔforo estƔ en rojo, tienes que esperar para cruzar.
Transporte pĆŗblico
Het ’transporte pĆŗblico’ is het openbaar vervoer, inclusief bussen, treinen en metroās, die je door de stad vervoeren.
El transporte pĆŗblico de esta ciudad es muy eficiente.
EstaciĆ³n de metro
Een ‘estaciĆ³n de metro’ is een metrostation. Het is een halteplaats voor de metro die mensen door de stad vervoert.
Bajamos en la prĆ³xima estaciĆ³n de metro.
AutobĆŗs
Een ‘autobĆŗs’ is een bus. De bus is een veelgebruikt openbaar vervoermiddel binnen de stad.
El autobĆŗs 24 pasa cada diez minutos por aquĆ.
Taxi
Een ’taxi’ is net als in het Nederlands. Het is een privaat transportmiddel dat je van de ene plaats naar de andere kan brengen.
Tomamos un taxi para llegar al aeropuerto a tiempo.
TrƔfico
‘TrĆ”fico’ betekent verkeer, en verwijst naar alle voertuigen en bewegingen die plaatsvinden op de wegen.
El trƔfico en la hora pico es insufrible.
PeatĆ³n
Een ‘peatĆ³n’ is een voetganger, iedereen die te voet door de stad beweegt.
Los peatones deben cruzar la calle por el paso de cebra.
Ciclista
Een ‘ciclista’ is een fietser. Veel steden hebben fietspaden om de veiligheid van fietsers te waarborgen.
El ciclista adelantĆ³ a los coches parados en el semĆ”foro.
Zona peatonal
Een ‘zona peatonal’ is een voetgangersgebied, een deel van de stad dat speciaal voor voetgangers is gereserveerd en waar meestal geen auto’s zijn toegestaan.
Esta zona peatonal estĆ” llena de tiendas y cafeterĆas.
AlcaldĆa
De ‘alcaldĆa’ is het stadhuis, de plaats waar lokale overheid en ambtenaren werken.
La alcaldĆa de la ciudad estĆ” en el centro histĆ³rico.
Biblioteca
Een ‘biblioteca’ is een bibliotheek. Dit is de plaats waar je boeken kunt lenen en studeren.
Voy a la biblioteca para estudiar en silencio.
Museo
Een ‘museo’ is een museum, een plaats waar kunst, cultuur en andere belangrijke historische objecten tentoongesteld worden.
El museo tiene una colecciĆ³n impresionante de arte contemporĆ”neo.
Tienda
Een ’tienda’ is een winkel waar je goederen koopt, zoals kleding, eten of elektronica.
MaƱana van a abrir una nueva tienda en nuestro barrio.
Restaurante
Een ‘restaurante’ is, net als in het Nederlands, een plek waar je kunt zitten en eten kunt bestellen.
Este restaurante sirve la mejor paella de la regiĆ³n.
Dit zijn natuurlijk maar een paar van de vele woorden die je zult ontdekken terwijl je het stadsleven in een Spaanstalige omgeving verkent. Ervaring en interactie zijn de beste leermeesters; ga er dus op uit en gebruik deze woorden in de praktijk!