Als liefhebber van de Spaanse taal en keuken, is het essentieel om vertrouwd te raken met de woordenschat die betrekking heeft op eten en dineren. In dit artikel gaan we enkele belangrijke Spaanse woorden bespreken die je kunt gebruiken wanneer je in een Spaans restaurant dineert of over eten spreekt.
Restaurante – Restaurant
Een plek waar mensen tegen betaling kunnen eten en drinken.
Vamos a cenar en un restaurante italiano esta noche.
Menú – Menu
Een lijst met beschikbare gerechten en dranken in een restaurant.
PodrÃa ver el menú, por favor?
Entrante – Voorgerecht
Het eerste gerecht van een maaltijd, bedoeld om de eetlust te stimuleren.
Como entrante, voy a pedir una sopa de ajo.
Plato principal – Hoofdgerecht
Het belangrijkste en meest vullende deel van een maaltijd.
El plato principal de hoy es paella de mariscos.
Postre – Nagerecht
Het zoete gerecht dat meestal aan het einde van een maaltijd wordt geserveerd.
¿Hay algún postre sin lactosa?
Camarero/a – Ober/Oberin
De persoon die in het restaurant verantwoordelijk is voor het serveren van klanten.
Camarera, ¿me puede traer la cuenta?
La cuenta – Rekening
Het overzicht van bestelde items waarvoor betaling vereist is.
¿Nos trae la cuenta por favor?
Propina – Fooi
Een kleine hoeveelheid geld gegeven als extraatje bovenop de rekening voor goede service.
Siempre dejo propina si el servicio ha sido excelente.
Cubierto – Bestek
Het geheel aan instrumenten (mes, vork, lepel) dat gebruikt wordt om te eten.
Perdona, me falta un cubierto.
Vaso – Glas
Een houder, meestal gemaakt van glas, bedoeld om uit te drinken.
Un vaso de agua frÃa, por favor.
Botella – Fles
Een container, meestal gemaakt van glas of plastic, gebruikt om vloeistoffen in te bewaren.
Nos gustarÃa una botella de vino tinto de la región.
Reservación / Reserva – Reservering
Een regeling om van tevoren een tafel in een restaurant te boeken.
Tengo una reservación a nombre de GarcÃa para las nueve.
Cocina – Keuken
De stijl van koken of de plaats waar voedsel wordt bereid.
La cocina española es mi favorita.
Cocinero/a – Kok/Kokkin
De persoon die beroepsmatig in een keuken werkt en de maaltijden bereidt.
El cocinero recibió elogios por su exquisita paella.
Receta – Recept
Een set instructies om een specifiek gerecht te maken.
¿PodrÃas darme la receta de este delicioso guiso?
Ingredientes – Ingrediënten
De afzonderlijke voedingsitems die samen een gerecht vormen.
Los ingredientes para esta ensalada son muy frescos.
Comida – Eten/Maaltijd
Algemene term voor voedsel of de act van het gebruiken van voedsel.
La comida está servida, pueden pasar al comedor.
Cena – Diner
De avondmaaltijd, vaak de hoofdmaaltijd van de dag.
La cena será servida a las ocho en punto.
Desayuno – Ontbijt
De eerste maaltijd van de dag, meestal in de ochtend gegeten.
El desayuno continental incluye zumo, café y bollerÃa.
Almuerzo – Lunch
De maaltijd die halverwege de ochtend en het begin van de middag genuttigd wordt.
¿Quieres ir a almorzar a un lugar cercano mañana?
Merienda – Tussendoortje
Een lichte maaltijd of snack, vaak in de late namiddag.
Los niños tomarán la merienda en el parque.
Bebida – Drankje
Elk type vloeistof dat is bedoeld voor consumptie.
¿Qué bebida te gustarÃa con la comida?
Vino – Wijn
Een alcoholische drank gemaakt van gefermenteerde druivensap.
Una copa de vino tinto para acompañar la carne, por favor.
Cerveza – Bier
Een alcoholische drank gemaakt met granen en hop.
Nada mejor que una cerveza frÃa en un dÃa caluroso.
Met deze woordenschat kun je jouw Spaanse eetervaring verrijken en jezelf beter uitdrukken tijdens het bestellen en genieten van maaltijden. Of je nu een restaurant bezoekt tijdens een reis naar Spanje of Latijns-Amerika, of een authentiek Spaans gerecht thuis probeert te maken, deze woorden zullen zeker van pas komen. Eet smakelijk, of zoals de Spanjaarden zeggen, ¡Buen provecho!