Wanneer je begint met het leren van een nieuwe taal, is het altijd nuttig om te beginnen met de basiswoordenschat die je in de klas kunt gebruiken. Dit artikel richt zich op Slowaakse woorden en zinnen die handig zijn in een onderwijsomgeving. Door deze woorden en hun betekenissen te leren, kun je effectiever communiceren in een Slowaakse klas. Laten we beginnen met enkele veelvoorkomende woorden en uitdrukkingen die je in de klas zult horen en gebruiken.
Basiswoorden voor de klas
učiteľ – leraar
Môj učiteľ je veľmi priateľský.
Een učiteľ is iemand die voor de klas staat en lesgeeft.
žiak – leerling
Každý žiak musí mať svoje učebnice.
Een žiak is een persoon die naar school gaat om te leren.
školská taška – schooltas
Moja školská taška je plná kníh.
Een školská taška is een tas die je gebruikt om je schoolspullen in mee te nemen.
učebnica – leerboek
Nová učebnica matematiky je veľmi užitočná.
Een učebnica is een boek dat gebruikt wordt voor studeren en leren in de klas.
zošit – schrift
Napíšte si poznámky do svojho zošit.
Een zošit is een boekje waarin je notities maakt.
Classroom Commands
počúvaj – luister
Počúvaj učiteľa, keď hovorí.
počúvaj wordt gebruikt om iemand te vragen aandachtig te luisteren.
píš – schrijf
Píš svoje meno na vrch stránky.
píš betekent dat je iets moet opschrijven.
čítaj – lees
Čítaj túto vetu nahlas.
čítaj is een commando dat je gebruikt om iemand te vragen iets te lezen.
opýtaj sa – vraag
Opýtaj sa učiteľa, ak máš otázku.
opýtaj sa betekent dat je een vraag moet stellen.
odpovedz – antwoord
Odpovedz na otázku v učebnici.
odpovedz wordt gebruikt om te vragen om een antwoord te geven.
Schoolvakken
matematika – wiskunde
Mám hodinu matematika každé ráno.
matematika is het vak waarin je leert over cijfers en berekeningen.
dejepis – geschiedenis
V dejepis sa učíme o minulosti.
dejepis is het vak waarin je leert over historische gebeurtenissen en tijdperken.
biológia – biologie
V biológia študujeme rastliny a zvieratá.
biológia is het vak waarin je leert over levende organismen.
chémia – scheikunde
V chémia robíme experimenty s chemikáliami.
chémia is het vak waarin je leert over chemische reacties en stoffen.
telesná výchova – lichamelijke opvoeding
Máme telesná výchova trikrát do týždňa.
telesná výchova is het vak waarin je lichamelijke oefeningen en sporten doet.
Schoolbenodigdheden
pero – pen
Napísal som si poznámky modrým pero.
Een pero is een schrijfinstrument dat inkt gebruikt om te schrijven.
ceruzka – potlood
Nakreslil som obrázok s ceruzka.
Een ceruzka is een schrijfinstrument dat grafiet gebruikt om te schrijven.
pravítko – liniaal
Použil som pravítko na meranie dĺžky.
Een pravítko is een hulpmiddel dat gebruikt wordt om afstanden te meten en rechte lijnen te tekenen.
guma – gum
Použil som guma na vymazanie chyby.
Een guma is een hulpmiddel dat gebruikt wordt om potloodstrepen te verwijderen.
lepidlo – lijm
Prilepil som obrázok do zošita s lepidlo.
Een lepidlo is een substantie die wordt gebruikt om dingen aan elkaar te plakken.
Communicatie in de klas
rozumiem – ik begrijp het
Rozumiem tejto úlohe.
rozumiem wordt gebruikt om aan te geven dat je iets begrijpt.
nerozumiem – ik begrijp het niet
Nerozumiem tejto otázke.
nerozumiem wordt gebruikt om aan te geven dat je iets niet begrijpt.
môžem – mag ik
Môžem ísť na toaletu?
môžem wordt gebruikt om om toestemming te vragen.
potrebujem – ik heb nodig
Potrebujem pomoc s touto úlohou.
potrebujem wordt gebruikt om aan te geven dat je iets nodig hebt.
mám otázku – ik heb een vraag
Mám otázku o domácej úlohe.
mám otázku wordt gebruikt om aan te geven dat je een vraag hebt.
Tijd en Planning
hodina – uur
Máme hodinu matematiky každú hodina.
Een hodina is een tijdsperiode van zestig minuten.
rozvrh – rooster
Podľa rozvrh máme dnes štyri hodiny.
Een rozvrh is een schema van lessen en activiteiten.
prestávka – pauze
Po druhej hodine máme prestávka.
Een prestávka is een korte onderbreking tussen lessen.
domáca úloha – huiswerk
Na dnes máme veľa domáca úloha.
Een domáca úloha is werk dat je thuis moet doen.
skúška – toets
Na konci týždňa máme skúška z matematiky.
Een skúška is een formele evaluatie van je kennis en vaardigheden.
Veelvoorkomende zinnen
Aké je to slovo po slovensky? – Wat is dit woord in het Slowaaks?
Aké je to slovo po slovensky?
Deze zin wordt gebruikt om te vragen hoe je een bepaald woord in het Slowaaks zegt.
Čo znamená toto slovo? – Wat betekent dit woord?
Čo znamená toto slovo?
Deze zin wordt gebruikt om te vragen naar de betekenis van een bepaald woord.
Prosím, zopakujte to. – Kunt u dat alstublieft herhalen?
Prosím, zopakujte to.
Deze zin wordt gebruikt om te vragen om iets nogmaals te herhalen.
Môžete mi pomôcť? – Kunt u mij helpen?
Môžete mi pomôcť?
Deze zin wordt gebruikt om om hulp te vragen.
Je to správne? – Is dit correct?
Je to správne?
Deze zin wordt gebruikt om te vragen of iets correct is.
Door deze basiswoorden en zinnen te leren, ben je goed voorbereid om te communiceren in een Slowaakse klas. Oefen regelmatig en probeer de woorden en zinnen in verschillende contexten te gebruiken om je begrip en zelfvertrouwen te vergroten. Veel succes met je taalstudie!