Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar ook een zeer lonende ervaring zijn. Als je geïnteresseerd bent in het leren van Litouws, is het handig om te beginnen met termen die je in het dagelijks leven vaak tegenkomt, zoals school- en onderwijsgerelateerde woorden. Hieronder vind je een uitgebreide lijst van Litouwse school- en onderwijsgerelateerde termen, samen met hun Nederlandse betekenissen en voorbeeldzinnen.

Basis schooltermen

Mokykla – school
Vaikai eina į mokyklą kiekvieną dieną.
Kinderen gaan elke dag naar school.

Mokytojas – leraar
Mokytojas paaiškino naują temą labai aiškiai.
De leraar legde het nieuwe onderwerp heel duidelijk uit.

Mokinys – leerling
Mokinys atsakė į visus klausimus teisingai.
De leerling beantwoordde alle vragen correct.

Pamoka – les
Pamoka prasidėjo devintą valandą ryto.
De les begon om negen uur ’s ochtends.

Klasė – klas
Klasėje yra dvidešimt mokinių.
Er zijn twintig leerlingen in de klas.

Schoolvakken

Matematika – wiskunde
Matematikos pamokoje mes sprendėme sudėtingus uždavinius.
In de wiskundeles losten we complexe problemen op.

Biologija – biologie
Biologijos pamokoje mokėmės apie augalų ląsteles.
In de biologieles leerden we over plantencellen.

Istorija – geschiedenis
Istorijos pamokoje nagrinėjome senovės civilizacijas.
In de geschiedenisles bestudeerden we oude beschavingen.

Geografija – aardrijkskunde
Geografijos pamokoje mokėmės apie žemynus ir vandenynus.
In de aardrijkskundeles leerden we over continenten en oceanen.

Fizika – natuurkunde
Fizikos pamokoje atlikome eksperimentą su magnetais.
In de natuurkundeles deden we een experiment met magneten.

Informatika – informatica
Informatikos pamokoje mokėmės programuoti.
In de informaticales leerden we programmeren.

Schoolbenodigdheden

Kuprinė – rugzak
Mano kuprinė pilna knygų ir sąsiuvinių.
Mijn rugzak zit vol met boeken en schriften.

Knyga – boek
Bibliotekoje radau įdomią knygą.
Ik vond een interessant boek in de bibliotheek.

Sąsiuvinis – schrift
Aš pamiršau sąsiuvinį namuose.
Ik ben mijn schrift thuis vergeten.

Pieštukas – potlood
Pieštukas nulūžo, kai rašiau.
Het potlood brak toen ik aan het schrijven was.

Trintukas – gum
Man reikia trintuko, kad ištrinti klaidą.
Ik heb een gum nodig om de fout uit te wissen.

Rašiklis – pen
Rašiklis išdžiūvo ir nerašo.
De pen is uitgedroogd en schrijft niet.

Schoolactiviteiten

Namų darbai – huiswerk
Namų darbai turi būti atlikti iki rytojaus.
Het huiswerk moet voor morgen af zijn.

Egzaminas – examen
Egzaminas buvo labai sunkus.
Het examen was erg moeilijk.

Klasės darbas – klaswerk
Mokytojas vertino mūsų klasės darbą.
De leraar beoordeelde ons klaswerk.

Projektas – project
Mes turime paruošti projektą apie gamtą.
We moeten een project over de natuur voorbereiden.

Laboratorinis darbas – labwerk
Laboratorinis darbas buvo labai įdomus.
Het labwerk was erg interessant.

Schoolinstellingen

Biblioteka – bibliotheek
Biblioteka yra atvira visą dieną.
De bibliotheek is de hele dag open.

Valgykla – kantine
Valgykloje mes valgome pietus.
We lunchen in de kantine.

Sporto salė – gymzaal
Sporto salėje vyksta kūno kultūros pamokos.
De gymzaal wordt gebruikt voor de lessen lichamelijke opvoeding.

Klasė – klaslokaal
Klasėje turime interaktyvią lentą.
In het klaslokaal hebben we een interactief bord.

Schoolomgeving en Personen

Direktorius – directeur
Direktorius pasveikino visus naujus mokinius.
De directeur heette alle nieuwe leerlingen welkom.

Klasiokas – klasgenoot
Mano klasiokas padėjo man su namų darbais.
Mijn klasgenoot hielp me met het huiswerk.

Konsultantas – adviseur
Konsultantas davė man patarimų apie karjerą.
De adviseur gaf me carrièreadvies.

Bibliotekininkas – bibliothecaris
Bibliotekininkas padėjo man surasti knygą.
De bibliothecaris hielp me een boek te vinden.

Valytojas – schoonmaker
Valytojas kasdien valo klases.
De schoonmaker maakt de klassen dagelijks schoon.

Onderwijsgerelateerde termen

Studijos – studie
Mano studijos truks ketverius metus.
Mijn studie duurt vier jaar.

Diplomas – diploma
Po studijų gausiu diplomą.
Na mijn studie krijg ik een diploma.

Stipendija – beurs
Aš gavau stipendiją už gerus rezultatus.
Ik heb een beurs gekregen voor mijn goede resultaten.

Universitetas – universiteit
Aš studijuoju Vilniaus universitete.
Ik studeer aan de Universiteit van Vilnius.

Kolegija – hogeschool
Kolegijoje yra daug praktinių užsiėmimų.
Op de hogeschool zijn er veel praktische lessen.

Profesorius – professor
Profesorius paskaitoje kalbėjo apie naujausius tyrimus.
De professor sprak in de lezing over het nieuwste onderzoek.

Kursas – cursus
Aš užsiregistravau į naują kursą.
Ik heb me ingeschreven voor een nieuwe cursus.

Het leren van deze termen zal je helpen om je Litouwse woordenschat uit te breiden en je beter te kunnen redden in school- en onderwijsgerelateerde situaties. Veel succes met je studie van de Litouwse taal!