School- en onderwijsgerelateerde Noorse woorden

Nederlands is een prachtige taal, maar het leren van een nieuwe taal kan een uitdaging zijn. Vooral als je specifieke terminologie wilt leren die gerelateerd is aan een bepaald onderwerp, zoals school en onderwijs. In dit artikel zullen we enkele Noorse woorden en zinnen leren die je kunt gebruiken in een school- en onderwijssituatie. Deze woorden zullen je helpen om gemakkelijker te communiceren en je ervaring in een Noorse schoolomgeving te verbeteren.

Algemene termen

Skole: Dit betekent “school” in het Noors. Het is een plaats waar kinderen en jongeren naar toe gaan om te leren.
Jeg går på skole hver dag.

Lærer: Dit betekent “leraar” of “lerares” in het Noors. Een leraar is iemand die leerlingen onderwijst.
Min lærer er veldig snill.

Elev: Dit betekent “leerling” in het Noors. Een leerling is iemand die naar school gaat om te leren.
Hun er en flink elev.

Klasserom: Dit betekent “klaslokaal” in het Noors. Het is de ruimte in de school waar de lessen worden gegeven.
Klasserommet vårt er stort og lyst.

Vakken en studierichtingen

Matematikk: Dit betekent “wiskunde” in het Noors. Het is het vak dat zich bezighoudt met getallen en berekeningen.
Jeg liker matematikk fordi det er logisk.

Historie: Dit betekent “geschiedenis” in het Noors. Het vak waarin je leert over gebeurtenissen uit het verleden.
Historie er mitt favorittfag.

Norsk: Dit betekent “Noors” in het Noors. Het vak waarin je de Noorse taal en literatuur bestudeert.
Vi har norsk to ganger i uken.

Engelsk: Dit betekent “Engels” in het Noors. Het vak waarin je de Engelse taal bestudeert.
Jeg synes engelsk er veldig nyttig.

Naturfag: Dit betekent “natuurwetenschappen” in het Noors. Het vak dat zich richt op biologie, chemie en fysica.
Naturfag er interessant fordi vi lærer om verden rundt oss.

Schoolbenodigdheden

Blyant: Dit betekent “potlood” in het Noors. Een schrijfinstrument dat vaak door leerlingen wordt gebruikt.
Jeg trenger en ny blyant til prøven.

Viskelær: Dit betekent “gum” in het Noors. Een hulpmiddel om fouten in potloodtekeningen of -schriften te wissen.
Kan jeg låne viskelæret ditt?

Ransel: Dit betekent “rugzak” in het Noors. Een tas die leerlingen gebruiken om hun boeken en schoolspullen in te dragen.
Ranselen min er tung i dag.

Pennal: Dit betekent “etui” in het Noors. Een kleine tas of doos voor het opbergen van pennen, potloden en andere kleine schoolbenodigdheden.
Pennalet mitt er fullt av fargerike penner.

Notatbok: Dit betekent “notitieboek” in het Noors. Een boekje waarin je aantekeningen maakt tijdens de lessen.
Jeg har skrevet mye i notatboken min i dag.

Schoolactiviteiten

Prøve: Dit betekent “toets” of “examen” in het Noors. Een manier om de kennis van leerlingen te testen.
Vi har en prøve i matematikk neste uke.

Hjemmelekse: Dit betekent “huiswerk” in het Noors. Oefeningen en opdrachten die leerlingen thuis moeten maken.
Jeg må gjøre hjemmeleksen min før jeg kan gå ut å leke.

Gruppearbeid: Dit betekent “groepswerk” in het Noors. Een activiteit waarbij leerlingen in groepen samenwerken aan een opdracht.
Vi har gruppearbeid i naturfag i dag.

Presentasjon: Dit betekent “presentatie” in het Noors. Een activiteit waarbij een leerling of een groep leerlingen informatie presenteert aan de klas.
Jeg er nervøs for presentasjonen min i morgen.

Eksamen: Dit betekent “examen” in het Noors. Een formele toets aan het einde van een schoolperiode om de kennis en vaardigheden van leerlingen te evalueren.
Jeg må lese mye til eksamen.

Schoolomgevingen en faciliteiten

Bibliotek: Dit betekent “bibliotheek” in het Noors. Een plaats in de school waar je boeken kunt lenen en studeren.
Jeg liker å lese bøker i biblioteket.

Gymnastikksal: Dit betekent “gymzaal” in het Noors. Een ruimte in de school waar lichamelijke opvoeding wordt gegeven.
Vi har gym i gymnastikksalen hver tirsdag.

Kantine: Dit betekent “kantine” in het Noors. Een ruimte in de school waar leerlingen eten en drinken kunnen kopen en consumeren.
Vi spiser lunsj i kantinen hver dag.

Rektor: Dit betekent “directeur” in het Noors. De persoon die verantwoordelijk is voor het beheer van de school.
Rektor har et møte med foreldrene i dag.

Kontor: Dit betekent “kantoor” in het Noors. Een ruimte in de school waar administratief werk wordt gedaan.
Jeg må gå til kontoret for å hente et skjema.

Communicatie op school

Timeplan: Dit betekent “rooster” in het Noors. Een schema dat aangeeft welke lessen op welke tijdstippen plaatsvinden.
Jeg må sjekke timeplanen min for å se når vi har engelsk.

Friminutt: Dit betekent “pauze” in het Noors. Een korte onderbreking tussen lessen waarin leerlingen kunnen ontspannen.
Vi har friminutt etter andre time.

Foreldremøte: Dit betekent “ouderavond” in het Noors. Een bijeenkomst waar leraren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller