Voor velen die een nieuwe taal leren, biedt het verkennen van religieuze en spirituele termen een dieper inzicht in de cultuur en waarden die ermee gepaard gaan. Het Arabisch, met zijn rijke historie en invloed op vele aspecten van de hedendaagse samenleving, is hierop geen uitzondering. In dit artikel introduceren we enkele kernbegrippen met betrekking tot religie en spiritualiteit in het Arabisch, die van belang kunnen zijn voor hen die zich verdiepen in de Arabische taal.
الله (Allah)
De naam voor God in het Arabisch en een van de meest centrale concepten in de islamitische religie.
لاَ إِلٰهَ إِلَّا اللهُ
الإسلام (al-Islām)
Het woord dat verwijst naar de religie die door de profeet Mohammed is gesticht en een onderwerping of toewijding aan de wil van God betekent.
الإسلام دين يدعو إلى السلام
المسلم (al-Muslim)
Iemand die de islamitische religie beoefent, letterlijk betekent het ‘degene die zich overgeeft (aan God)’.
المسلم يؤدي الصلاة خمس مرات في اليوم
القرآن (al-Qur’ān)
Het heilige boek van de moslims, dat de letterlijke woorden van God zoals geopenbaard aan de profeet Mohammed via de engel Gabriël bevat.
يقرأ المسلم القرآن في رمضان
الصلاة (aṣ-Ṣalāh)
Het islamitische gebed dat vijf keer per dag wordt verricht als een vorm van aanbidding en herinnering aan God.
الصلاة أركان الإسلام الثاني
الصوم (aṣ-Ṣawm)
Het vasten gedurende de maand Ramadan, een van de vijf zuilen van de islam, bedoeld om zelfdiscipline en empathie voor de behoeftigen te bevorderen.
يصوم المسلم في شهر رمضان
الحج (al-Ḥajj)
De pelgrimstocht naar Mekka die alle moslims die daartoe in staat zijn minstens één keer in hun leven moeten ondernemen.
الحج ركن من أركان الإسلام
الزكاة (az-Zakāh)
Een vorm van verplichte liefdadigheid of aalmoezen die door moslims wordt gegeven om de armere leden van de gemeenschap te helpen.
تُعتبر الزكاة واجبة على كل مسلم
الإيمان (al-Īmān)
Het geloof of de overtuiging in de islamitische leerstellingen, waaronder het geloof in God, engelen, heilige boeken, profeten, de Dag van het Oordeel en de goddelijke voorbeschikking.
يجب على المسلم أن يتبع أركان الإيمان الستة
الروح (ar-Rūḥ)
Het woord voor ‘ziel’ of ‘geest’, dat de onzichtbare, spirituele component van een persoon aanduidt.
يؤمن المسلمون بأن الروح خالدة
الجنة (al-Jannah)
Het paradijs; volgens de islamitische geloofstraditie de uiteindelijke verblijfplaats van rechtvaardige en gelovige mensen na het leven op aarde.
كل مسلم يأمل في دخول الجنة
النار (an-Nār)
De hel; een plek van bestraffing in het hiernamaals voor degenen die grote zonden hebben begaan en geen berouw hebben getoond in de islamitische eschatologie.
يخاف المسلم من عذاب النار
الملائكة (al-Malā’ikah)
Engelen, beschouwd als boodschappers en dienaren van God, zonder eigen vrije wil en gemaakt van licht, volgens islamitische tradities.
يؤمن المسلمون بأن الملائكة حولنا دائمًا
الشيطان (aṣ-Šayṭān)
Het Arabische woord voor ‘Satan’ of ‘duivel’, vaak geassocieerd met verleiding en aanzet tot kwaad.
يعتبر الشيطان مصدر الشر في العالم
In deze woorden vinden wij de basisbegrippen die diep geworteld zijn in de spirituele belevingswereld van de Arabischtalige gemeenschap. De woorden en hun betekenissen functioneren als een sleutel tot het begrijpen van de aard van de interacties, het leven en de overtuigingen van mensen die het Arabisch als moedertaal spreken.
Let wel, de definities en concepten die wij behandelen zijn complex en rijk aan betekenislagen. Het is daarom aan te raden om deze termen te benaderen met respect en een open geest, rekening houdend met hun culturele en filosofische diepgang. Vergeet ook niet dat taal evolueert en dat de interpretatie en het gebruik van deze woorden kunnen variëren in verschillende regio’s en binnen verschillende groepen mensen.
Door te leren over de religieuze en spirituele vocabulaire van het Arabisch, kunnen we niet alleen onze taalkundige horizon verbreden, maar ook onze culturele inzicht en empathie voor de Arabischsprekende wereld vergroten. Het is een stap verder in de richting van begrip en verbinding in onze steeds meer met elkaar verweven wereld.