Poolse woordenschat voor winkelen

Winkelen in een ander land kan een uitdaging zijn, vooral als je de taal nog niet volledig beheerst. Als je naar Polen reist of gewoon Pools wilt leren, kan het begrijpen van de basiswoordenschat voor winkelen je ervaring veel aangenamer maken. Dit artikel biedt een uitgebreide lijst van Poolse woorden en uitdrukkingen die je zult tegenkomen tijdens het winkelen, samen met hun definities en voorbeeldzinnen.

Algemene woorden en uitdrukkingen

Sklep – Winkel. Dit is het algemene woord voor een plaats waar je goederen kunt kopen.
IdÄ™ do sklepu po chleb.

Zakupy – Boodschappen doen. Dit verwijst naar het proces van winkelen of boodschappen doen.
Muszę zrobić zakupy na obiad.

Kasa – Kassa. Dit is de plaats waar je je aankopen betaalt.
Spotkałem ją przy kasie.

Koszyk – Winkelmandje. Dit is wat je gebruikt om je items te dragen terwijl je door de winkel loopt.
Wziąłem koszyk i poszedłem do działu z owocami.

Paragon – Bon. Dit is het papiertje dat je krijgt na betaling, waarop je aankopen staan.
Nie zapomnij wziąć paragonu.

Kledingwinkels

Rozmiar – Maat. Dit is belangrijk om te weten wanneer je kleding koopt.
Jaki rozmiar nosisz?

Przymierzalnia – Paskamer. Dit is de ruimte waar je kleding kunt passen.
Przymierzalnia jest po lewej stronie.

Zniżka – Korting. Dit woord is handig als je op zoek bent naar aanbiedingen.
Czy jest jakaś zniżka na ten produkt?

Wyprzedaż – Uitverkoop. Dit is een periode waarin winkels hun goederen voor lagere prijzen verkopen.
Wyprzedaż zaczyna się w piątek.

Metka – Etiket. Dit is het label dat aan kleding hangt en informatie geeft zoals de prijs en maat.
Sprawdź metkę, żeby zobaczyć cenę.

Supermarkten en markten

Warzywa – Groenten. Dit zijn eetbare planten die je in de supermarkt of op de markt kunt kopen.
Kupiliśmy świeże warzywa na obiad.

Owoce – Fruit. Dit zijn zoete, eetbare vruchten van planten.
Lubię jeść owoce na śniadanie.

MiÄ™so – Vlees. Dit is dierlijk eiwit dat je kunt kopen in de supermarkt of bij de slager.
Poproszę kilogram mięsa wołowego.

NabiaÅ‚ – Zuivel. Dit verwijst naar producten gemaakt van melk.
Czy masz w lodówce nabiał?

Pieczywo – Bakkerijproducten. Dit zijn producten zoals brood, gebak en andere gebakken goederen.
Codziennie rano kupuję świeże pieczywo.

Specifieke producten en termen

Chleb – Brood. Een basisvoedingsmiddel dat je in elke supermarkt kunt vinden.
Chciałbym kupić bochenek chleba.

Mleko – Melk. Een zuivelproduct dat vaak in de supermarkt te vinden is.
PotrzebujÄ™ mleka do kawy.

Ser – Kaas. Een ander zuivelproduct, beschikbaar in verschillende soorten.
Czy masz jakiÅ› dobry ser?

Jajka – Eieren. Een basisvoedingsmiddel dat vaak in dozen wordt verkocht.
Kup pudełko jajek, proszę.

MasÅ‚o – Boter. Een zuivelproduct dat vaak als smeersel wordt gebruikt.
Czy masz masło w lodówce?

Betalingen en prijzen

Cena – Prijs. Dit is hoeveel iets kost.
Jaka jest cena tego produktu?

Gotówka – Contant geld. Een betalingsmethode waarbij je met fysiek geld betaalt.
Czy mogę zapłacić gotówką?

Karta kredytowa – Creditcard. Een andere veelgebruikte betalingsmethode.
Czy akceptujecie karty kredytowe?

Rachunek – Rekening. Dit is een overzicht van wat je moet betalen.
PoproszÄ™ rachunek.

Reszta – Wisselgeld. Dit is het geld dat je terugkrijgt als je contant betaalt en meer geeft dan de prijs van het product.
Gdzie jest moja reszta?

Extra handige woorden en uitdrukkingen

Promocja – Promotie. Dit verwijst naar speciale aanbiedingen of kortingen op producten.
Czy ta sukienka jest w promocji?

Produkt – Product. Dit is een algemeen woord voor iets dat je kunt kopen.
Ten produkt jest bardzo popularny.

Klient – Klant. Dit ben jij als je aan het winkelen bent.
Jestem stałym klientem tego sklepu.

Sprzedawca – Verkoper. Dit is de persoon die je helpt met je aankopen.
Sprzedawca był bardzo pomocny.

Reklamacja – Klacht. Dit is wat je indient als je ontevreden bent over een product.
Chciałbym złożyć reklamację.

Het beheersen van deze woordenschat zal je helpen om zelfverzekerder te zijn tijdens het winkelen in Polen. Of je nu kleding, voedsel of andere goederen koopt, deze termen en uitdrukkingen zullen zeker van pas komen. Vergeet niet om te oefenen en deze woorden te gebruiken in echte situaties om je Poolse taalvaardigheid te verbeteren. Veel succes met je taalleeravontuur!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller