Poolse medische terminologie

Het leren van medische terminologie in een vreemde taal kan een uitdagende taak zijn, maar het is ook ontzettend waardevol, vooral als je in de gezondheidszorg werkt of van plan bent om naar een ander land te verhuizen. In dit artikel zullen we de basis van de Poolse medische terminologie behandelen. We beginnen met enkele veelvoorkomende woorden en zinnen die je vaak zult tegenkomen in medische situaties.

Anatomie en lichaamsdelen

Serce – hart. Het is het orgaan dat bloed door het lichaam pompt.
Doktor powiedział, że moje serce jest zdrowe.

Płuco – long. Dit is het orgaan dat verantwoordelijk is voor de ademhaling.
Pacjent ma raka płuc.

Żołądek – maag. Het orgaan dat voedsel verteert.
Po zjedzeniu obiadu mój żołądek boli.

Wątroba – lever. Een orgaan dat helpt bij het reinigen van het bloed en het produceren van gal.
Wyniki testów pokazują, że moja wątroba działa prawidłowo.

Nerka – nier. Een orgaan dat afvalstoffen uit het bloed filtert.
Muszę pić dużo wody, aby moje nerki były zdrowe.

Symptomen en ziektes

Gorączka – koorts. Een verhoogde lichaamstemperatuur meestal door een infectie.
Mam gorączkę i czuję się bardzo słaby.

Kaszleć – hoesten. Een reflex om lucht en irritanten uit de longen te verwijderen.
Zacząłem kaszleć po przeziębieniu.

Ból – pijn. Onaangename gewaarwording die vaak een signaal is van weefselbeschadiging.
Czuję ból w plecach.

Infekcja – infectie. Het binnendringen en vermenigvuldigen van schadelijke micro-organismen in het lichaam.
Lekarz powiedział, że mam infekcję gardła.

Przeziębienie – verkoudheid. Een virale infectie die de bovenste luchtwegen aantast.
Mam przeziębienie i muszę zostać w łóżku.

Rak – kanker. Een ziekte waarbij cellen ongecontroleerd groeien en zich verspreiden.
Moja ciocia walczy z rakiem piersi.

Medische procedures en behandelingen

Operacja – operatie. Een chirurgische ingreep om een aandoening te behandelen.
Jutro mam operację kolana.

Badanie krwi – bloedtest. Een test waarbij bloed wordt afgenomen voor analyse.
Muszę zrobić badanie krwi na czczo.

Recepta – recept. Een schriftelijke instructie van een arts voor het verstrekken van medicijnen.
Lekarz wypisał mi receptę na antybiotyki.

Szczepionka – vaccin. Een stof die wordt toegediend om immuniteit tegen een ziekte te verlenen.
Dostałem szczepionkę przeciw grypie.

Rehabilitacja – revalidatie. Therapie om te helpen herstellen van een ziekte of blessure.
Po operacji będę potrzebował rehabilitacji.

Medisch personeel

Lekarz – dokter. Een professioneel die ziekten diagnosticeert en behandelt.
Mam wizytę u lekarza o dziesiątej.

Pielęgniarka – verpleegkundige. Een persoon die zorg verleent aan patiënten.
Pielęgniarka zmieniła mi opatrunek.

Chirurg – chirurg. Een arts die gespecialiseerd is in het uitvoeren van operaties.
Chirurg przeprowadził skomplikowaną operację.

Farmaceuta – apotheker. Een professional die medicijnen verstrekt en advies geeft over het gebruik ervan.
Farmaceuta wyjaśnił, jak brać lekarstwa.

Ratownik medyczny – paramedicus. Iemand die medische noodhulp verleent.
Ratownik medyczny przyjechał bardzo szybko.

Medische uitrusting en benodigdheden

Stetoskop – stethoscoop. Een instrument dat wordt gebruikt om naar het hart en de longen te luisteren.
Doktor użył stetoskopu do zbadania mojego serca.

Termometr – thermometer. Een apparaat om de lichaamstemperatuur te meten.
Muszę sprawdzić temperaturę termometrem.

Strzykawka – injectiespuit. Een instrument gebruikt om vloeistoffen in het lichaam te injecteren.
Pielęgniarka użyła strzykawki do podania leku.

Plaster – pleister. Een kleefmiddel gebruikt om kleine wonden af te dekken.
Na skaleczenie nałożyłem plaster.

Wózek inwalidzki – rolstoel. Een stoel op wielen gebruikt door mensen die niet kunnen lopen.
Pacjent porusza się na wózku inwalidzkim.

Farmaceutische termen

Antybiotyk – antibioticum. Medicijnen die bacteriële infecties bestrijden.
Lekarz przepisał mi antybiotyk na infekcję.

Środek przeciwbólowy – pijnstiller. Medicatie die pijn vermindert.
Wziąłem środek przeciwbólowy na ból głowy.

Syrop – siroop. Een vloeibaar medicijn, vaak gebruikt tegen hoest.
Kupiliśmy syrop na kaszel.

Krople – druppels. Vloeistof die in kleine hoeveelheden wordt toegediend, vaak voor ogen of oren.
Muszę używać kropli do oczu trzy razy dziennie.

Maść – zalf. Een smeerbaar medicijn voor huidtoepassingen.
Nałożyłem maść na oparzenie.

Conclusie

Het leren van medische terminologie in het Pools kan in het begin ontmoedigend lijken, maar met regelmatige oefening en geduld zul je merken dat je steeds meer vertrouwd raakt met de woorden en hun gebruik. Door de basis te kennen, zoals hierboven beschreven, kun je jezelf beter voorbereiden op medische situaties en effectiever communiceren met zorgverleners in Polen. Blijf oefenen en wees niet bang om te vragen als je iets niet begrijpt. Veel succes met je taalleerreis!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller