Perzische woorden voor dagelijkse gesprekken


Groeten en Basisuitdrukkingen


Het Perzisch, ook wel bekend als Farsi, is een rijke en melodieuze taal die wordt gesproken in Iran, Afghanistan (Dari) en Tadzjikistan (Tadzjieks). Voor Nederlandse sprekers die Perzisch willen leren, zijn er enkele fundamentele woorden en uitdrukkingen die nuttig zijn voor dagelijkse gesprekken. Hier zijn enkele essentiële Perzische woorden en hun betekenissen.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

سلام (salaam) – Hallo
Een eenvoudige en beleefde manier om iemand te begroeten.

سلام! حال شما چطور است؟

خداحافظ (khodaa haafez) – Tot ziens
Een gebruikelijke manier om afscheid te nemen.

خداحافظ! فردا می‌بینمت.

بله (bale) – Ja
Een positief antwoord op een vraag.

آیا شما ایرانی هستید؟ بله.

نه (na) – Nee
Een negatief antwoord op een vraag.

آیا شما انگلیسی صحبت می‌کنید؟ نه.

لطفا (lotfan) – Alsjeblieft
Gebruikt om beleefdheid aan te geven wanneer je iets vraagt.

لطفا یک فنجان چای به من بدهید.

متشکرم (moteshakkeram) – Dank u
Een beleefde manier om dankbaarheid te uiten.

متشکرم برای کمک شما.

Vragen en Antwoorden

چطور (chetowr) – Hoe
Wordt gebruikt om te vragen naar de manier waarop iets gebeurt.

چطور به اینجا آمدی؟

کی (key) – Wanneer
Gebruikt om naar tijd te vragen.

کی به خانه می‌روی؟

کجا (kojaa) – Waar
Gebruikt om naar een plaats te vragen.

کجا زندگی می‌کنی؟

چرا (cheraa) – Waarom
Gebruikt om naar de reden voor iets te vragen.

چرا دیر کردی؟

چه (che) – Wat
Gebruikt om naar iets specifieks te vragen.

چه چیزی می‌خواهی؟

چه کسی (che kasi) – Wie
Gebruikt om naar een persoon te vragen.

چه کسی با شما بود؟

Dagelijkse Activiteiten

خوردن (khordan) – Eten
Een veelgebruikte werkwoord voor de handeling van eten.

من می‌خواهم ناهار بخورم.

نوشیدن (nushidan) – Drinken
Een werkwoord dat wordt gebruikt voor het drinken.

آیا می‌خواهید چای بنوشید؟

خوابیدن (khaabidan) – Slapen
Een werkwoord voor de handeling van slapen.

او زود خوابید.

کار کردن (kaar kardan) – Werken
Gebruikt om de handeling van werken te beschrijven.

من هر روز از ساعت ۹ تا ۵ کار می‌کنم.

مطالعه کردن (motaale’e kardan) – Studeren
Een werkwoord dat wordt gebruikt voor de handeling van studeren of lezen.

او در کتابخانه مطالعه می‌کند.

بازی کردن (baazi kardan) – Spelen
Een werkwoord dat wordt gebruikt voor de handeling van spelen.

بچه‌ها در پارک بازی می‌کنند.

Nuttige Zelfstandige Naamwoorden

خانه (khaane) – Huis
Een plaats waar iemand woont.

خانه من نزدیک به مدرسه است.

مدرسه (madrese) – School
Een plaats waar onderwijs wordt gegeven.

خواهر من به مدرسه می‌رود.

کتاب (ketaab) – Boek
Een verzameling van geschreven of gedrukte bladen.

من یک کتاب جدید خریدم.

ماشین (maashin) – Auto
Een voertuig dat wordt gebruikt voor transport.

پدرم یک ماشین قرمز دارد.

دوست (dust) – Vriend
Een persoon met wie je een wederzijdse band hebt.

دوست من خیلی مهربان است.

خانواده (khaanewaade) – Familie
Een groep mensen die met elkaar verwant zijn.

من خانواده بزرگ دارم.

Tijd en Datum

امروز (emrooz) – Vandaag
De huidige dag.

امروز هوا خیلی خوب است.

فردا (fardaa) – Morgen
De dag na vandaag.

فردا به مسافرت می‌روم.

دیروز (dirooz) – Gisteren
De dag voor vandaag.

دیروز باران می‌بارید.

ساعت (saa’at) – Uur
Een eenheid van tijd.

ساعت چند است؟

دقیقه (daghighe) – Minuut
Een eenheid van tijd, kleiner dan een uur.

من پنج دقیقه دیر کردم.

ثانیه (saanie) – Seconde
Een eenheid van tijd, kleiner dan een minuut.

لطفا چند ثانیه صبر کنید.

Emoties en Gevoelens

خوشحال (khoshhaal) – Blij
Een staat van geluk of vreugde.

من از دیدن شما خوشحال شدم.

غمگین (ghamgin) – Verdrietig
Een staat van verdriet of droefheid.

او به خاطر خبر بد غمگین است.

عصبانی (asabani) – Boos
Een staat van woede.

او به خاطر رفتار شما عصبانی شد.

ترسیده (tarside) – Bang
Een staat van angst.

بچه‌ها از تاریکی ترسیده‌اند.

مضطرب (moztareb) – Zenuwachtig
Een staat van nervositeit of angst.

او قبل از امتحان مضطرب بود.

آرام (aaraam) – Kalm
Een staat van rust of vrede.

بعد از مدیتیشن او آرام شد.

Richtingen en Plaatsen

چپ (chap) – Links
Een richting.

لطفا به چپ بپیچید.

راست (raast) – Rechts
Een richting.

باید به راست بپیچید.

جلو (jelow) – Voor
Een plaatsbepaling.

ماشین جلو خانه پارک شده است.

پشت (posht) – Achter
Een plaatsbepaling.

پشت درخت پنهان شد.

بالا (balaa) – Boven
Een plaatsbepaling.

پرنده بالا درخت نشسته است.

پایین (paayin) – Beneden
Een plaatsbepaling.

او پایین پله‌ها ایستاده است.

Conclusie

Het leren van deze fundamentele Perzische woorden kan je helpen om dagelijkse gesprekken te voeren en je begrip van de taal te verdiepen. Door regelmatig te oefenen en deze woorden in je dagelijkse leven te gebruiken, zul je merken dat je steeds comfortabeler wordt met het Perzisch. Blijf oefenen en wees niet bang om fouten te maken, want dat is een essentieel onderdeel van het leerproces. Veel succes met je taalleerreis!

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller