निर्माण (nirmāṇ)
Dit woord betekent “constructie” of “bouw” in het Nederlands. Het verwijst naar het proces van het bouwen of assembleren van iets, vooral gebouwen of infrastructuur.
निर्माण कार्य सुरु भयो।
घर (ghar)
Dit woord betekent “huis” in het Nederlands. Het is een basiswoord dat verwijst naar een woning of een gebouw waarin mensen wonen.
उनीहरूको नयाँ घर ठूला इँटाले बनेको छ।
भवन (bhavan)
Dit woord vertaalt naar “gebouw” in het Nederlands. Het verwijst naar een constructie die bedoeld is voor bewoning, werk of andere doeleinden.
नयाँ भवनको उद्घाटन भव्य समारोहमा गरियो।
ईंट (īṇṭ)
Dit woord betekent “baksteen” in het Nederlands. Het is een bouwmateriaal dat wordt gebruikt voor het maken van muren en andere structuren.
उनीहरूले पुराना ईंटहरू पुनः प्रयोग गरे।
सीमेन्ट (sīmēnṭ)
Dit woord betekent “cement” in het Nederlands. Het is een bindmiddel dat wordt gebruikt in de bouw om bakstenen en andere materialen samen te voegen.
सीमेन्टको थुप्रो तयार पारियो।
Specifieke termen voor bouwmaterialen
बालुवा (bāluvā)
Dit woord betekent “zand” in het Nederlands. Zand wordt vaak gebruikt in combinatie met cement om beton te maken.
बालुवा र सीमेन्टको मिश्रण तयार भयो।
गिट्टी (giṭṭī)
Dit woord betekent “grind” in het Nederlands. Grind wordt vaak gebruikt in beton en andere bouwmaterialen voor extra sterkte.
गिट्टीलाई मिलाएर राम्रो कंक्रीट बनाइन्छ।
काठ (kāṭh)
Dit woord betekent “hout” in het Nederlands. Hout wordt vaak gebruikt voor de bouw van frames, deuren, ramen en soms zelfs hele huizen.
नयाँ घरमा धेरै काठ प्रयोग गरिएको छ।
फलाम (phalām)
Dit woord betekent “ijzer” in het Nederlands. Ijzer wordt vaak gebruikt voor versteviging van beton en voor het maken van gereedschap.
फलामको छडहरू राखेर पर्खाल बनाइयो।
प्लास्टर (plāsṭar)
Dit woord betekent “pleister” in het Nederlands. Pleister wordt gebruikt om muren en plafonds glad te maken.
पर्खालमा नयाँ प्लास्टर लगाइयो।
Gereedschappen en machines
हथौडा (hathaudā)
Dit woord betekent “hamer” in het Nederlands. Een hamer is een veelgebruikt gereedschap in de bouw.
हामीले हतौडा प्रयोग गरेर काठ ठोकेका छौं।
प्लास (plās)
Dit woord betekent “tang” in het Nederlands. Tangen worden gebruikt om dingen vast te houden, te knippen of te buigen.
प्लासले तार काटियो।
ड्रील (ḍrīl)
Dit woord betekent “boor” in het Nederlands. Een boor wordt gebruikt om gaten te maken in verschillende materialen zoals hout, metaal en beton.
ड्रीलले पर्खालमा प्वाल पारियो।
सिढी (siḍhī)
Dit woord betekent “ladder” in het Nederlands. Een ladder is een draagbaar hulpmiddel dat bestaat uit sporten die worden gebruikt om omhoog of omlaag te klimmen.
उनी सिढी चढेर छतमा पुगे।
स्क्रू (skrū)
Dit woord betekent “schroef” in het Nederlands. Schroeven worden gebruikt om dingen aan elkaar te bevestigen.
स्क्रू लगाएर पर्खालमा बोर्ड ठोकेका छौं।
Constructieprocessen
खन्नु (khannu)
Dit woord betekent “graven” in het Nederlands. Dit is een veelvoorkomend proces in de bouw, vooral bij het leggen van funderingen.
उनीहरूले नयाँ भवनको लागि जग खन्न थाले।
भराइ (bharāi)
Dit woord betekent “opvullen” in het Nederlands. Dit proces wordt vaak gebruikt om gaten of ruimtes met materiaal te vullen.
गहिरो खाडललाई बालुवाले भराइयो।
जडान (jaḍān)
Dit woord betekent “installatie” in het Nederlands. Dit verwijst naar het proces van het installeren van apparatuur of systemen in een gebouw.
नयाँ बत्ति जडान गरियो।
समतल (samatal)
Dit woord betekent “egaleren” in het Nederlands. Dit proces wordt vaak gebruikt om een oppervlak glad en gelijk te maken.
कर्मचारीहरूले जमिन समतल पारे।
रङ्गाउनु (raṅgāunu)
Dit woord betekent “schilderen” in het Nederlands. Dit is het proces van het aanbrengen van verf op een oppervlak zoals muren of plafonds.
नयाँ घरलाई सेतो रङ्गले रङ्गाइयो।
Afwerking en decoratie
टाइल (ṭāil)
Dit woord betekent “tegel” in het Nederlands. Tegels worden vaak gebruikt voor vloeren, muren en werkbladen.
भान्साकोठामा नयाँ टाइल राखियो।
काठको काम (kāṭhko kām)
Dit woord betekent “timmerwerk” in het Nederlands. Dit verwijst naar het werk dat wordt gedaan met hout voor decoratie of structuur.
काठको कामले घरलाई सुन्दर बनायो।
झ्याल (jhyāl)
Dit woord betekent “raam” in het Nederlands. Ramen zijn openingen in muren die licht en lucht in een gebouw laten.
नयाँ झ्यालहरू स्थापना गरियो।
ढोका (ḍhokā)
Dit woord betekent “deur” in het Nederlands. Deuren geven toegang tot en sluiten ruimtes in een gebouw af.
मुख्य ढोका निकै ठूलो छ।
परदा (pardā)
Dit woord betekent “gordijn” in het Nederlands. Gordijnen worden gebruikt om ramen te bedekken en licht te blokkeren.
नयाँ पर्दाहरू झ्यालमा झुन्ड्याइयो।
Conclusie
Het leren van deze Nepalese woorden voor constructie en gebouwen kan je helpen om beter te communiceren en te begrijpen wat er gebeurt in een bouwomgeving in Nepal. Of je nu een professional in de bouw bent of gewoon geïnteresseerd bent in de taal, deze woorden zijn een waardevolle aanvulling op je vocabulaire. Blijf oefenen en verken meer woorden en zinnen om je taalvaardigheden te verbeteren.