Navigatie- en richtingszinnen in het Deens

Navigeren in een nieuw land kan een uitdaging zijn, vooral als je de taal nog niet helemaal beheerst. In dit artikel zullen we enkele belangrijke Deense navigatie- en richtingszinnen bespreken die je kunnen helpen je weg te vinden. We zullen ook enkele nuttige Deense woorden en hun betekenissen behandelen.

Basisrichtingen

Nord – Noorden

Nord verwijst naar de richting van het noorden.
Kompasset peger mod nord.

Syd – Zuid

Syd betekent de richting van het zuiden.
De rejste mod syd.

Øst – Oosten

Øst betekent de richting van het oosten.
Solen står op i øst.

Vest – Westen

Vest betekent de richting van het westen.
Solen går ned i vest.

Specifieke richtingen

Frem – Vooruit

Frem betekent dat je naar voren moet gaan.
Gå frem til næste lyskryds.

Tilbage – Terug

Tilbage betekent dat je terug moet gaan.
Gå tilbage til rundkørslen.

Højre – Rechts

Højre betekent de richting naar rechts.
Drej højre ved hjørnet.

Venstre – Links

Venstre betekent de richting naar links.
Tag venstre ved lyskrydset.

Gebruik van openbare vervoermiddelen

Bus – Bus

Bus verwijst naar een groot voertuig voor openbaar vervoer.
Jeg skal tage bussen til arbejde.

Station – Station

Station is een plaats waar treinen stoppen om passagiers op te pikken en af te zetten.
Vi mødes på stationen.

Tog – Trein

Tog betekent een spoorvoertuig dat passagiers of goederen vervoert.
Toget ankommer om fem minutter.

Metro – Metro

Metro verwijst naar een ondergronds openbaar vervoersysteem.
Jeg tager metroen til byen.

Veelvoorkomende navigatiezinnen

Hvordan kommer jeg til… – Hoe kom ik bij…

Deze zin gebruik je om te vragen hoe je ergens komt.
Hvordan kommer jeg til hovedbanegården?

Er det langt herfra? – Is het ver van hier?

Gebruik deze zin om te vragen of een locatie ver weg is.
Er det langt herfra til museet?

Hvor er nærmeste… – Waar is de dichtstbijzijnde…

Deze zin helpt je om de dichtstbijzijnde faciliteit te vinden.
Hvor er nærmeste toilet?

Kan du vise mig p̴ kortet? РKunt u het me op de kaart laten zien?

Gebruik deze zin als je wilt dat iemand je iets op een kaart aanwijst.
Kan du vise mig på kortet?

Jeg er faret vild – Ik ben verdwaald

Gebruik deze zin om aan te geven dat je verdwaald bent.
Jeg er faret vild. Kan du hjælpe mig?

Specifieke locaties

Hotel – Hotel

Een hotel is een plaats waar mensen tijdelijk verblijven.
Vi bor på et hotel i centrum.

Restaurant – Restaurant

Een restaurant is een plaats waar je kunt eten.
Vi spiser middag på et restaurant.

Butik – Winkel

Een butik is een plaats waar je goederen kunt kopen.
Jeg skal til butikken for at købe brød.

Supermarked – Supermarkt

Een supermarked is een grote winkel waar je levensmiddelen en huishoudelijke artikelen kunt kopen.
Vi handler i supermarkedet.

Park – Park

Een park is een openbare ruimte met gras en bomen waar mensen kunnen wandelen en ontspannen.
Vi går en tur i parken.

Handige woorden

Gade – Straat

Een gade is een openbare weg in een stad of dorp.
Vi bor på en stille gade.

Vej – Weg

Een vej is een pad of route voor voertuigen en voetgangers.
Denne vej fører til stranden.

Torv – Plein

Een torv is een open ruimte in een stad, vaak omgeven door gebouwen.
Markedspladsen er på det store torv.

By – Stad

Een by is een grote en permanente nederzetting.
København er en smuk by.

Bro – Brug

Een bro is een constructie die een weg, spoor of pad over een obstakel zoals een rivier of vallei leidt.
Vi krydsede broen over floden.

Navigeren in een vreemd land kan aanvankelijk intimiderend zijn, maar met de juiste zinnen en woorden kun je al snel je weg vinden. Oefen deze Deense zinnen en woorden regelmatig, en je zult merken dat je steeds zelfverzekerder wordt in je vermogen om je in Denemarken te verplaatsen. Veel succes en god rejse!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller