Natuur is essentieel voor ons welzijn en veel mensen vinden het heerlijk om zich te verdiepen in verschillende talen om meer over de natuur te kunnen leren. Het Portugees, met zijn rijke geschiedenis en wereldwijde aanwezigheid, biedt een prachtig palet aan woorden om natuurfenomenen te beschrijven. In dit artikel gaan we ons verdiepen in enkele Portugeese woorden die verwant zijn aan de natuur.
Bosque
Bos, woud.
Eu gosto de caminhar no bosque para relaxar.
Een bosque is wat wij in het Nederlands kennen als een bos. Wanneer iemand Portugese landschappen verkent, zal deze term regelmatig van pas komen.
Flor
Bloem.
Cada primavera, a flor dá cores vivas ao jardim.
Het woord flor wordt gebruikt om een bloem aan te duiden. Dit woord is vooral handig om te kennen wanneer je door een Portugese tuin loopt of over de lokale flora spreekt.
Praia
Strand.
A praia é o meu lugar favorito para visitar no verão.
De praia is het Portugese woord voor strand. Denk aan de prachtige stranden van Portugal en Brazilië waar dit woord zeer toepasselijk is.
Montanha
Berg.
Adoro escalar montanhas e sentir o ar puro.
Montanha betekent berg. Natuurliefhebbers die op zoek zijn naar avontuur in de hoogte zullen dit woord vaak gebruiken.
Rio
Rivier.
O rio corta a floresta e desemboca no oceano.
Een rivier wordt in het Portugees een rio genoemd. Het is een veelvoorkomend natuurverschijnsel en een belangrijk onderdeel van veel ecosystemen.
Mar
Zee.
Gosto de ouvir as ondas do mar batendo na areia.
Het woord mar wordt gebruikt om de zee aan te duiden. Het omvat alles van de open oceaan tot de tamme kustwaters.
Céu
Hemel, lucht.
À noite, o céu fica cheio de estrelas.
Céu is het Portugese woord voor de hemel of de lucht. Dit woord is onmisbaar bij het beschrijven van het weer of het bewonderen van een zonsondergang.
Estrela
Ster.
Você pode fazer um pedido quando vir uma estrela cadente.
Estrela betekent ster. Dit woord wordt vaak gebruikt in de context van sterrenkijken of het constateren van heldere luchten tijdens de nacht.
Nuvem
Wolk.
A nuvem parece um algodão no céu.
Een wolk, of in het Portugees nuvem, is een alledaags natuurverschijnsel en essentieel binnen het vocabulaire van het weer.
Arvore
Boom.
A arvore fornece sombra nos dias quentes de verão.
Het woord arvore staat voor boom. Dit woord is bijzonder handig wanneer je een wandeling maakt in een van de vele bossen of parken die Portugal rijk is.
Chuva
Regen.
Eu gosto do som da chuva batendo na janela.
Chuva betekent regen en is een term die vaak gebruikt wordt om het weer te beschrijven, of dat nu de lichte motregen is of een heftige plensbui.
Sol
Zon.
O sol brilha forte no céu azul.
Het woord sol betekent zon en wordt gebruikt in vele contexten, van het weer tot het uitdrukken van vrolijkheid en warmte.
Pássaro
Vogel.
O pássaro canta todas as manhãs na minha janela.
Pássaro is het Portugese woord voor vogel. Voor vogelliefhebbers is dit een woord dat hun vocabulaire zal verrijken.
Pedra
Steen, rots.
A pedra no meio do rio altera o curso da água.
Pedra kan verwijzen naar zowel een steen als een rots en wordt vaak gebruikt in zowel geologische als poëtische contexten.
Areia
Zand.
A areia da praia é macia e quente sob meus pés.
Het woord areia betekent zand en is onmisbaar wanneer je het hebt over stranden, woestijnen of zandkastelen.
Cachoeira
Waterval.
A cachoeira deságua num lago cristalino.
Een cachoeira is een waterval, een natuurlijke attractie die vaak bezocht wordt voor haar schoonheid en grandeur.
Floresta
Woud, oerwoud, bos.
A floresta está cheia de vida selvagem e mistérios.
Floresta gaat iets verder dan bosque en wordt vaak gebruikt om dichtere en meer doorgroeide bossen aan te duiden, zoals een woud of een oerwoud.