Letse woorden die u moet kennen voor A2-niveau

De Letse taal is een fascinerende en rijke taal met een lange geschiedenis. Voor degenen die net beginnen met het leren van Lets, kan het soms een uitdaging zijn om de basiswoordenschat onder de knie te krijgen. In dit artikel zullen we enkele essentiƫle Letse woorden en uitdrukkingen bespreken die u moet kennen voor het A2-niveau. Deze woorden zullen u helpen om dagelijkse gesprekken te voeren en u meer vertrouwd te maken met de Letse cultuur.

Basiswoorden en begroetingen

Een van de eerste dingen die u zult leren in elke taal zijn de basiswoorden en begroetingen. Deze vormen de ruggengraat van uw dagelijkse communicatie en helpen u om beleefd en sociaal te zijn.

Labdien – Goedendag
Labvakar – Goedenavond
LabrÄ«t – Goedemorgen
Uz redzÄ“Å”anos – Tot ziens
Jā – Ja
Nē – Nee
LÅ«dzu – Alstublieft
Paldies – Dank u
Atvainojiet – Sorry

Vragen en zinnen voor dagelijkse communicatie

Het kunnen stellen van vragen en het begrijpen van eenvoudige zinnen is cruciaal voor effectieve communicatie. Hier zijn enkele veelvoorkomende vragen en zinnen die u vaak zult gebruiken.

Kas tas ir? – Wat is dat?
Cik tas maksā? – Hoeveel kost het?
Kā jÅ«s sauc? – Hoe heet u?
Kā iet? – Hoe gaat het?
Kāds ir jÅ«su tālruņa numurs? – Wat is uw telefoonnummer?
Vai jÅ«s runājat angliski? – Spreekt u Engels?

Familie en relaties

Het bespreken van uw familie en relaties is een belangrijk aspect van sociale interactie. Hier zijn enkele woorden die u zullen helpen om over uw familie te praten.

Māte – Moeder
Tēvs – Vader
Brālis – Broer
Māsa – Zus
Vecmāmiņa – Grootmoeder
Vectēvs – Grootvader
Draugs – Vriend
Draudzene – Vriendin

Eten en drinken

Het praten over eten en drinken is een essentieel onderdeel van het dagelijks leven. Of u nu boodschappen doet, uit eten gaat of een maaltijd bereidt, deze woorden zullen u zeker van pas komen.

Brokastis – Ontbijt
Pusdienas – Lunch
Vakariņas – Diner
ÅŖdens – Water
Sula – Sap
Kafija – Koffie
Tēja – Thee
Maize – Brood
Siers – Kaas
Ābols – Appel

Vervoer en reizen

Als u in Letland reist of zich door de stad verplaatst, is het handig om enkele basiswoorden en zinnen te kennen die met vervoer te maken hebben.

Autobuss – Bus
Vilciens – Trein
Taksometrs – Taxi
LidmaŔīna – Vliegtuig
Biļete – Ticket
Stacija – Station
Osta – Haven
Ceļojums – Reis

Winkelen

Winkelen kan een plezierige activiteit zijn, vooral als u de juiste woorden kent om te gebruiken. Hier zijn enkele nuttige woorden en zinnen voor als u gaat winkelen.

Veikals – Winkel
Pārdevējs – Verkoper
Klients – Klant
Cena – Prijs
Atlaide – Korting
Skaits – Aantal
Izmērs – Maat
Krāsa – Kleur

Weer

Het weer is altijd een populair gespreksonderwerp. Hier zijn enkele woorden en uitdrukkingen die u zullen helpen om over het weer te praten.

Laiks – Weer
Saulains – Zonnig
Lietus – Regen
Sniegs – Sneeuw
Auksts – Koud
Karsts – Warm
Mākoņains – Bewolkt
VējÅ” – Wind

Gezondheid en noodsituaties

In geval van een noodsituatie is het belangrijk om enkele basiswoorden en zinnen te kennen die u kunnen helpen om hulp te vragen.

Ārsts – Dokter
Ātrā palÄ«dzÄ«ba – Ambulance
Aptieka – Apotheek
Zāles – Medicijnen
Es jÅ«tos slikti – Ik voel me niet goed
Man sāp – Ik heb pijn
PalÄ«dziet! – Help!

Vrije tijd en hobby’s

Praten over uw vrije tijd en hobby’s kan een leuke manier zijn om mensen te leren kennen en gemeenschappelijke interesses te vinden.

LasÄ«t – Lezen
RakstÄ«t – Schrijven
SkrieÅ”ana – Hardlopen
PeldÄ“Å”ana – Zwemmen
MÅ«zika – Muziek
CeļoÅ”ana – Reizen
FotografÄ“Å”ana – Fotografie
Sports – Sport

Tijd en dagen van de week

Het kennen van de dagen van de week en hoe u de tijd kunt aangeven is essentieel voor het plannen van uw dagelijkse activiteiten.

Pirmdiena – Maandag
Otrdiena – Dinsdag
TreÅ”diena – Woensdag
Ceturtdiena – Donderdag
Piektdiena – Vrijdag
Sestdiena – Zaterdag
Svētdiena – Zondag
Stunda – Uur
MinÅ«te – Minuut
Pulkstenis – Klok

Getallen

Het kunnen tellen en het kennen van getallen is een fundamenteel aspect van elke taal. Hier zijn de getallen van 1 tot 10 in het Lets.

Viens – Een
Divi – Twee
TrÄ«s – Drie
Četri – Vier
Pieci – Vijf
SeÅ”i – Zes
Septiņi – Zeven
Astoņi – Acht
Deviņi – Negen
Desmit – Tien

Bijvoeglijke naamwoorden

Bijvoeglijke naamwoorden helpen ons om dingen te beschrijven en duidelijker te maken. Hier zijn enkele veelvoorkomende bijvoeglijke naamwoorden die u moet kennen.

Liels – Groot
Mazs – Klein
Skaists – Mooi
Gars – Lang
ÄŖss – Kort
Labs – Goed
Slikts – Slecht
Jauns – Jong
Vecs – Oud

Werkwoorden

Werkwoorden zijn de actiewoorden in zinnen en zijn essentieel voor het uitdrukken van wat u doet. Hier zijn enkele basiswerkwoorden die u moet kennen.

BÅ«t – Zijn
DarÄ«t – Doen
Redzēt – Zien
Dzirdēt – Horen
Runāt – Spreken
RakstÄ«t – Schrijven
LasÄ«t – Lezen
Ēst – Eten
Dzert – Drinken
Spēlēt – Spelen

Kleuren

Kleuren helpen ons om de wereld om ons heen te beschrijven. Hier zijn enkele basis Letse woorden voor kleuren.

Sarkans – Rood
Zils – Blauw
Dzeltens – Geel
ZaļŔ – Groen
Balts – Wit
Melns – Zwart
BrÅ«ns – Bruin
Oranžs – Oranje
Rozā – Roze
Pelēks – Grijs

Voorzetsels

Voorzetsels geven ons extra informatie over tijd, plaats en richting. Hier zijn enkele veelvoorkomende Letse voorzetsels.

Uz – Op
Pie – Bij
Zem – Onder
Virzienā – Naar
No – Van
Ar – Met
Bez – Zonder
Par – Over
LÄ«dz – Tot

Conclusie

Het leren van deze basiswoorden en zinnen zal u helpen om uw Letse taalvaardigheden te verbeteren en u meer zelfvertrouwen te geven in uw dagelijkse communicatie. Blijf oefenen en gebruik deze woorden zoveel mogelijk in uw gesprekken. Onthoud dat taal leren tijd en geduld vergt, maar met doorzettingsvermogen zult u snel vooruitgang boeken. Veel succes met uw Letse taalleerreis!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller