Italiaanse woordenschat voor eten en dineren

Als je de Italiaanse keuken wilt ontdekken of eenvoudigweg wilt bestellen in een Italiaans restaurant zonder een vertaalapp te moeten raadplegen, is het essentieel om een basiswoordenschat te hebben. Hieronder vind je verschillende Italiaanse woorden die je helpen bij het kiezen en genieten van eten en dineren in la bell’Italia of bij het Italiaanse restaurant om de hoek.

Antipasti – Voorgerechten
Dit zijn kleine gerechtjes bedoeld om de eetlust op te wekken voorafgaand aan de hoofdmaaltijd.
Per iniziare, vorrei ordinare alcuni antipasti misti.

Primo – Eerste gang
Dit is meestal een pasta-, rijst- of soepgerecht en het begin van de ‘hoofdmaaltijd’ volgens de Italiaanse traditie.
Come primo piatto, prendo la lasagna.

Secondo – Tweede gang
Het hoofdgerecht, vaak bestaande uit vlees of vis, geserveerd met een bijgerecht.
Il secondo di oggi è branzino al forno.

Contorno – Bijgerecht
Dit gaat meestal samen met de secondo en bestaat uit groente of salade.
Come contorno prendiamo una porzione di patate arrosto.

Dolce – Nagerecht
Zoete afsluiter van de maaltijd, zoals gelato of tiramisu.
Per dolce, ho deciso di provare il pannacotta.

Coperto – Dekgeld
Een kleine toeslag die in sommige Italiaanse restaurants in rekening wordt gebracht voor brood en bestek.
Nel ristorante c’è un coperto di due euro a persona.

Menu – Menu
De lijst met gerechten waaruit je kunt kiezen.
Posso vedere il menu, per favore?

Vino – Wijn
Een populair alcoholisch drankje dat vaak bij Italiaanse maaltijden gedronken wordt.
Vorrei una bottiglia di vino rosso della casa.

Bibita/ Bevanda – Drankje
Elke vloeistof die je kunt drinken; kan zowel alcoholisch als niet-alcoholisch zijn.
Come bevanda, prendiamo due acqua frizzante.

Aperitivo – Aperitief
Een drankje voor de maaltijd bedoeld om de eetlust te stimuleren.
Prima di cena, ci piace gustare un Aperol Spritz come aperitivo.

Digestivo – Digestief
Een drankje na de maaltijd om de spijsvertering te bevorderen, vaak een likeur of grappa.
Dopo un pasto abbondante, un digestivo ci sta benissimo.

Il conto – De rekening
Wat je vraagt om te betalen na het eten.
Potremmo avere il conto, per favore?

Prenotazione – Reservering
Een gemaakte afspraak om een tafel in een restaurant te reserveren.
Ho fatto una prenotazione a nome Rossi per questa sera.

Cucina – Keuken
De kookstijl of de plaats waar het eten bereid wordt.
Mi piace la cucina italiana perché è molto varia.

Pasta al dente
Pasta gekookt tot hij stevig is, maar niet hard.
Mi piace la pasta al dente, non troppo cotta.

Espresso – Sterke Italiaanse koffie
Een sterkere koffie die meestal na de maaltijd gedronken wordt.
Dopo cena, un espresso è l’ideale.

Pizzaiolo – Pizzabakker
Iemand die gespecialiseerd is in het maken van pizza.
Il pizzaiolo di questo ristorante prepara una pizza fantastica.

Gusto – Smaak
De smaak van eten of drank, of een voorkeur voor een bepaald type smaak.
Questo vino ha un gusto molto particolare.

Italiaans eten gaat niet alleen over de smaak, maar ook over de ervaring en het samenzijn. Met deze woorden kun je niet alleen je weg vinden in de menu’s, maar ook meer genieten van de rijke culinaire tradities van Italië. Ga dus gerust naar dat lokale Italiaanse restaurant, of nog beter, maak een reis naar Italië, om je tanden te zetten in de heerlijke gerechten en tegelijkertijd je Italiaanse woordenschat te oefenen. Buon appetito!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller