Als je Italiaans leert en geïnteresseerd bent in bankieren en financiën, dan is het essentieel om specifieke terminologieën te kennen die in deze sector worden gebruikt. In dit artikel vind je een aantal belangrijke Italiaanse termen die nuttig zijn voor bankieren en financiën, compleet met definities en voorbeeldzinnen.
Banca
Bank.
Dit is de plek waar mensen en bedrijven financiële transacties kunnen regelen.
Desidero aprire un conto presso la vostra banca.
Conto corrente
Lopende rekening of betaalrekening.
Een bankrekening die gebruikt wordt voor het dagelijks beheren van inkomsten en uitgaven.
Ho un conto corrente su cui ricevo il mio stipendio.
Deposito
Storting.
Het geld dat op een rekening wordt gezet.
Vorrei fare un deposito sul mio conto corrente.
Prelievo
Opname.
Het geld dat van een rekening wordt afgehaald.
Ho effettuato un prelievo da 200 euro dal bancomat.
Saldo
Banksaldo.
Het totale bedrag dat op een bankrekening staat op een bepaald moment.
Posso controllare il saldo del mio conto?
Bonifico
Overschrijving.
Een methode om geld van de ene bankrekening naar de andere over te maken.
Ho inviato un bonifico per pagare l’affitto.
Interessi
Rente.
Het bedrag dat betaald of verdiend wordt voor het lenen of sparen van geld.
Gli interessi sul mio conto di risparmio sono stati accreditati oggi.
Prestito
Lening.
Een bedrag geld dat tijdelijk aan iemand wordt uitgeleend.
Ho richiesto un prestito per acquistare una nuova auto.
Ipoteca
Hypotheek.
Een soort lening specifiek bedoeld voor de aankoop van onroerend goed.
Abbiamo ottenuto un’ipoteca per comprare la nostra prima casa.
Carta di credito
Creditcard.
Een pas die het mogelijk maakt om nu te kopen en later te betalen.
Ho usato la mia carta di credito per pagare le vacanze.
Carta di debito
Debitcard.
Een pas gekoppeld aan een bankrekening die betalingen mogelijk maakt.
Preferisco usare la carta di debito per le mie spese quotidiane.
Cambio valuta
Valutawissel.
Het omrekenen van de waarde van de ene valuta naar de andere.
Dove posso trovare il miglior tasso di cambio valuta?
Fondo d’investimento
Beleggingsfonds.
Een fonds dat kapitaal van verschillende beleggers samenvoegt en investeert in effecten zoals aandelen en obligaties.
Ho deciso di investire in un fondo d’investimento diversificato.
Azione
Aandeel.
Een eigendomsbewijs van een klein deel van een bedrijf.
Le azioni di quella società sono aumentate di valore.
Obligazione
Obligatie.
Een lening aan een bedrijf of overheid met een vaste looptijd en rente.
Le mie obbligazioni mi garantiscono un interesse fisso ogni anno.
Indice azionario
Aandelenindex.
Een statistische maatstaf die de beweging van de aandelenmarkt weergeeft.
Il FTSE MIB è l’indice azionario di riferimento per la Borsa italiana.
Borsa
Beurs.
De georganiseerde markt waar effecten zoals aandelen en obligaties verhandeld worden.
Molti investitori seguono quotidianamente l’andamento della borsa.
Titolo
Effect.
Een financieel instrument dat een type eigendom in een bedrijf of een schuldverplichting aangeeft.
I titoli governativi sono considerati investimenti a basso rischio.
Plusvalenza
Meerwaarde.
De toename in waarde van een bezit, zoals een effect, boven de aankoopprijs.
Ho realizzato una plusvalenza vendendo le azioni a un prezzo più alto di quello d’acquisto.
Leasing
Lease.
Een overeenkomst waarbij de leasemaatschappij het gebruik van een actief toestaat in ruil voor periodieke betalingen.
Abbiamo preso una macchina nuova in leasing.
Dit zijn enkele basistermen die je moet kennen als je geïnteresseerd bent in de Italiaanse taal met betrekking tot bankieren en financiën. Elk van deze termen zal je helpen om financieel gerelateerde artikelen te begrijpen, het nieuws te volgen of zelfs actief deel te nemen aan gesprekken over dit onderwerp. Het beheersen van deze woordenschat zal je ook meer vertrouwen geven als je met financiële instellingen in Italië te maken krijgt. Vergeet niet om ook de uitspraak te oefenen en probeer deze nieuwe termen te gebruiken in je dagelijkse Italiaanse conversaties. Buono studio!