Hus vs. Lejlighed – Huis versus appartement in het Deens

Bij het leren van een nieuwe taal is het essentieel om praktische en alledaagse woorden en zinnen te beheersen. Een van de eerste dingen die je waarschijnlijk zult willen weten, is hoe je verschillende soorten woningen beschrijft. In het Deens zijn er specifieke woorden voor “huis” en “appartement”, namelijk hus en lejlighed. In dit artikel zullen we deze woorden en hun gebruik verkennen, evenals enkele gerelateerde termen die nuttig kunnen zijn bij het beschrijven van woningen in het Deens.

Hus – Huis

Het Deense woord voor “huis” is hus. Dit woord wordt gebruikt om een zelfstandige woning te beschrijven, meestal met een tuin en vaak meerdere verdiepingen.

Hus (huis)
Een zelfstandige woning die vaak een tuin heeft en meerdere verdiepingen kan hebben.
Jeg bor i et stort hus med en smuk have.

Enfamiliehus

Een specifiek type huis is het enfamiliehus. Dit is een huis dat bedoeld is voor één gezin.

Enfamiliehus (eengezinswoning)
Een huis dat bedoeld is voor bewoning door één gezin.
De har købt et nyt enfamiliehus i forstaden.

Rækkehus

Een ander type huis is het rækkehus, wat een rijtjeshuis betekent. Dit zijn huizen die aan beide zijden verbonden zijn met andere huizen.

Rækkehus (rijtjeshuis)
Een huis dat deel uitmaakt van een rij identieke woningen die aan beide zijden verbonden zijn met andere huizen.
Vi bor i et rækkehus tæt på skolen.

Lejlighed – Appartement

Het Deense woord voor “appartement” is lejlighed. Dit woord wordt gebruikt om een wooneenheid in een groter gebouw te beschrijven, vaak zonder eigen tuin.

Lejlighed (appartement)
Een wooneenheid in een groter gebouw, vaak zonder eigen tuin.
Min søster bor i en lille lejlighed i centrum af byen.

Etværelseslejlighed

Een veelvoorkomend type appartement is de etværelseslejlighed, wat een studio-appartement betekent. Dit is een appartement met één kamer die zowel als woon- als slaapkamer dient.

Etværelseslejlighed (studio-appartement)
Een appartement met één kamer die zowel als woon- als slaapkamer dient.
Han flyttede ind i en etværelseslejlighed efter sin eksamen.

To-værelses lejlighed

Een ander type appartement is de to-værelses lejlighed, wat een tweekamerappartement betekent. Dit appartement heeft een aparte slaapkamer naast de woonruimte.

To-værelses lejlighed (tweekamerappartement)
Een appartement met een aparte slaapkamer naast de woonruimte.
De fandt en dejlig to-værelses lejlighed med udsigt over parken.

Woorden gerelateerd aan woningen

Have

Een belangrijk kenmerk van veel huizen is de have, wat tuin betekent. Een tuin is een buitenruimte waar mensen vaak planten, bloemen en bomen hebben.

Have (tuin)
Een buitenruimte bij een huis waar planten, bloemen en bomen worden gekweekt.
Vi tilbringer meget tid i haven om sommeren.

Altan

In appartementen is een altan, of balkon, vaak een belangrijk kenmerk. Dit is een klein platform aan de buitenkant van een appartement waar mensen buiten kunnen zitten.

Altan (balkon)
Een klein platform aan de buitenkant van een appartement waar mensen buiten kunnen zitten.
Hun nyder at drikke kaffe på altanen om morgenen.

Kælder

Veel huizen hebben een kælder, of kelder. Dit is een ruimte onder het huis, vaak gebruikt voor opslag of als extra woonruimte.

Kælder (kelder)
Een ruimte onder het huis, vaak gebruikt voor opslag of als extra woonruimte.
Deres kælder er omdannet til et hjemmebiograf.

Tag

Elk gebouw heeft een tag, wat dak betekent. Het dak beschermt het huis tegen de elementen.

Tag (dak)
Het bovenste deel van een gebouw dat bescherming biedt tegen de elementen.
De skal have repareret deres tag inden vinteren.

Vindue

Een ander belangrijk onderdeel van zowel huizen als appartementen is het vindue, of raam. Ramen laten licht binnen en bieden uitzicht naar buiten.

Vindue (raam)
Een opening in een muur die licht binnenlaat en uitzicht naar buiten biedt.
Hun elsker at sidde ved vinduet og læse en bog.

Woordenschat in context

Laten we nu enkele zinnen bekijken waarin we deze woorden in context kunnen zien.

Hus en have:
Familien har et stort hus med en smuk have, hvor børnene leger hver dag.

Lejlighed en altan:
De bor i en lejlighed på tredje sal, og de har en lille altan med udsigt over byen.

Kælder en tag:
Huset har en stor kælder, hvor de opbevarer vin, og taget er nyligt repareret.

Vindue in een rækkehus:
Der er mange vinduer i rækkehuset, hvilket gør det meget lyst indeni.

Conclusie

Het begrijpen van de verschillen tussen een hus en een lejlighed in het Deens is een belangrijke stap in het beheersen van de taal, vooral als je in Denemarken woont of van plan bent erheen te verhuizen. Door deze woorden en hun gerelateerde termen te leren, zul je beter in staat zijn om woningen te beschrijven en gesprekken over dit onderwerp te voeren. Blijf oefenen en gebruik deze woorden in je dagelijkse gesprekken om ze echt onder de knie te krijgen. Veel succes met je Deense taalleerreis!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller