Woorden voor Huis
maja – huis
Een maja is een gebouw waarin mensen wonen.
See on minu maja.
korter – appartement
Een korter is een zelfstandige wooneenheid in een gebouw.
Ma elan kolmandal korrusel korteris.
tuba – kamer
Een tuba is een deel van een gebouw dat door muren wordt afgesloten.
Minu tuba on väga suur.
köök – keuken
Een köök is een ruimte waar voedsel wordt bereid en gekookt.
Köök on alati puhas.
vannituba – badkamer
Een vannituba is een ruimte met een badkuip of douche, wastafel en vaak een toilet.
Vannituba on minu lemmikruum.
elutuba – woonkamer
Een elutuba is een kamer in een huis waar mensen samenkomen om te ontspannen en gasten te ontvangen.
Elutuba on väga hubane.
magamistuba – slaapkamer
Een magamistuba is een kamer waar mensen slapen.
Magamistuba on alati vaikne.
keldrikorrus – kelder
Een keldrikorrus is een verdieping van een gebouw die geheel of gedeeltelijk onder de grond ligt.
Me hoiame veine keldrikorrusel.
trepikoda – trappenhuis
Een trepikoda is een ruimte in een gebouw waar de trap zich bevindt.
Trepikoda on alati valgustatud.
Woorden voor Apparaten
külmkapp – koelkast
Een külmkapp is een apparaat dat voedsel koel houdt om het vers te houden.
Külmkapp on täis toitu.
pliit – fornuis
Een pliit is een apparaat waarop gekookt wordt.
Ma küpsetan iga päev pliidil.
ahju – oven
Een ahju is een apparaat dat wordt gebruikt voor het bakken en braden van voedsel.
Ahjus küpsetamine on minu hobi.
pesumasin – wasmachine
Een pesumasin is een apparaat dat wordt gebruikt om kleding te wassen.
Pesumasin on rikki läinud.
kuivati – droger
Een kuivati is een apparaat dat wordt gebruikt om natte kleding te drogen.
Kuivati töötab vaikides.
tolmuimeja – stofzuiger
Een tolmuimeja is een apparaat dat stof en vuil van vloeren opzuigt.
Ma kasutan tolmuimejat iga nädal.
mikrolaineahi – magnetron
Een mikrolaineahi is een apparaat dat voedsel snel opwarmt met behulp van microgolven.
Mikrolaineahi on väga mugav.
nõudepesumasin – vaatwasser
Een nõudepesumasin is een apparaat dat wordt gebruikt om vaatwerk en bestek te wassen.
Nõudepesumasin on täis määrdunud nõusid.
triikraud – strijkijzer
Een triikraud is een apparaat dat wordt gebruikt om kreukels uit kleding te verwijderen.
Ma kasutan triikrauda iga päev.
veekeetja – waterkoker
Een veekeetja is een apparaat dat water verwarmt tot het kookpunt.
Veekeetja keedab vett väga kiiresti.
Meer Woorden voor Huis en Apparaten
lamp – lamp
Een lamp is een apparaat dat licht geeft.
Lamp on minu laual.
peegel – spiegel
Een peegel is een oppervlak dat een beeld reflecteert.
Peegel on vannitoas.
tool – stoel
Een tool is een meubelstuk waarop men kan zitten.
Tool on väga mugav.
laud – tafel
Een laud is een meubelstuk met een plat oppervlak dat wordt gebruikt om dingen op te zetten.
Laud on kaetud toiduga.
riiul – plank
Een riiul is een horizontale plaat die aan een muur of in een kast wordt bevestigd om dingen op te leggen.
Riiul on täis raamatuid.
vaip – tapijt
Een vaip is een stuk stof dat op de vloer wordt gelegd om warmte en comfort te bieden.
Vaip on väga pehme.
kardin – gordijn
Een kardin is een stuk stof dat voor een raam wordt gehangen om licht tegen te houden of privacy te bieden.
Kardinad on paksud ja tumedad.
voodi – bed
Een voodi is een meubelstuk waarop mensen slapen.
Voodi on väga mugav.
kapp – kast
Een kapp is een meubelstuk met deuren en planken waarin dingen worden opgeborgen.
Kapp on täis riideid.
sein – muur
Een sein is een verticale structuur die ruimtes in een gebouw scheidt.
Sein on maalitud valgeks.
Het leren van deze woorden zal je helpen om beter te communiceren over dagelijkse activiteiten en objecten in huis. Het is belangrijk om deze woorden regelmatig te oefenen en ze toe te passen in je dagelijkse gesprekken. Veel succes met je taalstudie!