Begroetingen en basiszinnen

Szia – Hallo
Szia, hogy vagy?
Gebruik dit woord om iemand informeel te begroeten, vergelijkbaar met “hallo” in het Nederlands.

Köszönöm – Dank je
Köszönöm a segítséget.
Dit woord gebruik je om je dankbaarheid uit te drukken.

Kérem – Alsjeblieft
Kérem, adja ide a sót.
Gebruik dit woord wanneer je beleefd iets vraagt.

Viszlát – Tot ziens
Viszlát, holnap találkozunk.
Dit is een formele manier om afscheid te nemen.

Bocsánat – Sorry
Bocsánat, nem hallottam.
Gebruik dit woord om je te verontschuldigen.

Vragen en antwoorden

Mi ez? – Wat is dit?
Mi ez a könyv?
Gebruik deze zin om te vragen wat iets is.

Hol van…? – Waar is…?
Hol van a mosdó?
Gebruik deze zin om te vragen waar iets zich bevindt.

Mennyi? – Hoeveel?
Mennyi ez a ruha?
Gebruik dit woord om naar de prijs of hoeveelheid van iets te vragen.

Hogy vagy? – Hoe gaat het?
Hogy vagy ma?
Gebruik deze zin om te vragen hoe het met iemand gaat.

Jól – Goed
Jól vagyok, köszönöm.
Gebruik dit woord om te zeggen dat het goed met je gaat.

Veelvoorkomende werkwoorden

Lenni – Zijn
Szeretnék orvos lenni.
Dit is een van de meest fundamentele werkwoorden in het Hongaars.

Menni – Gaan
El kell mennem a boltba.
Gebruik dit werkwoord om te spreken over het gaan naar een plaats.

Enni – Eten
Szeretnék enni valamit.
Dit werkwoord gebruik je om te spreken over eten.

Inni – Drinken
Inni szeretnék egy kávét.
Gebruik dit werkwoord om te spreken over drinken.

Beszélni – Spreken
Magyarul beszélni nehéz.
Dit werkwoord gebruik je om te spreken over praten.

Nuttige zelfstandige naamwoorden

Ház – Huis
Ez a ház nagyon szép.
Gebruik dit woord om over een woning te spreken.

Autó – Auto
Az autóm a garázsban van.
Dit woord gebruik je om over een voertuig te spreken.

Barát – Vriend
A barátom nagyon kedves.
Gebruik dit woord om over een vriend te spreken.

Idő – Tijd
Nincs sok időm.
Dit woord gebruik je om over tijd te spreken.

Pénz – Geld
Nincs elég pénzem.
Gebruik dit woord om over geld te spreken.

Uitdrukkingen voor dagelijks gebruik

Jó napot – Goedendag
Jó napot kívánok!
Dit is een beleefde manier om iemand te begroeten gedurende de dag.

Jó reggelt – Goedemorgen
Jó reggelt, hogy aludtál?
Gebruik dit om iemand ’s ochtends te begroeten.

Jó estét – Goedenavond
Jó estét, hogy vagy?
Gebruik dit om iemand ’s avonds te begroeten.

Egészségedre – Proost/gezondheid
Egészségedre, barátom!
Gebruik dit woord wanneer je een toast uitbrengt of iemand niest.

Szeretlek – Ik hou van jou
Nagyon szeretlek.
Gebruik dit om je liefde voor iemand uit te drukken.

Belangrijke bijvoeglijke naamwoorden

Szép – Mooi
Ez a virág nagyon szép.
Gebruik dit woord om iets moois te beschrijven.

Jó – Goed
Ez egy jó könyv.
Gebruik dit woord om iets goeds te beschrijven.

Nagy – Groot
Az új házam nagyon nagy.
Gebruik dit woord om iets groots te beschrijven.

Kicsi – Klein
Ez a macska nagyon kicsi.
Gebruik dit woord om iets kleins te beschrijven.

Drága – Duur
Ez az autó nagyon drága.
Gebruik dit woord om iets duurs te beschrijven.

Afsluitende opmerkingen

Het leren van een nieuwe taal vergt tijd en geduld, maar door het oefenen van deze dagelijkse zinnen en woorden kun je je vaardigheden snel verbeteren. We hopen dat deze gids je helpt om zelfverzekerder te communiceren in het Hongaars. Blijf oefenen en wees niet bang om fouten te maken; elke fout is een kans om te leren en te groeien. Veel succes met je taalleerreis!