Het leren van een nieuwe taal kan een verrijkende ervaring zijn, vooral als het gaat om een oude en rijke taal zoals het Hebreeuws. Een van de essentiƫle onderdelen van taalverwerving is het leren van woorden die je dagelijks in een specifieke context gebruikt. Vandaag zullen we ons richten op Hebreeuwse woorden die te maken hebben met het klaslokaal en onderwijs. Dit artikel is speciaal geschreven voor Nederlandstalige leerlingen die hun woordenschat willen uitbreiden met Hebreeuwse termen die vaak in het onderwijs worden gebruikt. Laten we beginnen!
Woorden die te maken hebben met het klaslokaal
×××Ŗ× (kita) – Klaslokaal. Dit is de ruimte waarin leerlingen samenkomen om te leren.
×××××× ××ש××× ××××Ŗ× ×××××××.
×××Ø× (moreh/morah) – Leraar/lerares. De persoon die verantwoordelijk is voor het onderwijzen van de leerlingen.
××××Ø× ××”×××Ø ××Ŗ ×ש××¢××Ø.
×Ŗ×××× (talmid) – Leerling. Een persoon die kennis opdoet in een onderwijsinstelling.
××Ŗ×××× ×קש×× ××××Ø×.
ש×××× (shulchan) – Tafel. Meubelstuk waaraan leerlingen zitten om te schrijven en te lezen.
×הפ×Ø×× ××× ××× ×¢× ×ש××××.
×××”× (kiseh) – Stoel. Een meubelstuk waarop een leerling zit.
×××× ×××©× ×¢× ××××”×.
××× (luach) – Bord. Een oppervlak waarop de leraar schrijft om dingen uit te leggen.
××××Ø× ×××Ŗ× ×¢× ××××.
×¢× (et) – Pen. Een schrijfinstrument dat in de hand wordt gehouden.
×× × ×××Ŗ× ×¢× ×¢× ××××.
××××Ø×Ŗ (machberet) – Schrift. Een boekje waarin leerlingen notities maken.
×××××Ø×Ŗ ש×× ×××× ××Øש××××Ŗ.
הפ×Ø (sefer) – Boek. Een verzameling van geschreven, gedrukte of blanco pagina’s.
×× × ×§××Ø× ×”×¤×Ø ××¢× ×××.
Onderwijsgerelateerde woorden
ש××¢××Ø (shiur) – Les. Een sessie waarin onderwijs wordt gegeven.
×ש ×× × ×©××¢××Ø ××Ŗ××××§× ××××.
×××× (mivchan) – Examen. Een toets om de kennis of vaardigheden van de leerlingen te beoordelen.
×ש ×× ×××× ××× ××××Ŗ ×××Ø.
××××Ø ××××× (chomer limud) – Studiemateriaal. De informatie en bronnen die worden gebruikt om te studeren.
×× × ×¦×Ø×× ××¢×××Ø ×¢× ××××Ø ×××××× ××¤× × ×ש××¢××Ø.
××¤×”×§× (hafsakah) – Pauze. Een onderbreking van de les voor ontspanning of andere activiteiten.
×××¤×”×§× ×× ×× × ×ש×ק×× ××צ×Ø.
×× ×× (menahel) – Directeur. De persoon die verantwoordelijk is voor de leiding van de school.
××× ×× × ×Ŗ× × ××× ××קה.
הפ×Ø××× (sifriyah) – Bibliotheek. Een ruimte waar boeken en andere informatiebronnen beschikbaar zijn voor studie en onderzoek.
×× × ×××× ×הפ×Ø××× ×ש××× ×”×¤×Ø.
ש××¢××Ø× ×××Ŗ (shiurei bayit) – Huiswerk. Taken die de leerlingen buiten de klas moeten voltooien.
×ש ×× ××Ø×× ×©××¢××Ø× ×××Ŗ ×עש××Ŗ.
×××Ŗ× ×ק××× ×Ŗ (kita mekuvenet) – Online klas. Een virtuele omgeving waar lessen via het internet worden gegeven.
×× ×× × ×××××× ××××Ŗ× ×ק××× ×Ŗ ×××× ×××פ×.
Woorden voor verschillende schoolniveaus
×××Ŗ הפ×Ø ××”××× (beit sefer yesodi) – Basisschool. Een school voor jonge kinderen, meestal van 6 tot 12 jaar.
×××× ×©×× ×××× ××××Ŗ הפ×Ø ××”×××.
×××××Ŗ ××× ××× (chativat beinayim) – Middelbare school. Een school voor kinderen van 12 tot 15 jaar.
××××Ŗ× ×××××Ŗ ××××××Ŗ ××× ×××.
×Ŗ×××× (tichon) – Voortgezet onderwijs. Een school voor oudere kinderen, meestal van 15 tot 18 jaar.
×× × ×××× ××Ŗ××××.
××× ×××Ø×”××× (universitah) – Universiteit. Een instelling voor hoger onderwijs en onderzoek.
×× × ×××× ×××× ×××Ø×”×××.
××××× (michlalah) – Hogeschool. Een instelling voor hoger onderwijs die beroepsgerichte opleidingen aanbiedt.
××× ×××××Ŗ ×××××× ××× ××”×.
Andere nuttige onderwijstermen
ש××¢××Ø ×¤×Ø×× (shiur prati) – PrivĆ©les. Een les die Ć©Ć©n-op-Ć©Ć©n wordt gegeven buiten de reguliere klas.
×× × ×××§× ×©××¢××Ø×× ×¤×Ø×××× ×××Ŗ×××ק×.
×××× (milgah) – Beurs. FinanciĆ«le steun voor studenten om hun studie te bekostigen.
ק××××Ŗ× ×××× ×××××××× ×××× ×××Ø×”×××.
×Ŗ×¢××× (teudah) – Diploma. Een certificaat dat aangeeft dat iemand een opleiding heeft voltooid.
ק××××Ŗ× ×Ŗ×¢××× ××”××× ××××××××.
צ××× ×× (tziyunim) – Cijfers. Beoordelingen die de prestaties van een leerling weergeven.
×צ××× ×× ×©×× ××××× ×××× ××©× ×.
××× (chug) – Cursus. Een reeks lessen over een specifiek onderwerp, vaak buiten de reguliere schooluren.
×× × ×ש×Ŗ×Ŗ×£ ×××× ××× ××Ŗ.
××Øצ×× (hartza’ah) – Lezing. Een presentatie gegeven door een expert over een specifiek onderwerp.
×××Øצ×× ××××Ŗ× ×××× ××¢× ××× ×Ŗ.
××¢××× (ma’abada) – Laboratorium. Een ruimte uitgerust voor wetenschappelijke experimenten en onderzoek.
×× ×× × ×¢×ש×× × ××”×× ×××¢×××.
×”××”××Ø (semester) – Semester. Een van de twee hoofdperioden waarin een academisch jaar is verdeeld.
××”××”××Ø ××Ŗ××× ××××ש הפ××××Ø.
××ק×Ø (mechkar) – Onderzoek. Een systematische studie om kennis te verwerven of te verifiĆ«ren.
×× × ×¢××× ×¢× ××ק×Ø ××××¢× ××××Ø×.
Het leren van deze Hebreeuwse woorden zal je helpen om beter te communiceren in een educatieve omgeving en je begrip van de taal te vergroten. Vergeet niet om de woorden regelmatig te oefenen en ze te gebruiken in zinnen om je beheersing te verbeteren. Veel succes met je studie!