Getallen en wiskundige termen in het Noors

Het leren van een nieuwe taal omvat veel verschillende aspecten, waaronder grammatica, vocabulaire en uitspraak. Een belangrijk, maar vaak over het hoofd gezien, onderdeel is het leren van getallen en wiskundige termen. Deze kennis is essentieel, niet alleen voor dagelijkse communicatie, maar ook voor het begrijpen van teksten, het doen van boodschappen, en het oplossen van wiskundige problemen. In dit artikel zullen we ons richten op getallen en wiskundige termen in het Noors.

Getallen in het Noors

Het Noorse systeem van getallen lijkt sterk op dat van andere Germaanse talen, zoals Nederlands en Duits. Laten we beginnen met de basisgetallen van nul tot en met tien.

null – Dit is het Noorse woord voor ‘nul’.
Det er null elever i klasserommet.

en – Dit betekent ‘één’ in het Noors.
Jeg har en katt.

to – Dit is het Noorse woord voor ’twee’.
Vi har to biler.

tre – Dit betekent ‘drie’ in het Noors.
Han har tre søstre.

fire – Dit is het Noorse woord voor ‘vier’.
De har fire hunder.

fem – Dit betekent ‘vijf’ in het Noors.
Hun har fem bøker.

seks – Dit is het Noorse woord voor ‘zes’.
Vi bor i et hus med seks rom.

sju – Dit betekent ‘zeven’ in het Noors.
Det er sju dager i en uke.

Ã¥tte – Dit is het Noorse woord voor ‘acht’.
Vi har åtte epler.

ni – Dit betekent ‘negen’ in het Noors.
Han har ni blyanter.

ti – Dit is het Noorse woord voor ’tien’.
Det er ti fingre på to hender.

Getallen boven de tien

Voor getallen boven de tien, combineert het Noors de basisgetallen op verschillende manieren. Bijvoorbeeld:

elleve – Dit betekent ‘elf’.
Klokken er elleve.

tolv – Dit betekent ’twaalf’.
Vi har tolv måneder i et år.

tretten – Dit betekent ‘dertien’.
Hun er tretten år gammel.

fjorten – Dit betekent ‘veertien’.
De har fjorten fisker i akvariet.

femten – Dit betekent ‘vijftien’.
Han kjøpte femten blomster.

Getallen zoals twintig, dertig, veertig, etc., zijn ook eenvoudig te leren:

tjue – Dit betekent ’twintig’.
Det er tjue elever i klassen.

tretti – Dit betekent ‘dertig’.
Hun er tretti år gammel.

førti – Dit betekent ‘veertig’.
Han har førti bøker.

femti – Dit betekent ‘vijftig’.
De bor i et hus som er femti år gammelt.

seksti – Dit betekent ‘zestig’.
Bestefaren min er seksti år gammel.

sytti – Dit betekent ‘zeventig’.
Det er sytti stoler i rommet.

Ã¥tti – Dit betekent ’tachtig’.
Hun har åtti kroner.

nitti – Dit betekent ‘negentig’.
Han har nitti frimerker.

hundre – Dit betekent ‘honderd’.
Det er hundre elever på skolen.

Wiskundige termen in het Noors

Naast getallen is het ook belangrijk om enkele basis wiskundige termen te kennen. Hier zijn enkele veelvoorkomende wiskundige termen in het Noors:

pluss – Dit betekent ‘plus’ en wordt gebruikt in optellingen.
To pluss to er fire.

minus – Dit betekent ‘min’ en wordt gebruikt in aftrekkingen.
Fem minus tre er to.

gange – Dit betekent ‘keer’ en wordt gebruikt in vermenigvuldigingen.
Tre gange tre er ni.

dele – Dit betekent ‘delen’ en wordt gebruikt in delingen.
Åtte delt på to er fire.

kvadrat – Dit betekent ‘vierkant’ of ‘kwadraat’ en wordt gebruikt in machtsverheffingen.
Fire i kvadrat er seksten.

kubikk – Dit betekent ‘kubiek’ en wordt gebruikt voor de derde macht.
To i kubikk er åtte.

prosent – Dit betekent ‘procent’ en wordt gebruikt om een percentage aan te geven.
Femti prosent av hundre er femti.

desimal – Dit betekent ‘decimaal’ en wordt gebruikt om een decimaal getal aan te geven.
Pi er omtrent 3.14 som et desimaltall.

brøk – Dit betekent ‘breuk’ en wordt gebruikt om een breuk aan te geven.
En halv er en brøk.

Complexere Wiskundige Concepten

Voor meer geavanceerde wiskundige concepten zijn er ook specifieke termen:

likning – Dit betekent ‘vergelijking’ en wordt gebruikt in algebra.
Vi må løse denne likningen.

formel – Dit betekent ‘formule’ en wordt gebruikt in verschillende takken van de wiskunde.
Vi bruker denne formelen for å finne omkretsen av en sirkel.

variabel – Dit betekent ‘variabele’ en wordt gebruikt om een onbekend getal aan te geven in algebra.
X er en variabel i denne likningen.

konstant – Dit betekent ‘constante’ en wordt gebruikt om een vast getal aan te geven in een vergelijking of formule.
Pi er en konstant.

integral – Dit betekent ‘integraal’ en wordt gebruikt in calculus.
Vi må beregne integralet av denne funksjonen.

derivat – Dit betekent ‘afgeleide’ en wordt ook gebruikt in calculus.
Derivatet av x^2 er 2x.

Voorbeelden en Oefeningen

Om de bovenstaande termen en getallen goed te begrijpen, is het belangrijk om veel te oefenen. Hier zijn enkele voorbeeldvragen en oefeningen die je kunnen helpen:

1. Wat is het Noorse woord voor ’twintig’?
2. Hoe zeg je ‘vijftig procent’ in het Noors?
3. Wat betekent ‘kvadrat’ in het Nederlands?
4. Los de volgende vergelijking op: to pluss tre gange to.
5. Schrijf de volgende getallen in het Noors: 11, 22, 33, 44, 55.

Door regelmatig te oefenen met deze termen en getallen, zul je merken dat je steeds zelfverzekerder wordt in het gebruik ervan. Bovendien helpt het je om een dieper begrip van de Noorse taal en cultuur te ontwikkelen.

Het leren van getallen en wiskundige termen in een nieuwe taal kan in het begin ontmoedigend lijken, maar met geduld en oefening zul je al snel merken dat het een van de meest bevredigende aspecten van taalstudie is. Veel succes met je leerreis!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller