Basiswoordenschat
Als u begint met het leren van een nieuwe taal, is het belangrijk om te beginnen met de basis. Hier zijn enkele fundamentele Galicische woorden die u moet kennen:
Hallo – Ola
Tot ziens – Adeus
Dank u – Grazas
Alstublieft – Por favor
Ja – Si
Nee – Non
Hoe gaat het? – Como estás?
Goed – Ben
Slecht – Mal
Dagen van de week
Het kennen van de dagen van de week is essentieel voor dagelijkse gesprekken:
Maandag – Luns
Dinsdag – Martes
Woensdag – Mércores
Donderdag – Xoves
Vrijdag – Venres
Zaterdag – Sábado
Zondag – Domingo
Getallen
Het kunnen tellen is een andere belangrijke vaardigheid. Hier zijn de getallen van 1 tot 10 in het Galicisch:
Een – Un
Twee – Dous
Drie – Tres
Vier – Catro
Vijf – Cinco
Zes – Seis
Zeven – Sete
Acht – Oito
Negen – Nove
Tien – Dez
Vervoer
Als u door Galicië reist, is het handig om enkele vervoersgerelateerde woorden te kennen:
Auto – Coche
Bus – Autobús
Trein – Tren
Vliegtuig – Avión
Fiets – Bicicleta
Station – Estación
Vliegveld – Aeroporto
Kaartje – Billete
Vertrek – Saída
Aankomst – Chegada
Eten en drinken
Eten en drinken zijn belangrijke aspecten van elke cultuur. Hier zijn enkele woorden die u in een restaurant of supermarkt van pas kunnen komen:
Ontbijt – Almorzo
Lunch – Xantar
Diner – Cea
Water – Auga
Koffie – Café
Thee – Té
Brood – Pan
Kaas – Queixo
Vlees – Carne
Vis – Peixe
Groenten – Verduras
Fruit – Froita
Gezondheid
Gezondheid is een belangrijk onderwerp, vooral als u in een vreemd land bent. Hier zijn enkele woorden die u kunnen helpen in geval van nood:
Dokter – Médico
Ziekenhuis – Hospital
Apotheek – Farmacia
Pijn – Dor
Ziek – Enfermo
Medicijn – Medicamento
Ambulance – Ambulancia
Noodgeval – Emerxencia
Dagelijkse activiteiten
Voor dagelijkse activiteiten en routines zijn hier enkele nuttige woorden:
Wakker worden – Despertar
Slapen – Durmir
Werken – Traballar
Studeren – Estudar
Koken – Cociñar
Lezen – Ler
Schrijven – Escribir
Spelen – Xogar
Wandelen – Pasear
Zwemmen – Nadar
Familie en relaties
Het bespreken van familie en relaties is een veelvoorkomend gespreksonderwerp. Hier zijn enkele woorden die u kunnen helpen:
Vader – Pai
Moeder – Nai
Broer – Irmán
Zus – Irmá
Opa – Avó
Oma – Avoa
Oom – Tío
Tante – Tía
Vriend – Amigo
Vriendin – Amiga
Winkelen
Of u nu boodschappen doet of souvenirs koopt, deze woorden kunnen van pas komen:
Winkel – Tenda
Markt – Mercado
Prijs – Prezo
Geld – Diñeiro
Kredietkaart – Tarxeta de crédito
Contant – Efectivo
Korting – Desconto
Rekening – Conta
Weer
Het weer is een populair gespreksonderwerp. Hier zijn enkele woorden om over het weer te praten:
Zon – Sol
Regen – Chuvia
Wolken – Nubes
Wind – Vento
Sneeuw – Neve
Warm – Calor
Koud – Frío
Temperatuur – Temperatura
Belangrijke zinnen
Naast losse woorden zijn er ook enkele zinnen die handig kunnen zijn:
Hoe heet je? – Como te chamas?
Ik heet… – Chámanme…
Waar kom je vandaan? – De onde es?
Ik kom uit… – Son de…
Hoe oud ben je? – Cantos anos tes?
Ik ben … jaar oud – Teño … anos
Waar is het toilet? – Onde está o baño?
Ik begrijp het niet – Non o entendo
Kun je dat herhalen? – Podes repetilo?
Ik spreek een beetje Galicisch – Falo un pouco de galego
Conclusie
Het leren van een nieuwe taal vergt tijd en oefening, maar met de juiste woorden en uitdrukkingen kunt u al snel gesprekken voeren en uzelf redden in alledaagse situaties. Deze woordenlijst voor het A2-niveau zal u helpen een solide basis in het Galicisch op te bouwen. Vergeet niet om regelmatig te oefenen en de taal in de praktijk te brengen, of het nu is door te spreken met moedertaalsprekers, te luisteren naar Galicische muziek of films te kijken. Veel succes met uw taalstudie!