Passeport
Het paspoort; een overheidsdocument dat je identiteit en nationaliteit bevestigt.
Pouvez-vous me montrer votre passeport, s’il vous plaĆ®t?
Billet
Het vliegticket; een document dat aantoont dat je hebt betaald voor je vlucht.
Je dois encore imprimer mon billet d’embarquement.
Bagage
De bagage; koffers en tassen die je meeneemt op reis.
Combien de bagages pouvez-vous enregistrer?
Valise
De koffer; een type bagage dat wordt gebruikt om persoonlijke bezittingen in te vervoeren.
Ma valise est trop lourde, je dois enlever quelques choses.
Bagage Ć main
De handbagage; een kleiner bagagestuk dat in het vliegtuig bij je mag blijven.
Votre bagage à main doit être placé dans le compartiment supérieur.
Douane
De douane; een overheidsafdeling die verantwoordelijk is voor het reguleren van goederen die het land binnenkomen of verlaten.
Vous devez déclarer ces articles à la douane.
ContrƓle de sƩcuritƩ
De veiligheidscontrole; een inspectie waarbij men nagaat of passagiers geen verboden voorwerpen meenemen.
Veuillez enlever vos chaussures pour le contrƓle de sƩcuritƩ.
Porte d’embarquement
De gate; de plek waarvandaan je aan boord gaat van je vlucht.
La porte d’embarquement a changĆ©, c’est maintenant la porte 24B.
Vol
De vlucht; de reis die je met een vliegtuig maakt.
Mon vol a ƩtƩ annulƩ en raison du mauvais temps.
Embarquement
Het instappen; de procedure wanneer passagiers aan boord van een vliegtuig gaan.
L’embarquement commencera dans vingt minutes.
Atterrissage
De landing; wanneer een vliegtuig weer aan de grond komt na het vliegen.
Veuillez attacher votre ceinture, nous commenƧons notre descente pour l’atterrissage.
DƩcollage
Het opstijgen; het moment waarop een vliegtuig start en de grond verlaat.
Les téléphones devraient être en mode avion avant le décollage.
Ćquipage de cabine
Het cabinepersoneel; de luchtvaartmedewerkers die zorgen voor passagiers tijdens de vlucht.
L’Ć©quipage de cabine va passer pour prendre votre commande de boissons.
SiĆØge
De zitplaats; waar je zit in het vliegtuig.
Pouvez-vous me dire où se trouve mon siège?
Siège cÓté couloir
De gangpadstoel; de stoel naast het gangpad.
Je prĆ©fĆØre un siĆØge cĆ“tĆ© couloir, s’il vous plaĆ®t.
Siège cÓté fenêtre
Het raamstoeltje; de stoel naast het raampje.
Puis-je avoir un siège cÓté fenêtre pour admirer la vue?
Ceinture de sƩcuritƩ
De veiligheidsgordel; een gordel die je vastmaakt voor je eigen veiligheid.
Il est important de garder votre ceinture de sƩcuritƩ attachƩe pendant le vol.
Tablette
Het klaptafeltje; een klein tafeltje dat je kunt gebruiken tijdens de vlucht.
Veuillez remonter votre tablette pour le dĆ©collage et l’atterrissage.
Retard
De vertraging; wanneer een vlucht later vertrekt of aankomt dan gepland.
Le vol est retardé à cause de la grève des contrÓleurs aériens.
Annulation
De annulering; wanneer een vlucht niet doorgaat.
Votre vol a ƩtƩ annulƩ en raison des conditions mƩtƩorologiques.
Correspondance
De overstap; wisselen van vliegtuig voor het vervolg van de reis.
Avez-vous une correspondance Ć Paris?
NumƩro du vol
Het vluchtnummer; de code die een specifieke vlucht identificeert.
Pouvez-vous me donner votre numƩro du vol?
Door deze essentiƫle woorden en zinnen te kennen, kun je met vertrouwen navigeren op de luchthaven en tijdens je vluchten. Het zal niet alleen je stress verminderen maar ook helpen om misverstanden en problemen te voorkomen. Veilig reizen!