Franse woordenschat voor dieren en huisdieren

Voor veel taalleerders is het vergroten van de woordenschat een essentieel onderdeel van het leerproces. Vooral het leren van woorden gerelateerd aan alledaagse thema’s kan enorm helpen om snel vooruitgang te boeken in een nieuwe taal. Voor de liefhebbers van dieren en huisdieren, of voor diegenen die simpelweg hun Franse woordenschat willen uitbreiden met dit thema, volgt hier een lijst van Franse woorden met Nederlandse definities en voorbeeldzinnen.

Chien (m)
Hond; een gedomesticeerd viervoetig zoogdier, bekend als de beste vriend van de mens.
Mon voisin a un chien très obéissant qui s’appelle Rex.

Chat (m)
Kat; een klein, vleesetend huisdier met scherpe klauwen en een onafhankelijke instelling.
Hier, j’ai adopté un chat de la SPA.

Oiseau (m)
Vogel; een warmbloedig dier met veren, vleugels en vaak het vermogen om te vliegen.
Ce matin, un oiseau s’est posé sur le rebord de ma fenêtre.

Poisson (m)
Vis; een waterdier met kieuwen om zuurstof op te nemen uit het water.
Les enfants aiment regarder les poissons nager dans l’aquarium.

Cheval (m)
Paard; een groot hoefdier dat vaak gebruikt wordt voor rijden, trekken en als gezelschapsdier.
Le cheval galope à travers le champ sans hésitation.

Hamster (m)
Hamster; een klein knaagdier dat vaak als huisdier wordt gehouden.
Ma sœur a un hamster qui se nomme Fripouille et qui tourne toute la nuit dans sa roue.

Lapin (m)
Konijn; een klein, pluizig zoogdier met lange oren en een korte staart, vaak gehouden als huisdier.
Le lapin de mon cousin aime manger des carottes.

Tortue (f)
Schildpad; een reptiel met een hard schild, dat zowel op het land als in het water kan leven, afhankelijk van de soort.
Nous avons une tortue qui aime se prélasser au soleil.

Serpent (m)
Slang; een reptiel zonder ledematen, dat bekend staat om zijn glijdende beweging.
Le serpent du zoo a changé de peau cette semaine.

Perroquet (m)
Papegaai; een kleurrijke vogel bekend om het vermogen om menselijke geluiden na te bootsen.
Le perroquet de la grand-mère parle quatre langues.

Cochon d’Inde (m)
Cavia; een klein huisdier dat lijkt op een hamster, bekend om zijn sociale aard.
Ma copine a deux cochons d’Inde qui s’appellent Romeo et Juliette.

Souris (f)
Muis; een klein knaagdier met een spitse snuit en een lange staart.
La souris cherche du fromage dans la cuisine.

Canard (m)
Eend; een watervogel met een brede snavel en webvoeten, bekend om zijn typische ‘kwakende’ geluid.
Les canards nagent dans l’étang près de ma maison.

Animal (m)
Dier; een levend wezen dat zich voortbeweegt en gevoelig is voor prikkels uit zijn omgeving.
Il y a beaucoup d’animaux différents dans le parc national.

Compagnie (f)
Gezelschap; in deze context verwijst het naar een huisdier als een gezelschap voor mensen.
Beaucoup de gens choisissent un chat pour animal de compagnie.

Afsluitend, door het leren van deze specifieke woordenschat, kun je jezelf niet alleen beter uitdrukken als het gaat om het beschrijven van verschillende dieren en huisdieren, maar helpt het je ook om meer betekeningsvolle gesprekken te voeren met andere Franstaligen over een onderwerp dat vaak van groot belang is voor mensen. Immers, dieren maken een integraal onderdeel uit van het leven van velen en het kunnen delen over je eigen huisdier of interesse in dieren kan een prachtige manier zijn om verbinding te maken met anderen, in welke taal dan ook.

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller