Familie- en relatiewoorden in het Bosnisch

Het leren van een nieuwe taal kan uitdagend zijn, vooral als het gaat om vocabulaire dat betrekking heeft op familie en relaties. In het Bosnisch, net als in veel andere talen, zijn er specifieke woorden die gebruikt worden om verschillende familieleden en relatievormen te beschrijven. In dit artikel zullen we een aantal van deze woorden bespreken, samen met hun betekenissen en voorbeeldzinnen om je te helpen deze termen beter te begrijpen en te onthouden.

Familiewoorden in het Bosnisch

Otac – Vader. Dit woord wordt gebruikt om de mannelijke ouder aan te duiden.
Moj otac je vrlo ljubazan čovjek.

Majka – Moeder. Dit woord wordt gebruikt om de vrouwelijke ouder aan te duiden.
Moja majka voli kuhati.

Brat – Broer. Dit woord wordt gebruikt om een mannelijke sibling te beschrijven.
Moj brat igra nogomet.

Sestra – Zus. Dit woord wordt gebruikt om een vrouwelijke sibling te beschrijven.
Moja sestra voli crtati.

Sin – Zoon. Dit woord wordt gebruikt om een mannelijk kind aan te duiden.
Moj sin ide u školu.

Kćerka – Dochter. Dit woord wordt gebruikt om een vrouwelijk kind aan te duiden.
Moja kćerka voli plesati.

Djed – Grootvader. Dit woord wordt gebruikt om de vader van je ouder aan te duiden.
Moj djed živi na selu.

Baka – Grootmoeder. Dit woord wordt gebruikt om de moeder van je ouder aan te duiden.
Moja baka pravi najbolju pitu.

Unuk – Kleinzoon. Dit woord wordt gebruikt om het mannelijke kleinkind aan te duiden.
Moj unuk je vrlo pametan.

Unuka – Kleindochter. Dit woord wordt gebruikt om het vrouwelijke kleinkind aan te duiden.
Moja unuka voli čitati knjige.

Ujak – Oom (moeders kant). Dit woord wordt gebruikt om de broer van je moeder aan te duiden.
Moj ujak živi u Njemačkoj.

Tetka – Tante. Dit woord wordt gebruikt om de zus van je ouder aan te duiden.
Moja tetka voli vrtlarstvo.

Rođak – Neef. Dit woord wordt gebruikt om een mannelijk familielid aan te duiden.
Moj rođak je došao u posjetu.

Rođaka – Nicht. Dit woord wordt gebruikt om een vrouwelijk familielid aan te duiden.
Moja rođaka studira medicinu.

Relatiewoorden in het Bosnisch

Prijatelj – Vriend. Dit woord wordt gebruikt om een mannelijke vriend aan te duiden.
Moj prijatelj i ja volimo igrati šah.

Prijateljica – Vriendin. Dit woord wordt gebruikt om een vrouwelijke vriend aan te duiden.
Moja prijateljica i ja idemo u kupovinu.

Suprug – Echtgenoot. Dit woord wordt gebruikt om een mannelijke partner in een huwelijk aan te duiden.
Moj suprug radi u banci.

Supruga – Echtgenote. Dit woord wordt gebruikt om een vrouwelijke partner in een huwelijk aan te duiden.
Moja supruga voli cvijeće.

Dečko – Vriendje. Dit woord wordt gebruikt om een mannelijke romantische partner aan te duiden.
Moj dečko je vrlo pažljiv.

Djevojka – Vriendinnetje. Dit woord wordt gebruikt om een vrouwelijke romantische partner aan te duiden.
Moja djevojka voli putovati.

Šef – Baas. Dit woord wordt gebruikt om de leidinggevende op het werk aan te duiden.
Moj šef je vrlo strog.

Radnik – Werknemer. Dit woord wordt gebruikt om een mannelijke werknemer aan te duiden.
Radnik je završio svoj zadatak.

Radnica – Werkneemster. Dit woord wordt gebruikt om een vrouwelijke werknemer aan te duiden.
Radnica je bila vrlo marljiva.

Komšija – Buren (man). Dit woord wordt gebruikt om een mannelijke buurman aan te duiden.
Moj komšija je vrlo ljubazan.

Komšinica – Buurvrouw. Dit woord wordt gebruikt om een vrouwelijke buurvrouw aan te duiden.
Moja komšinica pravi najbolju kafu.

Specifieke termen voor gezinssituaties

Razveden – Gescheiden. Dit woord wordt gebruikt om een mannelijke persoon aan te duiden die gescheiden is.
Moj prijatelj je razveden već dvije godine.

Razvedena – Gescheiden. Dit woord wordt gebruikt om een vrouwelijke persoon aan te duiden die gescheiden is.
Moja sestra je razvedena i ima dvoje djece.

Udovac – Weduwnaar. Dit woord wordt gebruikt om een man aan te duiden wiens echtgenote is overleden.
Moj djed je udovac već deset godina.

Udovica – Weduwe. Dit woord wordt gebruikt om een vrouw aan te duiden wiens echtgenoot is overleden.
Moja baka je udovica i živi sama.

Pastorak – Stiefzoon. Dit woord wordt gebruikt om de zoon van je partner uit een vorige relatie aan te duiden.
Moj pastorak ide na fakultet.

Pastrmka – Stiefdochter. Dit woord wordt gebruikt om de dochter van je partner uit een vorige relatie aan te duiden.
Moja pastrmka je vrlo talentirana.

Maćeha – Stiefmoeder. Dit woord wordt gebruikt om de nieuwe echtgenote van je vader aan te duiden.
Moja maćeha je vrlo ljubazna.

Očuh – Stiefvader. Dit woord wordt gebruikt om de nieuwe echtgenoot van je moeder aan te duiden.
Moj očuh radi kao doktor.

Culturele nuances

In de Bosnische cultuur spelen familie en relaties een belangrijke rol. Het is gebruikelijk om vaak tijd door te brengen met familieleden en uitgebreide familie. Begrippen zoals respect voor ouderen en het onderhouden van nauwe banden met je neven en nichten zijn diepgeworteld in de samenleving. Het begrijpen van deze woorden en hun gebruik kan je helpen om beter te integreren en te communiceren in een Bosnisch-sprekende gemeenschap.

Met deze kennis over familie- en relatiewoorden in het Bosnisch, ben je nu beter uitgerust om gesprekken aan te gaan en relaties op te bouwen met Bosnisch-sprekenden. Blijf oefenen en probeer deze woorden te gebruiken in je dagelijkse gesprekken. Succes!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller