Het leren van een nieuwe taal is altijd een opwindende reis, en het kennen van uitdrukkingen gerelateerd aan tijd en planning kan je helpen om dagelijkse gesprekken te voeren en je leven beter te organiseren. In dit artikel zullen we enkele Tagalog-uitdrukkingen verkennen die je kunt gebruiken om over tijd en planning te praten. Deze uitdrukkingen kunnen je helpen om op een natuurlijke en vloeiende manier te communiceren met moedertaalsprekers van het Tagalog.
Basisuitdrukkingen voor tijd
Oras – Tijd
Oras betekent simpelweg ’tijd’. Dit woord is fundamenteel voor elk gesprek over tijd en planning.
Anong oras na? (Hoe laat is het?)
Minuto – Minuut
Minuto verwijst naar ‘minuut’. Het is handig wanneer je specifieke tijden wilt aangeven.
Maghintay ka ng limang minuto. (Wacht vijf minuten.)
Araw – Dag
Araw betekent ‘dag’. Dit woord wordt vaak gebruikt in dagelijkse gesprekken.
Anong araw ngayon? (Welke dag is het vandaag?)
Linggo – Week
Linggo betekent ‘week’. Dit woord is essentieel voor het plannen van activiteiten over een langere periode.
Kailan ang iyong bakasyon sa susunod na linggo? (Wanneer is je vakantie volgende week?)
Buwan – Maand
Buwan betekent ‘maand’. Het wordt vaak gebruikt in gesprekken over langere tijdsperiodes.
Ilang buwan na tayong hindi nagkita? (Hoeveel maanden hebben we elkaar niet gezien?)
Taon – Jaar
Taon betekent ‘jaar’. Dit woord is handig voor het praten over lange termijn plannen.
Ilang taon ka na? (Hoe oud ben je?)
Uitdrukkingen voor planning
Plano – Plan
Plano betekent ‘plan’. Dit woord is essentieel als je je schema wilt bespreken of iets wilt organiseren.
Ano ang plano mo bukas? (Wat zijn je plannen voor morgen?)
Iskedyul – Schema
Iskedyul betekent ‘schema’. Dit woord is van toepassing als je specifieke activiteiten wilt plannen.
Ano ang iskedyul mo sa linggong ito? (Wat is je schema voor deze week?)
Takdang oras – Deadline
Takdang oras betekent ‘deadline’. Dit is een belangrijk woord in professionele en academische contexten.
Kailan ang takdang oras ng proyekto? (Wat is de deadline voor het project?)
Abiso – Notificatie
Abiso betekent ‘notificatie’ of ‘waarschuwing’. Dit woord is handig wanneer je iemand van iets op de hoogte wilt stellen.
Nakatanggap ako ng abiso tungkol sa pulong. (Ik heb een notificatie ontvangen over de vergadering.)
Pulong – Vergadering
Pulong betekent ‘vergadering’. Dit woord is van toepassing in een professionele context.
May pulong tayo mamaya. (We hebben later een vergadering.)
Layunin – Doel
Layunin betekent ‘doel’. Dit woord helpt je om over je doelen en ambities te praten.
Ano ang layunin mo sa buhay? (Wat is je doel in het leven?)
Dagelijkse tijdsuitdrukkingen
Kanina – Eerder
Kanina betekent ‘eerder’. Dit woord gebruik je om aan te geven dat iets in het recente verleden is gebeurd.
Umalis siya kanina. (Hij/zij vertrok eerder.)
Ngayon – Nu
Ngayon betekent ‘nu’. Dit woord gebruik je om over het huidige moment te praten.
Ano ang ginagawa mo ngayon? (Wat ben je nu aan het doen?)
Mamaya – Later
Mamaya betekent ‘later’. Dit woord gebruik je om iets aan te geven dat in de nabije toekomst zal gebeuren.
Magkita tayo mamaya. (Laten we later afspreken.)
Bukas – Morgen
Bukas betekent ‘morgen’. Dit woord is handig voor het maken van plannen voor de volgende dag.
Pupunta ako sa tindahan bukas. (Ik ga morgen naar de winkel.)
Sa susunod na linggo – Volgende week
Sa susunod na linggo betekent ‘volgende week’. Dit is handig voor het plannen van iets een week van tevoren.
Magbabakasyon kami sa susunod na linggo. (We gaan volgende week op vakantie.)
Noong isang araw – Eergisteren
Noong isang araw betekent ‘eergisteren’. Dit woord gebruik je om iets aan te geven dat twee dagen geleden gebeurde.
Nagkita kami noong isang araw. (We hebben elkaar eergisteren gezien.)
Uitdrukkingen voor tijdsduur
Matagal – Lang
Matagal betekent ‘lang’ in de context van tijdsduur. Dit woord is handig om aan te geven dat iets veel tijd kost.
Matagal ko nang hinihintay ito. (Ik wacht hier al lang op.)
Saglit – Kort
Saglit betekent ‘kort’. Dit woord gebruik je om aan te geven dat iets slechts een korte tijd duurt.
Saglit lang ako sa tindahan. (Ik ben maar kort in de winkel.)
Panahon – Periode
Panahon betekent ‘periode’. Dit woord is handig om een bepaalde tijdsduur te beschrijven.
Sa panahon ng tag-ulan, laging basa ang kalsada. (Tijdens het regenseizoen zijn de wegen altijd nat.)
Sandali – Moment
Sandali betekent ‘moment’. Dit woord gebruik je om een kort tijdsinterval aan te geven.
Maghintay ka ng sandali. (Wacht even.)
Hindi magtatagal – Binnenkort
Hindi magtatagal betekent ‘binnenkort’. Dit woord gebruik je om aan te geven dat iets snel zal gebeuren.
Hindi magtatagal, aalis na tayo. (Binnenkort vertrekken we.)
Seizoenen en periodes
Tag-init – Zomer
Tag-init betekent ‘zomer’. Dit woord gebruik je om het warme seizoen aan te duiden.
Masaya ang tag-init dito. (De zomer is hier leuk.)
Tag-ulan – Regen seizoen
Tag-ulan betekent ‘regenseizoen’. Dit woord gebruik je om de periode van veel regen aan te duiden.
Laging bumabaha tuwing tag-ulan. (Het overstroomt altijd tijdens het regenseizoen.)
Tag-lamig – Winter
Tag-lamig betekent ‘winter’. Hoewel de Filipijnen geen echte winter kent, wordt dit woord soms gebruikt om het koelere seizoen aan te duiden.
Malamig tuwing tag-lamig. (Het is koud tijdens de winter.)
Tag-sibol – Lente
Tag-sibol betekent ‘lente’. Dit woord gebruik je om het seizoen van bloei en groei aan te duiden.
Maganda ang mga bulaklak tuwing tag-sibol. (De bloemen zijn mooi in de lente.)
Conclusie
Het kennen van uitdrukkingen gerelateerd aan tijd en planning in Tagalog kan je helpen om effectiever te communiceren en je dagelijkse leven beter te organiseren. Van basiswoorden zoals oras en minuto tot meer specifieke termen zoals takdang oras en pulong, deze vocabulaire helpt je om vloeiender te spreken en te begrijpen wat anderen zeggen. Probeer deze woorden en uitdrukkingen in je dagelijkse gesprekken te gebruiken om je taalvaardigheden te verbeteren. Veel succes!