Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar lonende ervaring zijn, vooral als je jezelf wilt onderdompelen in de zakelijke en economische wereld van een land. IJslands, de taal van IJsland, heeft een unieke reeks termen die specifiek zijn voor de economie en het bedrijfsleven. In dit artikel zullen we enkele van deze belangrijke termen verkennen en uitleggen, zodat je je vocabulaire kunt uitbreiden en beter kunt communiceren in professionele omgevingen.
Belangrijke economische en zakelijke termen in het IJslands
Hagkerfi – Economie. Dit woord verwijst naar het gehele systeem van productie, distributie en consumptie van goederen en diensten in een land of gebied.
Hagkerfi Íslands er mjög sterkt.
Fjárhagur – Financiën. Dit woord wordt gebruikt om de geldelijke zaken en middelen van een individu, bedrijf of organisatie te beschrijven.
Fjárhagur fyrirtækisins er í góðu lagi.
Viðskipti – Zaken/handel. Deze term verwijst naar de commerciële activiteiten waarbij goederen of diensten worden uitgewisseld.
Viðskipti milli landa eru mikilvæg.
Fjárfesting – Investering. Dit is het proces van het toewijzen van geld in de hoop toekomstige winst te genereren.
Fjárfesting í nýjum fyrirtækjum getur verið áhættusöm.
Hlutabréf – Aandelen. Dit zijn de aandelen of eigendomsbewijzen van een bedrijf die op de beurs verhandeld kunnen worden.
Hlutabréf í tæknifyrirtækjum hafa hækkað mikið.
Bedrijfsstructuren en functies
Framkvæmdastjóri – CEO/DGA. Dit is de persoon met de hoogste leidinggevende functie binnen een bedrijf.
Framkvæmdastjóri fyrirtækisins kynnti nýja stefnu.
Stjórn – Raad van bestuur. Deze groep individuen wordt gekozen om toezicht te houden op de activiteiten van een organisatie.
Stjórnin samþykkti nýja fjárhagsáætlun.
Starfsfólk – Personeel. Dit verwijst naar alle werknemers binnen een organisatie.
Starfsfólk fyrirtækisins er mjög hæft.
Deild – Afdeling. Dit is een specifieke eenheid binnen een bedrijf die zich richt op een bepaald aspect van de bedrijfsvoering.
Fjármáladeildin ber ábyrgð á fjárhag fyrirtækisins.
Markaðsdeild – Marketingafdeling. Deze afdeling is verantwoordelijk voor de promotie en verkoop van de producten of diensten van een bedrijf.
Markaðsdeildin vinnur að nýrri auglýsingaherferð.
Financiële termen
Hagnaður – Winst. Dit is het positieve verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van een bedrijf.
Fyrirtækið skilaði miklum hagnaði á síðasta ári.
Tap – Verlies. Dit is het negatieve verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van een bedrijf.
Fyrirtækið varð fyrir talsverðu tapi í fyrra.
Tekjur – Inkomsten. Dit verwijst naar het geld dat een bedrijf verdient door zijn activiteiten.
Tekjur fyrirtækisins jukust um 10% í fyrra.
Gjöld – Uitgaven. Dit zijn de kosten die een bedrijf maakt om zijn activiteiten uit te voeren.
Gjöld fyrirtækisins hafa aukist vegna hærra hráefnisverðs.
Fjárhagsáætlun – Budget. Dit is een financieel plan dat de verwachte inkomsten en uitgaven van een bedrijf voor een bepaalde periode weergeeft.
Við þurfum að endurskoða fjárhagsáætlunina.
Internationale handel
Innflutningur – Import. Dit verwijst naar de goederen en diensten die een land van het buitenland koopt.
Innflutningur á bílum hefur aukist.
Útflutningur – Export. Dit verwijst naar de goederen en diensten die een land verkoopt aan het buitenland.
Útflutningur sjávarafurða er mikilvægur fyrir íslenska hagkerfið.
Tollur – Douaneheffing. Dit is een belasting die wordt geheven op geïmporteerde goederen.
Tollur á innfluttum vörum getur verið hár.
Viðskiptajöfnuður – Handelsbalans. Dit is het verschil tussen de waarde van een lands import en export.
Viðskiptajöfnuðurinn er jákvæður þegar útflutningur er meiri en innflutningur.
Gjaldmiðill – Valuta. Dit is het geldsysteem dat wordt gebruikt in een bepaald land.
Gjaldmiðill Íslands er íslenska krónan.
Andere relevante termen
Samkeppni – Concurrentie. Dit verwijst naar de strijd tussen bedrijven om marktaandeel te winnen.
Samkeppni á markaðnum er hörð.
Samningur – Contract. Dit is een juridisch bindende overeenkomst tussen twee of meer partijen.
Samningurinn var undirritaður í gær.
Skuld – Schuld. Dit is het geld dat een persoon of bedrijf verschuldigd is aan een ander.
Fyrirtækið er með miklar skuldir.
Lán – Lening. Dit is het geld dat een persoon of bedrijf leent en dat later moet worden terugbetaald.
Lán frá bankanum hjálpaði fyrirtækinu að vaxa.
Vaxtagreiðslur – Rente. Dit is het geld dat wordt betaald voor het lenen van geld.
Vaxtagreiðslur á láninu eru háar.
Verðbólga – Inflatie. Dit is de stijging van de prijzen van goederen en diensten in een economie over een bepaalde periode.
Verðbólga hefur verið stöðug á undanförnum árum.
Þjóðhagsreikningar – Nationale rekeningen. Dit zijn statistieken die de economische activiteiten van een land weergeven.
Þjóðhagsreikningar sýna að hagvöxtur hefur verið mikill.
Door deze termen te leren en te begrijpen, zul je beter in staat zijn om deel te nemen aan gesprekken over economie en zaken in het IJslands. Niet alleen zal dit je taalvaardigheid verbeteren, maar het zal je ook helpen om een dieper inzicht te krijgen in de economische en zakelijke wereld van IJsland. Of je nu zaken wilt doen in IJsland, er wilt studeren of gewoon je taalvaardigheden wilt verbeteren, deze woorden en uitdrukkingen zullen van onschatbare waarde zijn.