Wanneer u de Duitse taal leert, is het belangrijk om verschillende woordenschat onder de knie te krijgen. Eén nuttige categorie van woordenschat is de namen van beroepen. Hier is een lijst van veelvoorkomende Duitse beroepen met hun betekenis en een voorbeeldzin voor elk.
Arzt/Ärztin – Dokter.
Dit is iemand die medische zorg verleent en ziektes behandelt.
Mein Bruder möchte Arzt werden und an einer Universitätsklinik arbeiten.
Anwalt/Anwältin – Advocaat.
Een juridisch professional die cliënten adviseert, en hen vertegenwoordigt in rechtbanken.
Die Anwältin hat ihren Mandanten erfolgreich im Gericht vertreten.
Ingenieur/Ingenieurin – Ingenieur.
Iemand die gespecialiseerd is in het ontwerp, de constructie en het gebruik van machines, structuren of systemen.
Der Ingenieur arbeitet an der Entwicklung eines neuen Motors.
Lehrer/Lehrerin – Leraar.
Een persoon die kennis overbrengt, vaak in een schoolsetting.
Die Lehrerin bereitet ihre Schüler auf die Abschlussprüfungen vor.
Koch/Köchin – Kok.
Een professional die eten bereidt in een restaurant of andere eetgelegenheden.
Der Koch kreiert ein neues Rezept für das Abendessen.
Polizist/Polizistin – Politieagent.
Iemand die tot taak heeft de wet te handhaven en de openbare orde te bewaken.
Die Polizistin hat den Verkehr nach einem Unfall geregelt.
Kaufmann/Kauffrau – Zakenman/Zakenvrouw.
Een persoon die deelneemt aan commerciële activiteiten, vaak in het beheer van een bedrijf.
Der Kaufmann hat erfolgreich einen neuen Markt für seine Produkte gefunden.
Journalist/Journalistin – Journalist.
Een professional die nieuws verzamelt, onderzoek doet en rapporten maakt voor verschillende media.
Die Journalistin hat einen Artikel über die Wahl geschrieben.
Architekt/Architektin – Architect.
Iemand die gebouwen en andere structuren ontwerpt en vaak hun constructie superviseert.
Der Architekt plant ein umweltfreundliches Bürogebäude.
Künstler/Künstlerin – Kunstenaar.
Een persoon die artistieke werken creëert, zoals schilderijen, beeldhouwwerken of uitvoeringen.
Die Künstlerin stellt ihre neuen Skulpturen in einer Galerie aus.
Pilot/Pilotin – Piloot.
Iemand die een vliegtuig of een ander luchtvaartuig bestuurt.
Der Pilot bereitet sich auf den Flug nach Berlin vor.
Programmierer/Programmiererin – Programmeur.
Een individu dat gespecialiseerd is in het schrijven van computer software.
Die Programmiererin entwickelt eine neue App für Smartphones.
Verkäufer/Verkäuferin – Verkoper.
Een persoon die producten of diensten aan de klant aanbiedt, vaak in een winkelomgeving.
Der Verkäufer hat mir geholfen, die passenden Schuhe zu finden.
Landwirt/Landwirtin – Boer.
Iemand die in de landbouw werkt, meestal beheert deze persoon de productie van voedsel en andere landbouwproducten.
Die Landwirtin kümmert sich um ihre Nutztiere und das Anbauen von Gemüse.
Zahnarzt/Zahnärztin – Tandarts.
Een medische professional die zich richt op de gezondheid van tanden en mond.
Der Zahnarzt hat mir gesagt, dass ich nächste Woche eine Füllung brauche.
Friseur/Friseurin – Kapper.
Een persoon die professioneel haar knipt en stylet.
Die Friseurin hat mir einen neuen Haarschnitt gegeben, der mir sehr gut steht.
Fotograf/Fotografin – Fotograaf.
Iemand die foto’s maakt als beroep, vaak voor evenementen, media of creatieve projecten.
Der Fotograf hat die Hochzeit das ganze Wochenende über dokumentiert.
Elektriker/Elektrikerin – Elektricien.
Een technisch specialist die werkt met elektrische systemen en circuits.
Die Elektrikerin repariert die defekte Beleuchtung in unserem Büro.
Mechaniker/Mechanikerin – Monteur.
Een technische expert die zich bezighoudt met het onderhoud en de reparatie van machines, voertuigen of uitrusting.
Der Mechaniker arbeitet an dem Motor des alten Autos.
Psychologe/Psychologin – Psycholoog.
Een professional die gespecialiseerd is in het begrijpen van menselijk gedrag en geestelijke gezondheid.
Die Psychologin bietet Beratung für Menschen mit Angstzuständen an.
Het leren van deze Duitse beroepsnamen zal u niet alleen helpen om uw woordenschat uit te breiden, maar het zal u ook assisteren bij het begrijpen van de context in gesprekken en teksten die over de werkomgeving gaan. Om uw kennis van deze woorden te verdiepen, probeer ze te gebruiken in uw dagelijkse Duitse conversatie of in aanvullende oefeningen. Zo vergroot u niet alleen uw begrip van specifieke beroepen, maar oefent en consolideert u ook uw algemene taalbeheersing.