Het Litouws, een van de oudste levende talen in Europa, biedt een schat aan interessante woorden en uitdrukkingen, vooral als het gaat om dierennamen en natuurtermen. Voor Nederlandse taalstudenten kan het leren van deze woorden niet alleen helpen bij het begrijpen van de taal, maar ook bij het waarderen van de rijke culturele achtergrond van Litouwen. Hieronder vind je een uitgebreide lijst van dierennamen en natuurtermen in het Litouws, compleet met definities en voorbeeldzinnen.

Dieren in het Litouws

Šuo – Hond
Šuo loja visą naktį.
De hond blaft de hele nacht.

Katė – Kat
Katė miega ant sofos.
De kat slaapt op de bank.

Pelėda – Uil
Pelėda skrenda tyliai naktį.
De uil vliegt stil in de nacht.

Žirgas – Paard
Žirgas bėga greitai per laukus.
Het paard rent snel door de velden.

Karvė – Koe
Karvė ganosi pievoje.
De koe graast in de weide.

Varlė – Kikker
Varlė šokinėja per balą.
De kikker springt door de plas.

Meška – Beer
Meška ieško maisto miške.
De beer zoekt naar voedsel in het bos.

Lapė – Vos
Lapė slepiasi krūmuose.
De vos verstopt zich in de struiken.

Vilkas – Wolf
Vilkas kaukia mėnesienoje.
De wolf huilt bij maanlicht.

Kiškis – Haas
Kiškis greitai bėga nuo plėšrūnų.
De haas rent snel weg van roofdieren.

Natuurtermen in het Litouws

Upė – Rivier
Upė teka per miestą.
De rivier stroomt door de stad.

Miškas – Bos
Miškas pilnas gyvūnų ir augalų.
Het bos zit vol dieren en planten.

Kalnas – Berg
Kalnas stovi didingai prieš saulėlydį.
De berg staat majestueus bij zonsondergang.

Ežeras – Meer
Ežeras ramiai banguoja.
Het meer golft rustig.

Pievos – Weide
Pievos žydi įvairiomis gėlėmis.
De weide bloeit met verschillende bloemen.

Saulė – Zon
Saulė ryškiai šviečia dangumi.
De zon schijnt fel aan de hemel.

Vėjas – Wind
Vėjas stipriai pučia.
De wind waait sterk.

Debesys – Wolken
Debesys plaukia danguje.
De wolken drijven aan de hemel.

Jūra – Zee
Jūra bangelės švelniai smėlio krantais.
De zee golft zachtjes tegen de zandstranden.

Uola – Rots
Uola stovi tvirtai prie jūros.
De rots staat stevig bij de zee.

Meer specifieke termen

Šaltinis – Bron
Šaltinis teka iš kalno.
De bron stroomt uit de berg.

Upelis – Beek
Upelis vingiuoja per slėnį.
De beek kronkelt door de vallei.

Gamtos parkas – Natuurpark
Gamtos parkas yra pilnas nuostabių vaizdų.
Het natuurpark is vol prachtige uitzichten.

Gėlė – Bloem
Gėlė žydi pavasarį.
De bloem bloeit in de lente.

Medis – Boom
Medis auga aukštai.
De boom groeit hoog.

Šaknis – Wortel
Šaknis stipriai laikosi žemėje.
De wortel houdt zich stevig in de grond.

Lapas – Blad
Lapas krenta rudenį.
Het blad valt in de herfst.

Žolė – Gras
Žolė žaliuoja vasarą.
Het gras is groen in de zomer.

Vandens telkinys – Waterlichaam
Vandens telkinys yra pilnas žuvų.
Het waterlichaam zit vol vis.

Pelkių – Moeras
Pelkių yra pilna laukinių gyvūnų.
Het moeras zit vol wilde dieren.

Conclusie

Het leren van dierennamen en natuurtermen in het Litouws kan een fascinerende en verrijkende ervaring zijn voor Nederlandse taalstudenten. Door deze woorden te leren, krijg je niet alleen een beter begrip van de taal, maar ook een dieper inzicht in de Litouwse cultuur en natuur. We hopen dat deze lijst van woorden en voorbeeldzinnen je helpt op je reis om het Litouws te leren en te waarderen. Blijf oefenen en ontdek de schoonheid van deze prachtige taal!