Het leren van een nieuwe taal kan uitdagend zijn, maar met de juiste hulpmiddelen en technieken kan het ook heel bevredigend zijn. Een van de beste manieren om een nieuwe taal te leren, is door dagelijks gebruikte zinnen en woorden te oefenen. Dit artikel richt zich op veelgebruikte Turkse zinnen en woorden die je kunt gebruiken in alledaagse situaties. Hieronder vind je een lijst met Turkse woorden, hun Nederlandse definities en voorbeeldzinnen om je op weg te helpen.
Basisbegroetingen en alledaagse zinnen
Merhaba – Hallo
Merhaba, nasılsın?
Hallo, hoe gaat het?
Nasılsın? – Hoe gaat het?
Nasılsın? Bugün nasılsın?
Hoe gaat het? Hoe gaat het vandaag?
Teşekkür ederim – Dank je wel
Teşekkür ederim, yardımın için.
Dank je wel voor je hulp.
Evet – Ja
Evet, ben geliyorum.
Ja, ik kom.
Hayır – Nee
Hayır, anlamıyorum.
Nee, ik begrijp het niet.
Lütfen – Alsjeblieft
Bir kahve, lütfen.
Een koffie, alsjeblieft.
Afedersiniz – Excuseer
Afedersiniz, geçebilir miyim?
Excuseer, mag ik erlangs?
Günaydın – Goedemorgen
Günaydın, nasılsın?
Goedemorgen, hoe gaat het?
İyi akşamlar – Goedenavond
İyi akşamlar, görüşürüz.
Goedenavond, tot ziens.
İyi geceler – Goedenacht
İyi geceler, tatlı rüyalar.
Goedenacht, zoete dromen.
Bij het winkelen
Ne kadar? – Hoeveel kost het?
Bu elbise ne kadar?
Hoeveel kost deze jurk?
Bu ne? – Wat is dit?
Bu ne, öğrenebilir miyim?
Wat is dit, mag ik het weten?
İndirim var mı? – Is er korting?
Bu üründe indirim var mı?
Is er korting op dit product?
Fiyatı nedir? – Wat is de prijs?
Bu telefonun fiyatı nedir?
Wat is de prijs van deze telefoon?
Teşekkürler, sadece bakıyorum – Dank je, ik kijk alleen
Teşekkürler, sadece bakıyorum.
Dank je, ik kijk alleen.
Bu çok pahalı – Dit is te duur
Bu çok pahalı, başka bir şey var mı?
Dit is te duur, is er iets anders?
Uygun fiyatlı bir şey var mı? – Heb je iets betaalbaars?
Uygun fiyatlı bir şey var mı?
Heb je iets betaalbaars?
Bij het eten
Yemek menüsü – Het menu
Yemek menüsünü alabilir miyim?
Mag ik het menu?
Hesap lütfen – De rekening, alsjeblieft
Hesap lütfen, ödemek istiyorum.
De rekening, alsjeblieft, ik wil betalen.
Bu yemek çok lezzetli – Dit gerecht is erg lekker
Bu yemek çok lezzetli, tarifini alabilir miyim?
Dit gerecht is erg lekker, mag ik het recept?
Ne önerirsiniz? – Wat raadt u aan?
Ne önerirsiniz, bugün ne var?
Wat raadt u aan, wat is er vandaag?
Ben vejetaryenim – Ik ben vegetariër
Ben vejetaryenim, etsiz bir şey var mı?
Ik ben vegetariër, is er iets zonder vlees?
Su lütfen – Water, alsjeblieft
Bir şişe su lütfen.
Een fles water, alsjeblieft.
Çatal ve bıçak – Vork en mes
Bir çatal ve bıçak alabilir miyim?
Mag ik een vork en een mes?
Onderweg
Nerede? – Waar is…?
Tuvalet nerede?
Waar is het toilet?
Hangi yöne gitmeliyim? – Welke kant moet ik op?
Hangi yöne gitmeliyim, buradan nasıl giderim?
Welke kant moet ik op, hoe kom ik daar vanaf hier?
Otobüs durağı – Bushalte
Otobüs durağına nasıl giderim?
Hoe kom ik bij de bushalte?
Tren istasyonu – Treinstation
Tren istasyonuna ne kadar sürer?
Hoe lang duurt het naar het treinstation?
Yardım edebilir misiniz? – Kunt u helpen?
Yardım edebilir misiniz, kayboldum?
Kunt u helpen, ik ben verdwaald?
Taxi çağırabilir misiniz? – Kunt u een taxi bellen?
Taxi çağırabilir misiniz, acelem var?
Kunt u een taxi bellen, ik heb haast?
Ne kadar sürer? – Hoe lang duurt het?
Buraya gitmek ne kadar sürer?
Hoe lang duurt het om hier te komen?
In een noodgeval
İmdat! – Help!
İmdat, yardım edin!
Help, help me!
Polis çağırın – Bel de politie
Polis çağırın, acil bir durum var.
Bel de politie, er is een noodgeval.
Acil servis – Eerste hulp
Acil servisi arayın, kazaya uğradım.
Bel de eerste hulp, ik heb een ongeluk gehad.
Doktora ihtiyacım var – Ik heb een dokter nodig
Doktora ihtiyacım var, kendimi iyi hissetmiyorum.
Ik heb een dokter nodig, ik voel me niet goed.
Kayboldum – Ik ben verdwaald
Kayboldum, yol tarifi verebilir misiniz?
Ik ben verdwaald, kunt u me de weg wijzen?
Pasaportumu kaybettim – Ik ben mijn paspoort kwijt
Pasaportumu kaybettim, yardım edebilir misiniz?
Ik ben mijn paspoort kwijt, kunt u helpen?
Telefon numaranız nedir? – Wat is je telefoonnummer?
Telefon numaranız nedir, sizi aramak istiyorum?
Wat is je telefoonnummer, ik wil je bellen?
Bij de dokter
Randevu almak – Een afspraak maken
Randevu almak istiyorum, mümkün mü?
Ik wil een afspraak maken, is dat mogelijk?
Ağrım var – Ik heb pijn
Başım ağrıyor, ne yapmalıyım?
Ik heb hoofdpijn, wat moet ik doen?
Reçete – Recept
Doktor bir reçete yazabilir mi?
Kan de dokter een recept schrijven?
Ne sıklıkla? – Hoe vaak?
Bu ilacı ne sıklıkla almalıyım?
Hoe vaak moet ik dit medicijn nemen?
Yan etki – Bijwerking
Bu ilacın yan etkileri nelerdir?
Wat zijn de bijwerkingen van dit medicijn?
İstirahat etmek – Uitrusten
Doktor, istirahat etmemi söyledi.
De dokter zei dat ik moest uitrusten.
İlaç – Medicijn
Bu ilacı nereden alabilirim?
Waar kan ik dit medicijn krijgen?
Dagelijkse activiteiten
Uyanmak – Wakker worden
Her sabah erken uyanırım.
Ik word elke ochtend vroeg wakker.
Kahvaltı yapmak – Ontbijten
Kahvaltı yapmak için ne yemek istersin?
Wat wil je eten voor het ontbijt?
Çalışmak – Werken
Bugün çok çalışmam gerekiyor.
Ik moet vandaag veel werken.
Öğle yemeği – Lunch
Öğle yemeğinde ne yiyeceğiz?
Wat zullen we eten voor de lunch?
Dinlenmek – Rusten
Öğleden sonra biraz dinlenmek istiyorum.
Ik wil in de middag wat rusten.
Yemek pişirmek – Koken
Akşam yemeği için ne pişirmeliyim?
Wat moet ik koken voor het avondeten?
Televizyon izlemek – TV kijken
Akşamları genellikle televizyon izlerim.
Ik kijk meestal TV in de avonden.
Yatmak – Naar bed gaan
Her gece saat 11’de yatarım.
Ik ga elke nacht om 11 uur naar bed.
Conclusie
Het leren van deze dagelijkse Turkse zinnen en woorden kan je helpen je comfortabeler te voelen in het gebruik van de taal in verschillende situaties. Oefen regelmatig en probeer deze zinnen in je dagelijkse conversaties op te nemen. Na verloop van tijd zul je merken dat je zelfverzekerder wordt en beter in staat bent om in het Turks te communiceren. Succes met je taalstudie!