Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar ook een zeer verrijkende ervaring zijn. Een belangrijk aspect van elke taal is het begrijpen en gebruiken van cijfers en wiskundige termen. In dit artikel zullen we ons richten op cijfers en wiskunde in het Hongaars. We zullen de basisgetallen doornemen, evenals enkele veelvoorkomende wiskundige termen en uitdrukkingen. Laten we beginnen met de basisgetallen en vervolgens doorgaan naar complexere concepten.

Basiscijfers

Nulla – Nul. Dit is het getal 0.
A hőmérséklet ma nulla fok.

Egy – Een. Dit is het getal 1.
Egy almát ettem.

Kettő – Twee. Dit is het getal 2.
Kettő kutyám van.

Három – Drie. Dit is het getal 3.
Három könyvet olvastam.

Négy – Vier. Dit is het getal 4.
Négy óra van.

Öt – Vijf. Dit is het getal 5.
Öt gyerek játszik a parkban.

Hat – Zes. Dit is het getal 6.
Hat almát vettünk.

Hét – Zeven. Dit is het getal 7.
Hét nap van egy hétben.

Nyolc – Acht. Dit is het getal 8.
Nyolc órakor kezdődik a film.

Kilenc – Negen. Dit is het getal 9.
Kilenc diák van az osztályban.

Tíz – Tien. Dit is het getal 10.
Tíz éves vagyok.

Getallen boven de tien

Húsz – Twintig. Dit is het getal 20.
Húsz kilométert futottam.

Harminc – Dertig. Dit is het getal 30.
Harminc nap van egy hónapban.

Negyven – Veertig. Dit is het getal 40.
Negyven éves vagyok.

Ötven – Vijftig. Dit is het getal 50.
Ötven ember volt jelen.

Hatvan – Zestig. Dit is het getal 60.
Hatvan perc egy órában.

Hetven – Zeventig. Dit is het getal 70.
Hetven könyv van a polcon.

Nyolcvan – Tachtig. Dit is het getal 80.
Nyolcvan diák van az iskolában.

Kilencven – Negentig. Dit is het getal 90.
Kilencven perc a film hosszúsága.

Száz – Honderd. Dit is het getal 100.
Száz forintot fizettem.

Basiswiskunde

Összeadás – Optelling. Dit is het proces van het samenvoegen van twee of meer getallen om een som te krijgen.
Az összeadás egyszerű művelet.

Kivonás – Aftrekking. Dit is het proces van het wegnemen van een getal van een ander getal.
A kivonás néha bonyolult lehet.

Szorzás – Vermenigvuldiging. Dit is het proces van het vermenigvuldigen van twee of meer getallen.
A szorzás az alapvető matematikai műveletek egyike.

Osztás – Deling. Dit is het proces van het verdelen van een getal door een ander getal.
Az osztás néha maradékkal jár.

Wiskundige termen

Szám – Getal. Dit verwijst naar een wiskundig object dat wordt gebruikt om hoeveelheden te representeren.
Ez egy nagy szám.

Egyenlet – Vergelijking. Dit is een wiskundige uitdrukking waarbij twee uitdrukkingen gelijk zijn aan elkaar.
Az egyenlet megoldása nehéz lehet.

Változó – Variabele. Dit is een symbool dat een onbekend getal in een vergelijking vertegenwoordigt.
A változó értékét meg kell találni.

Szög – Hoek. Dit is de ruimte tussen twee snijdende lijnen of oppervlakken.
A háromszög három szöggel rendelkezik.

Térfogat – Volume. Dit is de hoeveelheid ruimte die een object inneemt.
A kocka térfogata nagy.

Terület – Oppervlakte. Dit is de grootte van een tweedimensionaal vlak of vorm.
A téglalap területe könnyen kiszámítható.

Kör – Cirkel. Dit is een ronde vorm waarbij alle punten op de omtrek even ver van het middelpunt verwijderd zijn.
A kör sugara 5 centiméter.

Complexere concepten

Deriválás – Afgeleide. Dit is een maat voor hoe een functie verandert als zijn invoer verandert.
A deriválás az analízis egyik alapművelete.

Integrálás – Integratie. Dit is het proces van het vinden van de integraal van een functie, wat vaak de oppervlakte onder een curve betekent.
Az integrálás nehéz, de hasznos művelet.

Mátrix – Matrix. Dit is een rechthoekige array van getallen of symbolen die worden gebruikt in lineaire algebra.
A mátrixok fontosak a lineáris algebrai számításokban.

Vektor – Vector. Dit is een object in de wiskunde dat zowel grootte als richting heeft.
A vektorok segítenek a fizikai mennyiségek leírásában.

Logaritmus – Logaritme. Dit is de macht waartoe een basis getal moet worden verheven om een bepaald getal te krijgen.
A logaritmusok hasznosak az exponenciális növekedés leírásában.

Exponent – Exponent. Dit is een getal dat aangeeft hoe vaak een basis getal moet worden vermenigvuldigd met zichzelf.
Az exponentek fontosak a hatványozásban.

Praktische toepassingen

Het begrijpen van cijfers en wiskundige termen in het Hongaars kan je helpen in veel dagelijkse situaties, zoals winkelen, reizen en het oplossen van eenvoudige wiskundige problemen. Hier zijn enkele voorbeelden van hoe je deze woorden kunt gebruiken in zinnen:

Ár – Prijs. Dit is het bedrag dat je betaalt voor een product of dienst.
Az ár 1000 forint.

Idő – Tijd. Dit is een meeteenheid die wordt gebruikt om de duur van gebeurtenissen te beschrijven.
Az idő pénz.

Tömeg – Massa. Dit is de hoeveelheid materie in een object.
A tömeg mérése fontos a tudományban.

Távolság – Afstand. Dit is de ruimte tussen twee punten.
A távolság 10 kilométer.

Gyorsaság – Snelheid. Dit is de snelheid waarmee iets beweegt.
A gyorsaság 60 km/h.

Magasság – Hoogte. Dit is de afstand van de basis tot de top van iets.
A hegy magassága 2000 méter.

Door regelmatig te oefenen met deze woorden en concepten, zul je merken dat je steeds beter wordt in het begrijpen en gebruiken van wiskunde en cijfers in het Hongaars. Of je nu een eenvoudige optelling moet doen of een complexere wiskundige vergelijking moet oplossen, het beheersen van deze basis zal je helpen om beter te communiceren en je vertrouwen in het gebruik van de Hongaarse taal te vergroten.

Hopelijk heeft dit artikel je geholpen om een beter begrip te krijgen van cijfers en wiskunde in het Hongaars. Blijf oefenen en wees niet bang om vragen te stellen of hulp te zoeken als je vastloopt. Veel succes met je taalstudie!