Catalaanse woordenschat voor architectuur en onroerend goed

Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar lonende ervaring zijn. Een van de gebieden waar specifieke woordenschat bijzonder nuttig kan zijn, is architectuur en onroerend goed. In dit artikel zullen we enkele Catalaanse termen verkennen die belangrijk zijn in deze sectoren. Door deze woorden te leren, kun je niet alleen je taalvaardigheid verbeteren, maar ook je begrip van de cultuur en de industrie in Catalonië verdiepen.

Basiswoorden voor architectuur

Arquitecte – Architect. Een architect is een professional die gebouwen en andere structuren ontwerpt.
L’arquitecte ha presentat els plànols per al nou edifici.

Edifici – Gebouw. Een structuur met muren en een dak, zoals een huis of een kantoor.
L’edifici té cinc plantes.

Plànol – Plattegrond. Een gedetailleerde tekening van een gebouw of een deel ervan, vaak gebruikt door architecten.
El plànol mostra totes les habitacions i passadissos.

Fonament – Fundament. De basisstructuur die een gebouw ondersteunt.
Els fonaments de l’edifici són molt sòlids.

Estructura – Structuur. Het skelet van een gebouw, inclusief muren, vloeren en daken.
L’estructura de l’edifici és d’acer.

Façana – Gevel. De voorkant van een gebouw, vaak de meest decoratieve kant.
La façana de l’edifici està feta de marbre.

Sostre – Dak. Het bovenste deel van een gebouw dat bescherming biedt tegen regen en andere weersomstandigheden.
El sostre està cobert de teules.

Mur – Muur. Een verticale structuur die een ruimte afbakent of ondersteunt.
El mur de pedra és molt antic.

Finestra – Raam. Een opening in een muur die licht en lucht binnenlaat.
La finestra dóna al jardí.

Porta – Deur. Een beweegbaar paneel dat een opening in een gebouw afsluit.
La porta principal és de fusta massissa.

Specifieke termen voor onroerend goed

Propietat – Eigendom. Een stuk land of een gebouw dat iemand bezit.
Aquesta propietat està en venda.

Venda – Verkoop. De actie van het verkopen van iets, zoals onroerend goed.
La venda de la casa es va completar la setmana passada.

Lloguer – Huur. De actie van het huren van een eigendom, of de prijs die betaald wordt voor het huren.
El lloguer mensual és de 800 euros.

Contracte – Contract. Een wettelijk document dat de voorwaarden van een overeenkomst specificeert.
El contracte de lloguer té una durada d’un any.

Hipoteca – Hypotheek. Een lening die wordt gebruikt om onroerend goed te kopen, waarbij het eigendom als onderpand dient.
Van signar la hipoteca per comprar la casa.

Agent immobiliari – Makelaar. Een professional die helpt bij het kopen, verkopen of huren van onroerend goed.
L’agent immobiliari ens va mostrar tres cases.

Taxació – Taxatie. De schatting van de waarde van een eigendom, vaak uitgevoerd door een professional.
La taxació de la casa va ser de 250.000 euros.

Inversió – Investering. Het gebruik van geld om iets te kopen met het doel winst te maken.
La compra d’aquest terreny és una bona inversió.

Rehabilitació – Renovatie. Het proces van het herstellen of verbeteren van een gebouw.
La rehabilitació de l’edifici antic va durar dos anys.

Zonificació – Zonering. De wettelijke indeling van land in zones waar bepaalde gebruiksdoeleinden zijn toegestaan.
La zonificació permet la construcció de vivendes unifamiliars.

Technische termen en materialen

Formigó – Beton. Een bouwmateriaal bestaande uit cement, water, zand en grind.
El formigó s’utilitza per als fonaments.

Acer – Staal. Een sterk metaal dat vaak wordt gebruikt in de constructie.
L’estructura de l’edifici és d’acer.

Maó – Baksteen. Een bouwmateriaal gemaakt van klei, gebruikt voor muren en andere structuren.
La paret de maó és molt robusta.

Fusta – Hout. Een natuurlijk materiaal afkomstig van bomen, gebruikt in de bouw.
Les bigues de fusta suporten el sostre.

Vidre – Glas. Een transparant materiaal gebruikt voor ramen en andere toepassingen.
El vidre de la finestra és resistent als cops.

Plàstic – Plastic. Een synthetisch materiaal dat in veel bouwtoepassingen wordt gebruikt.
Les canonades de plàstic són lleugeres i duradores.

Ceràmica – Keramiek. Een materiaal gemaakt van gebakken klei, vaak gebruikt voor tegels en sanitair.
Les rajoles de ceràmica són fàcils de netejar.

Aïllament – Isolatie. Materialen en methoden gebruikt om warmteoverdracht te minimaliseren.
L’aïllament tèrmic de la casa és excel·lent.

Impermeabilització – Waterdichting. Het proces van het maken van een structuur waterbestendig.
La impermeabilització del sostre és essencial per evitar filtracions.

Pintura – Verf. Een vloeistof die op oppervlakken wordt aangebracht om kleur en bescherming te bieden.
La pintura de la façana està desgastada.

Vocabulaire voor stadsplanning en ontwikkeling

Urbanisme – Stedenbouw. De studie en het ontwerp van steden en andere stedelijke gebieden.
L’urbanisme modern busca crear espais verds.

Infraestructura – Infrastructuur. De basisvoorzieningen en systemen die een stad nodig heeft om te functioneren, zoals wegen en riolering.
La infraestructura de la ciutat està en constant millora.

Transport públic – Openbaar vervoer. Systemen zoals bussen, treinen en trams die mensen door de stad vervoeren.
El transport públic és molt eficient en aquesta ciutat.

Zona verda – Groengebied. Gebieden in een stad die zijn gereserveerd voor parken en andere natuurlijke ruimtes.
La nova zona verda serà un pulmó per a la ciutat.

Desenvolupament – Ontwikkeling. Het proces van het verbeteren of uitbreiden van stedelijke gebieden.
El desenvolupament del barri inclou nous habitatges i comerços.

Renovació urbana – Stedelijke vernieuwing. Het proces van het vernieuwen of verbeteren van verouderde stedelijke gebieden.
La renovació urbana ha transformat aquest barri.

Espai públic – Openbare ruimte. Gebieden die toegankelijk zijn voor iedereen, zoals parken en pleinen.
L’espai públic ha estat redissenyat per ser més accessible.

Zonificació urbana – Stedelijke zonering. Het proces van het indelen van stedelijke gebieden in zones voor specifieke doeleinden zoals wonen, werken, of recreatie.
La zonificació urbana determina on es poden construir nous edificis.

Habitatge – Woning. Gebouwen of delen van gebouwen waar mensen wonen.
L’oferta d’habitatge assequible és una prioritat per al govern local.

Ciutat – Stad. Een grote en permanente nederzetting die een belangrijke rol speelt in de regio.
La ciutat és coneguda per la seva arquitectura modernista.

Functionele ruimtes en elementen

Cuina – Keuken. De ruimte in een woning waar voedsel wordt bereid.
La cuina està equipada amb electrodomèstics moderns.

Bany – Badkamer. Een ruimte in een woning waar mensen zich wassen.
El bany té una dutxa i una banyera.

Saló – Woonkamer. De ruimte in een woning waar mensen samenkomen om te ontspannen.
El saló és molt espaiós i lluminós.

Dormitori – Slaapkamer. Een ruimte in een woning waar mensen slapen.
El dormitori principal té un balcó amb vistes al mar.

Menjador – Eetkamer. De ruimte in een woning waar maaltijden worden genuttigd.
El menjador està decorat amb mobles antics.

Rebedor – Hal. De ruimte bij de ingang van een woning, vaak gebruikt als ontvangstruimte.
El rebedor té un gran mirall i un penjador de roba.

Terrassa – Terras. Een buitenruimte die grenst aan een woning, vaak gebruikt voor ontspanning.
La terrassa és perfecta per a sopars a l’aire lliure.

Jardí – Tuin. Een stuk grond, vaak naast een woning, waar planten worden gekweekt.
El jardí té moltes flors i arbres fruiters.

Garatge – Garage. Een ruimte in of naast een woning waar voertuigen worden geparkeerd.
El garatge té espai per a dos cotxes.

Ascensor – Lift. Een mechanisch apparaat dat mensen en goederen tussen verschillende verdiepingen van een gebouw verplaatst.
L’ascensor de l’edifici és molt ràpid.

Het beheersen van deze Catalaanse woordenschat voor architectuur en onroerend goed zal je niet alleen helpen om beter te communiceren, maar ook om een beter begrip te krijgen van de culturele en industriële nuances in Catalonië. Of je nu een professional bent in de bouwsector, een student architectuur, of gewoon iemand die geïnteresseerd is in de Catalaanse cultuur, deze termen zullen ongetwijfeld van pas komen. Blijf oefenen en integreer deze woorden in je dagelijkse gesprekken om je taalvaardigheid te verbeteren!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller